Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Programmering Van De Drukknoppen (Identificatiemodules); Configuratie Van Het Lang Drukken (Tweede Functie) - Domestia DMC-012-003 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor DMC-012-003:
Inhoudsopgave

Advertenties

Vanaf menu 3.1.1 druk op de toetsen LINKS OF RECHTS voor de toegang tot het menu voor de
Timer-instelling.
3.3.3
Configuratie van de inhoud van het groeptype « Scenario »
Druk na het instellen van het groepstype «Scenario» op ENTER om naar submenu 3.1.1
«Inhoud van de groep» te gaan.
Via de toetsen OMHOOG en OMLAAG kunt u de beschikbare uitgangen weergeven.
Met de toetsen LINKS en RECHTS kunt u de staat van uitgang definiëren in het scenario.
ON
De uitgang wordt ingeschakeld bij activering van de groep.
OFF
De uitgang wordt uitgeschakeld bij activering van de groep.
XX/64
De uitgang wordt gedimd (alleen voor uitgangen van het type
«Dimmer»).
...
De uitgang maakt geen deel uit van de groep.
Bevestig de selectie met een druk op de knop ENTER.
Druk op de knop BACK om de groepsconfiguratie te verlaten.
3.3.4
De functie « Aanwezigheidssimulatie »
Voor de functie «aanwezigheidssimulatie» moet u een groep maken en er een drukknop aan
koppelen.
Met een druk op de knop wordt alles uitgeschakeld, en worden vervolgens de verschillende
uitgangen van de groep in willekeurige volgorde ingeschakeld voor een willekeurige duur.
De « Aanwezigheidssimulatie » kan ook vanaf de applicatie « Home Connect » geactiveerd
worden.

Programmering van de drukknoppen (identificatiemodules)

3.4
Ga naar menu menu 4.1 om de drukknoppen te programmeren.
1. Selecteer met de toetsen OMHOOG en OMLAAG de uitgang/groep die moet
worden geprogrammeerd.
2. Druk op de knop ENTER om de programmeermodus te activeren.
Vanaf nu wordt de knop waarop wordt gedrukt, gekoppeld aan de uitgang/
groep die u aan het programmeren bent. U moet dus de personen in het gebouw
meedelen dat ze niet op drukknoppen mogen drukken om de programmering
ervan niet in de war te sturen.
Bij de programmering van een uitgang/groep worden alle uitgangen
uitgeschakeld en licht ALLEEN de geselecteerde uitgang of groep op. Zo kunt u
zien welke uitgang of groep geprogrammeerd wordt.
3. Vervolgens moet u naar de betreffende ruimte gaan en drukken op de
drukknop(pen) die aan deze uitgang gekoppeld is(zijn).
4. Druk op OMHOOG of OMLAAG om de programmering van de uitgang/groep te
verlaten en over te gaan naar de volgende. Herhaal de bewerking vanaf punt 2
voor de volgende uitgangen/groepen.
5. Druk op BACK om de programmeermodus voor drukknoppen te verlaten.

Configuratie van het lang drukken (tweede functie)

3.5
U kunt een tweede functie definiëren bij het aansturen van een uitgang of groep.
Bijvoorbeeld: lang drukken op uitgang 1 (inganghal) => activatie van «groep 3» (« alles-uit).
Ga naar menu 6.1 en selecteer de uitgang/groep waarvoor u een tweede functie wilt
configureren met de toetsen OMHOOG en OMLAAG, en druk vervolgens op ENTER. Selecteer
daarna met de toetsen OMHOOG en OMLAAG de uitgang/groep voor de tweede functie.
Selecteer met de toetsen LINKS en RECHTS de werking van de tweede 12 functie (ON/OFF,
ON, OFF, Relay). Bevestig met ENTER.
Een tweede functie is alleen beschikbaar voor de uitgangen en groepen die
geconfigureerd zijn in de modus « Schakelaar ».
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave