Inbouwhaarden mogen alleen opgesteld worden in:
•
ruimten die minstens één buitendeur hebben of een venster dat geopend kan
worden;
•
ruimten die direct of indirect met elkaar in verbinding staan waarbij de
toevoer van lucht collectief is.
In voornoemde gevallen dient de inhoud van de ruimte tenminste 4 m³ per kW-
nominaalvermogen te zijn.
Inbouwhaarden mogen in bovengenoemde ruimten alleen dan opgebouwd of
verplaatst worden als er minstens 360 m
vuurruimopening kan toestromen. Bevinden zich ook nog andere verbrandings-
toestellen in dezelfde ruimte, dan dient voor de inbouwhaard tenminste 540 m³
verbrandingslucht per uur en per m² vuurruimopening toe te stromen.
Andere aanwezige toestellen tenminste 1,6 m³ verbrandingslucht per uur, per
totaal opgesteld nominaal vermogen in kW bij een berekend drukverschil van
0,04 mbar met de buitenlucht.
Inbouwhaarden mogen niet opgesteld worden in:
•
trappenhuizen, behalve in gebouwen met niet meer dan twee woningen;
•
voor iedereen toegankelijke entrees;
•
ruimten waar licht ontvlambare of explosieve stoffen of mengsels worden
verwerkt, opgeslagen of gefabriceerd;
•
garages;
•
ruimten of woningen die ontlucht worden d.m.v. airconditioning of warmlucht-
verwarming door ventilatoren, tenzij een risicoloos functioneren van de haard
gewaarborgd wordt.
Dit kan wanneer:
•
de installatie alleen lucht in de ruimte doet circuleren;
•
de installatie betrouwbare veiligheidsvoorzieningen heeft die voorkomen
dat er vanzelf en automatisch onderdruk in de ruimte ontstaat waar de
haard staat opgesteld;
•
er door de verbrandingsluchtstroom van de haard en de volumestromen
van de ontluchtingsinstallaties in de ruimte en de via ontluchtings-
verbindingen aangesloten ruimten, in totaal geen grotere onderdruk
ontstaat dan 0,04 mbar.
Dit moet ook gewaarborgd zijn bij verplaatsing of verwijdering van
gemakkelijk toegankelijke regelapparatuur van de ontluchtingsinstallatie.
14
ESCAMOLUX 55-55 / 70-55 / 70-65 / 80-65 / 90-45 / 105-45
3
verbrandingslucht per uur en per m
2