Download Print deze pagina

Advertenties

Uitgebreide gebruikershandleiding
Deze handleiding is bedoeld voor de PowerShot V10 met
firmwareversie 1.1.0 of hoger.
NL
CEL-SZ2LA281
© CANON INC. 2023

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon PowerShot V10

  • Pagina 1 Uitgebreide gebruikershandleiding Deze handleiding is bedoeld voor de PowerShot V10 met firmwareversie 1.1.0 of hoger. CEL-SZ2LA281 © CANON INC. 2023...
  • Pagina 2 Inhoudsopgave Inleiding..........6 Inhoud van de verpakking.
  • Pagina 3 ND-filter............75 Witbalans.
  • Pagina 4 Verbinding maken met een draadloze afstandsbediening....158 Beelden uploaden naar image.canon......
  • Pagina 5 Energiebesparing..........267 Schermhelderheid.
  • Pagina 6 Bekijk de beelden nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en beelden niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden overgedragen, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak.
  • Pagina 7 Inhoud van de verpakking Controleer voor gebruik of de volgende items in de verpakking zijn inbegrepen. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. Camera Polsriem Interfacekabel Bij de camera wordt geen geheugenkaart ( ) geleverd. De accu is in de camera ingebouwd. Bewaar bovengenoemde items zorgvuldig.
  • Pagina 8 Aanvullende informatie Ga naar de volgende website voor aanvullende informatie over de camera. https://cam.start.canon/H001/...
  • Pagina 9 Compatibele accessoires Controleer de volgende website voor details over compatibele accessoires. https://cam.start.canon/H002/...
  • Pagina 10 Instructiehandleidingen Instructiehandleiding (meegeleverd met de camera) Biedt basisinstructies voor de camera. Uitgebreide gebruikershandleiding Volledige instructies vindt u in deze Uitgebreide gebruikershandleiding. Raadpleeg voor de nieuwste Uitgebreide gebruikershandleiding de volgende website. https://cam.start.canon/C014/...
  • Pagina 11 Verkorte handleiding Laad de camera op ( Laad de camera eerst op voor gebruik ( Plaats de kaart ( Zet de camera aan ( Druk op de knop < >. Als het taalselectiescherm verschijnt, gebruikt u < > om de taal te selecteren en drukt u op <...
  • Pagina 12 Klap het scherm en de standaard uit en stel de camera naar beneden in ( U kunt de camera ook gebruiken voor fotograferen en opnemen vanuit de hand. Neem een video op ( Tik op [ ] of druk op de knop Starten/stoppen om de opname te starten.
  • Pagina 13 Waarschuwing Zorg dat uw vingers niet bekneld raken bij het openen of sluiten van de standaard. Opmerking Livestreamen om video's te streamen.
  • Pagina 14 Over deze handleiding Pictogrammen in deze handleiding Uitgangspunten voor bedieningsinstructies en voorbeeldfoto's Pictogrammen in deze handleiding < > < > Geeft aan in welke richting u op de toetsen < > moet drukken. < > < > Geeft de Snel instellen-/instelknop aan. <...
  • Pagina 15 Uitgangspunten voor bedieningsinstructies en voorbeeldfoto's Instructies gelden voor de camera wanneer de voeding aan is ( Er wordt aangenomen dat alle menuopties op de standaardinstellingen staan. Voorbeeldfoto's in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie.
  • Pagina 16 Compatibele geheugenkaarten In deze handleiding worden alle ondersteunde geheugenkaarten eenvoudig “de kaart” genoemd. De volgende kaarten kunnen met de camera worden gebruikt, ongeacht de capaciteit. Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd (geïnitialiseerd) met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren ( microSD-/microSDHC-/microSDXC-geheugenkaarten * Compatibel met SD Speed Class * Compatibel met UHS Speed Class...
  • Pagina 17 Veiligheidsmaatregelen Zorg dat u deze veiligheidsmaatregelen leest om het product veilig te kunnen gebruiken. Houd u aan deze veiligheidsmaatregelen om te voorkomen dat de gebruiker van het product of anderen verwondingen of letsel oplopen. WAARSCHUWING: Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
  • Pagina 18 Laat het product tijdens gebruik niet langdurig in contact komen met hetzelfde gedeelte van de huid. Zelfs als het product niet warm aanvoelt, kan dit leiden tot eerstegraads verbrandingen, zoals een rode huid of blaren. Het gebruik van een statief of vergelijkbare apparatuur wordt aanbevolen wanneer het product wordt gebruikt op warme locaties of door mensen met een slechte bloedsomloop of een minder gevoelige huid.
  • Pagina 19 VOORZICHTIG: Volg onderstaande aanwijzingen op die aanzetten tot voorzichtigheid. Als u dat niet doet, kan dit resulteren in letsel of beschadiging van eigendommen. Kijk niet langdurig naar het scherm of door de zoeker. Dit kan symptomen veroorzaken die vergelijkbaar zijn met wagenziekte. Stop in dat geval onmiddellijk met het gebruik van het product en rust enige tijd voordat u het gebruik hervat.
  • Pagina 20 De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem onmiddellijk contact op met een Canon Service Center als de camera nat wordt. Veeg eventuele waterdruppels af met een schone, droge doek, en als de camera is blootgesteld aan zoute lucht, veeg deze dan af met een schone, goed uitgewrongen, natte doek.
  • Pagina 21 Indien u met achtergrondbelichting opneemt, houd de zon dan voldoende weg van de beeldhoek. Houd intense lichtbronnen zoals de zon, lasers en andere intense kunstmatige lichtbronnen buiten het beeldgebied en niet in de buurt ervan. Geconcentreerd intens licht kan rook of schade veroorzaken aan de beeldsensor of aan andere interne onderdelen.
  • Pagina 22 Scherm Het volgende heeft geen invloed op de beelden die door de camera worden opgenomen. Bij de productie van het scherm is met extreme precisie gewerkt en meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de ontwerpspecificaties. Desondanks kan soms 0,01% of minder van de pixels defect zijn of verschijnen als rode of zwarte stippen.
  • Pagina 23 Namen van onderdelen De draagriem bevestigen ( 1 ) ( 7 ) ( 9 ) ( 11 ) ( 2 ) ( 8 ) ( 10 ) ( 12 )( 13 ) ( 3 ) ( 4 ) ( 14 )( 15 ) ( 16 ) ( 17 ) ( 6 ) ( 5 ) ( 20 ) ( 21 ) ( 22 )
  • Pagina 24 Scherm HDMI-aansluiting IN-aansluiting externe microfoon Standaard Bevestigingspunt draagriem Kaartsleufklepje Serienummer < > Aan/uit-knop Indicator (10) < > Knop Links (11) < > Knop Omhoog/zelfontspanner/wissen (12) < > Knop Rechts (13) < > Knop Communicatie/multitoegang (14) < > Afspeelknop (15) < >...
  • Pagina 25 De draagriem bevestigen Bevestig de meegeleverde polsriem aan het camerabevestigingspunt voor de draagriem.
  • Pagina 26 Voorbereiding en basisbediening In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen voor het maken van opnamen en de basiscamerahandelingen beschreven. • Camera opladen • Kaarten plaatsen/verwijderen • Scherm en standaard gebruiken • De camera inschakelen • Basisbediening • Menubewerkingen en -instellingen •...
  • Pagina 27 PD-E1 aanbevolen. Sommige commercieel verkrijgbare voedingsadapters (USB Type-C) zijn eveneens geschikt bevonden om met de camera te gebruiken. Raadpleeg de website van Canon voor meer informatie ( Bij aankoop is de ingebouwde accu niet volledig opgeladen. Laad de accu vóór gebruik op.
  • Pagina 28 Kaarten plaatsen/verwijderen Plaatsen Verwijderen Waarschuwing Gebruik van andere geheugenkaarten dan microSD/microSDHC/microSDXC wordt niet ondersteund. Plaatsen Open het klepje. Zet de camera uit ( Als u hebt gecontroleerd of de indicator uit is, opent u de klep en draait u deze opzij. Plaats de kaart.
  • Pagina 29 Sluit het klepje.
  • Pagina 30 Verwijderen Open het klepje. Zet de camera uit ( Verwijder de kaart. Druk op de kaart om deze uit te werpen. Trek de kaart recht uit de camera en sluit het klepje. Waarschuwing Een brandende indicator geeft aan dat de camera bezig is met schrijven naar, lezen van, wissen van of overbrengen van gegevens naar de kaart.
  • Pagina 31 Scherm en standaard gebruiken U kunt de richting en hoek van het scherm wijzigen. Klap het scherm en de standaard uit. Het scherm gaat omhoog en wordt ongeveer 180° geopend. Met de standaard kunt u de camera instellen met een kanteling omlaag van –30°...
  • Pagina 32 De camera inschakelen Indicator accuniveau Zet de camera aan door op de knop < > te drukken. Druk opnieuw om de camera uit te zetten. De interfacetaal wijzigen Bij de eerste keer opstarten wordt een taalkeuzescherm weergegeven. Taal voor het wijzigen van de interfacetaal. De datum, tijd en tijdzone instellen Als het instelscherm voor datum/tijd/zone verschijnt wanneer u de camera aanzet, raadpleegt u Datum/tijd/zone.
