3
Zet de foto in een kader.
Lenzen met zoomringen
Gebruik de zoomring om de foto in het
scherm te kaderen. Draai de ring naar links
om uit te zoomen, naar rechts om in te
zoomen.
4
Stel scherp.
Houd de ontspanknop half ingedrukt
om scherp te stellen.
N
Als het onderwerp slecht belicht is, gaat
de AF-hulpverlichting mogelijk bran-
den.
Als de camera in staat is om scherp te stellen, klinkt er tweemaal een
pieptoon en lichten scherpstelgebied en scherpstelindicator
groen op. Scherpstelling en belichting blijven vergrendeld
terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Als de camera niet in staat is om scherp te stellen, wordt het scherpstel-
kader rood, wordt
cator wit knipperen.
5
Neem een foto.
Druk de ontspanknop rustig en volledig in om de foto te ma-
ken.
s
weergegeven en zal de scherpstelindi-
Foto's maken
Scherpste-
Scherpstel-
lindicator
3
kader
41