Verbinding met een bestaande configuratie
4.7
Klik op Verbinding (zonnepaneelpictogram). Als er verbinding kan worden gemaakt met de
kaart (tablet/computer/smartphone en DMC-008-001 onderling verbonden via het netwerk en
compatibele IP-parameters), leest de applicatie de inhoud van de kaart.
Samenstelling van de installatie
4.8
Via dit scherm kunt u de geïnstalleerde kaarten definiëren. De kaarten worden in de tabel
rechts weergegeven in de volgorde van de adressering. Voor de modules die een manuele
adressering nodig hebben vermeldt de tabel rechts het te configureren adres. Als de
modules aangesloten en compatibel zijn met het automatisch adresseren zal er een
boodschap de automatische toevoeging voorstellen. Antwoordt u « Ja » zal Home Manager
de bus RS485 scannen en de betrokkene modules automatisch toevoegen. De modules zijn
dankzij hun type en hun serienummer herkenbaar.
1
2
3
4
1)
« Manueel bijvoegen » hier kunt u in een lijst de type module die u wenst toevoegen.
Noodzakelijk voor oudere modules die niet compatibel zijn met het automatisch
adresseren ofwel als u offline programmeert (« niet-verbonden » modus). De
bijtevoegen kaarten moeten dan nog
2)
"Half-automatische toevoeging" maakt het mogelijk de modules met de adres-toets
direct in de gewenste volgorde toe te voegen. In deze modus wacht Home Manager
fysisch
geadresseerd worden
6
5
14