5.3
Hydraulische installatie
Bij CV-installaties, die overwegend met thermostatisch of
elektrisch geregelde ventielen uitgerust zijn, moet een per-
manente, voldoende doorstroming van de warmtepomp ge-
garandeerd worden. Onafhankelijk van de keuze van de CV-
installatie moet de nominale hoeveelheid circulerend verwar-
mingswater (40% van de nominale volumestroom, zie tabel
technische gegevens) gegarandeerd zijn.
5.3.1
Hydraulische installatie uitvoeren
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door resten
in de leidingen!
Lasresten, afdichtingsresten, vuil of andere
resten in de leidingen kunnen het product
beschadigen.
▶
Spoel de CV-installatie grondig door voor
u het product installeert.
Opgelet!
Risico op materiële schade door corrosie!
Als niet diffusiedichte kunststofbuizen in het
CV-circuit gebruikt worden, dan kan dit tot
corrosie en afzettingen in het CV-circuit en in
het product leiden.
▶
Verrijk, bij het gebruik van niet diffusie-
dichte kunststofbuizen, het water met anti-
corrosiemiddelen.
Gevaar!
Risico op materiële schade door soldeer-
werkzaamheden!
Soldeerwerkzaamheden aan reeds geïnstal-
leerde leidingen kunnen de afdichtingen be-
schadigen.
▶
Soldeer de leidingen voor u het product
installeert.
1.
Isoleer de leidingen (ook ondergronds lopende) met
een UV- en hogetemperatuurbestendige isolatie tussen
het product en de CV-installatie.
2.
Om de overdracht van trillingen op de omgevende ge-
bouwen te vermijden, gebruikt u flexibele aansluitleidin-
gen aan het product met een lengte van min. 0,75 m.
3.
Als het product niet op de hoogste plaats in het CV-
circuit geïnstalleerd is, dan installeert u op plaatsen
waar zich lucht kan verzamelen (verhoogde plaatsen
in het systeem) aanvullende ontluchtingskleppen.
4.
Installeer volgend toebehoren in de CV-retourleiding.
0020186581_04 aroTHERM Installatie- en onderhoudshandleiding
Montage en installatie 5
Installatie zonder ontkoppelde hydraulische module
–
Aftapkraan
–
Luchtafscheider (indien vereist)
–
Vuilfilter
–
Een voor de volledige hydraulische installatie geschikt
expansievat
–
Veiligheidsklep 0,3 MPa (3 bar)
–
Manometer (aanbevolen)
Installatie met ontkoppelde hydraulische module
–
Aftapkraan
–
Luchtafscheider (indien vereist)
–
Vuilfilter
–
Een voor de volledige hydraulische installatie geschikt
expansievat
–
Veiligheidsklep 0,3 MPa (3 bar) als de hydraulische
module niet over een veiligheidsklep beschikt.
–
Manometer (aanbevolen)
Aanwijzing
Als u glycol gebruikt, dan moet u het aan de
veiligheidsklep opvangen om milieuvervuiling
te vermijden.
Aanwijzing
Het ondeskundig ontluchten van het CV-cir-
cuit kan vanwege geringe doorstromingshoe-
veelheid tot pompstoringen leiden (F.532).
2
1
9
6
m i
5 m
0 . 7
8
1
Aansluitslang in de CV-
aanvoerleiding naar
het gebouwd (zelf te
monteren)
2
O-ring afdichting
3
Afdekkap
4
Aansluiting (Ø 1 1/4")
CV-aanvoerleiding naar
het gebouw
5.
Verwijder de afdekkappen (3) aan de hydraulische aan-
sluitingen van het product.
4
3
n .
7
5
Aansluiting (Ø 1 1/4")
CV-retourleiding naar
de warmtepomp
6
Aansluitslang in de CV-
retourleiding naar de
warmtepomp (zelf te
monteren)
7
Geluidsisolatie (zelf te
monteren)
8
Afsluitklep
9
Vuilfilter
5
15