D - INGEBRUIKNAME
Opgelet: De ingebruikname en de instellingen
moeten worden verricht door een bevoegde
persoon,
aangezien
toegankelijk zijn.
1. INSTELLINGSINTERFACE
Controlelampjes
OL
PROG
• L0 = groene led (gedoofd wanneer de printplaat
in stand-by is).
• L1 tot L5 = rode ledlampen om informatie
betreffende de instellingen, gebeurtenissen (of
fouten), of de status van de batterij aan te geven.
Knoppen
• PROG = de instellingenmenu's openen of sluiten.
• -/+ = selecteren, waarden instellen en navigeren
in het overzicht van de gebeurtenissen.
• SET = submenu's openen, een instelling
bevestigen, de spanning van de batterij of het
overzicht van de gebeurtenissen weergeven,
ingang handmatige bediening.
Belangrijke opmerkingen:
Het is mogelijk om kort op een knop te drukken
(knop minder dan 1 seconde ingedrukt houden)
of lang in te drukken (knop 3 seconden ingedrukt
houden). In wat volgt, betekent:
- ' Drukken op de knop' dat deze knop kort moet
worden ingedrukt.
- ' Ingedrukt houden' dat deze knop 3 seconden
lang moet worden ingedrukt.
In wat volgt, worden de handelingen die moeten
worden uitgevoerd op de knoppen beschreven
vanaf MENU 0. Dit is het menu dat wordt
weergegeven net na het opstarten, na een
poortbeweging (vóór stand-by) of wanneer de
printplaat in stand-by is (in dit geval is de groene
L0-led gedoofd).
Om er zeker van te zijn dat u zich in het MENU 0
bevindt, drukt u 2 of 3 keer op PROG. De groene
led moet oplichten (uitsluitend de groene led).
36
NL
de
actieve
+
-
SET
m
c o
n .
s o
m
o
h
y t
m
w .
w
w
MOTORISERING VOOR EEN SCHUIFPOORT - CONNECT
Als
de
gebruiker
gedurende 15 seconden, keert het systeem
delen
automatisch terug naar MENU 0.
2. SNELLE INSTELLINGEN
2.1. Automatische herkenning
Met de automatische herkenningsfunctie kan de
printplaat de verplaatsingslengte van de poort
herkennen. Voordat met deze stap kan worden
gestart, moet de poort voorzien zijn van vaste
aanslagen aan het einde van de sluiting én aan het
einde van opening om de beweging te stoppen.
De automatische herkenning begint met een
sluitingscyclus. Indien dit niet het geval is de
herkenningscyclus stoppen door te drukken op
de SET-knop en de motorverbindingen om te
draaien (zie paragraaf 4.2 De polariteit van de
motor, pagina 24).
Verloop van de automatische herkenning:
• H et knipperlicht wordt ingeschakeld (1
knippering per seconde).
• Fase 0: Detectie van de sluitingsaanslag; de
poort sluit tot aan de sluitingsaanslag.
• Fase 1: Meting van de openingslengte; de
poort opent tot aan de openingsaanslag.
• Fase 2: Meting van de sluitingslengte; de poort
sluit tot aan de sluitingsaanslag.
Start van de automatische herkenning:
• D ruk 2 of 3 keer op PROG. De groene led moet
oplichten (uitsluitend de groene led).
• H oud de +-knop ingedrukt. De automatische
herkenning gaat van start.
Zodra de automatische herkenning is voltooid,
kunt u uw poortmotorisering gebruiken.
Als
de
gestopt, raadpleegt u de GIDS VOOR
PROBLEEMOPLOSSING op pagina 43 om
de oorzaak hiervan te achterhalen. Los het
probleem op met behulp van het overzicht en
start de automatische herkenning opnieuw.
Als u de instellingen van uw motorisering
wilt wijzigen, raadpleeg dan de paragraaf
'GEAVANCEERDE INSTELLINGEN'.
geen
knop
automatische
herkenning
gebruikt
is