Lenzen met diafragmaringen
Bij andere instellingen dan A kunt u
diafragma aanpassen door aan de
diafragmaring van de lens te draaien
(belichtingsmodi A en M).
De diafragmamodusschakelaar
Als de lens over een diafragmamodusschakelaar
beschikt, kan het diafragma handmatig worden
aangepast door de schakelaar naar
en aan de diafragmaring te draaien.
N
Wanneer de diafragmaring op A is ingesteld, gebruikt u de secundaire
instelschijf om diafragma aan te passen.
Lenzen met O.I.S. Schakelaars
Als de lens optische beeldstabilisatie
(O.I.S.) ondersteunt, kan de beeldsta-
bilisatiemodus worden gekozen in de
cameramenu's. Om beeldstabilisatie te
activeren, schuift u de O.I.S.-schakelaar
naar ON.
10
174
Diafragmaring
Z
te schuiven
Diafragmaring
Diafragmamodusschakelaar
A 16 11 8 5.6 4 2.8
A 16 11 8 5.6 4
O.I.S.-schakelaar