Instellingen aanpassen
Het aanraakscherm kan worden gebruikt
om de instellingen aan te passen. De
beschikbare instellingen verschillen per
geselecteerde opnamestand.
1
Modus
Modus
FILMSIMULATIE
FILMSIMULATIE
ONDERWERPPROGRAMMA Kies een onderwerp. Beschikbaar in de stand SP.
ONDERWERPPROGRAMMA
GEAVANC. FILTER
GEAVANC. FILTER
GEZICHT VERZACHTEN
GEZICHT VERZACHTEN
Een scherpstelmodus kiezen
Het aanraakscherm kan worden ge-
bruikt om de scherpstelmodus te kiezen
(
P
69).
Aanraakfunctie
Functies kunnen aan de volgende veeg-
bewegingen worden toegewezen op
eenzelfde manier als de functieknoppen
(
P
168):
•
Veeg omhoog: T-Fn1
•
Veeg naar links: T-Fn2
•
Veeg naar rechts: T-Fn3
•
Veeg omlaag: T-Fn4
20
Kies een fi lmsimulatietype. Beschikbaar in de standen
S
, P, S, A en M.
Kies een geavanceerde fi lter. Beschikbaar in de stand
Adv..
Kies het gezichtsverzachtingsniveau. Beschikbaar in de
stand h GEZICHT VERZACHTEN (Z).
Beschrijving
Beschrijving