  • Pagina 33 Indicator accuniveau De indicator voor accuniveau verschijnt wanneer de camera wordt aangezet. De accu is vol. Het accuniveau is laag, maar de camera kan nog worden gebruikt. De accu is bijna leeg (knippert). Laad de accu op. Opmerking De accu raakt sneller leeg wanneer u een van de volgende handelingen verricht: •...
  • Pagina 34 Basisbediening Knop Starten/stoppen < > Knop Omlaag/info < > Knop Communicatie/multitoegang Indicatorweergave Knop Starten/stoppen Druk in de videomodus op de knop Starten/stoppen om de opname te starten. Druk opnieuw op de knop om de opname te hervatten. Druk in de modus Foto op de knop Starten/stoppen om één foto te maken.
  • Pagina 35 < > Knop Omlaag/info Met elke druk op de knop Omlaag/info < > verandert de weergegeven informatie. De volgende voorbeeldschermen zijn voor video-opname.
  • Pagina 36 < > Knop Communicatie/multitoegang Toont functies voor draadloze communicatie. De knop < > kan eveneens worden toegewezen aan veelgebruikte functies in videomodus. Als u het scherm voor deze knop wilt weergeven, houdt u de knop ingedrukt op het scherm voor video-opnames. Druk op de knop <...
  • Pagina 37 Indicatorweergave De indicatorweergave varieert afhankelijk van de status van de camera. Kleur Indicatorstatus Camerastatus Ingeschakeld Foto's op de geheugenkaart opslaan of van de kaart lezen Traag knipperen Display uit Groen Video's op de geheugenkaart opslaan of van de kaart lezen Knipperend Verzenden via Wi-Fi Ingeschakeld...
  • Pagina 38 Menubewerkingen en -instellingen Menuscherm Procedure voor het instellen van het menu Gedimde menu-items...
  • Pagina 39 Menuscherm Hoofdtabbladen Secundaire tabbladen Menu-items : Opnamen maken : Afspelen : Draadloze communicatie : Instellen Menu-instellingen * Sommige tabbladen, menuopties en instellingen worden mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de opnamemodus.
  • Pagina 40 Procedure voor het instellen van het menu Geef het menuscherm weer. Druk op de knop < > om het menuscherm weer te geven. Selecteer een item. Druk op < > om een optie te selecteren en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 41 Selecteer een optie. Druk op < > om een optie te selecteren. De huidige instelling wordt blauw weergegeven. Bij sommige menuopties wordt een stand-byscherm weergegeven. Selecteer een optie om de instelling te configureren. Stel de optie in. Druk op de knop < >...
  • Pagina 42 Gedimde menu-items Voorbeeld: Met de instelling voor digitale beeldstabilisator op [Vergroot] Gedimde menu-items kunnen niet worden ingesteld. Menu-items worden gedimd weergegeven als een andere functie-instelling voorrang heeft. U kunt de overschrijffunctie weergeven door het gedimde menu-item te selecteren en op de knop <...
  • Pagina 43 Snel instellen U kunt de weergegeven instellingen direct en intuïtief selecteren en instellen. De beschikbare opties zijn afhankelijk van de gekozen opnamemodus. Druk op de knop < >. Selecteer een instelitem en stel uw voorkeursoptie in. Video-opnamemodus Modus Foto-opname Druk op de toetsen < >...
  • Pagina 44 Digitale zoom U kunt opnamen maken tot ongeveer 3× digitale zoom. Waarschuwing :  Digitale IS] is vastgezet op [Uit] en [ : Autofocusmethode] op [Gespecificeerd beeld AF]. Beelden zien er korreliger uit bij sterkere vergrotingen omdat video digitale zoom digitale beeldverwerking wordt toegepast. Ruis, stippen of licht kunnen ook zichtbaar worden.
  • Pagina 45 Waarschuwing Door kleurfilters worden beelden mogelijk niet weergegeven met soepele gradatie, wat kan leiden tot beeldruis. Bij sommige camera-instellingen of onderwerpen kunt u mogelijk niet de verwachte kleuren bereiken. Kleurtoon Druk hierop om kleurtonen te verschuiven naar Blauw or Amber, en druk op de knop <...
  • Pagina 46 Bediening via het touchscreen Tikken Slepen Tikken Voorbeeldscherm (Snel instellen) Tik met uw vinger op het scherm (kort aanraken en dan weer loslaten). Als u bijvoorbeeld op [ ] tikt, verschijnt het scherm Snel instellen. Door op [ ] te tikken keert u terug naar het vorige scherm.
  • Pagina 47 Slepen Voorbeeldscherm (Menuscherm) Sleep uw vinger over het scherm. Sleep bijvoorbeeld de hoofdtabbladen om ze naar een ander tabblad te verplaatsen.
  • Pagina 48 Fotograferen en opnemen In dit hoofdstuk worden het fotograferen en opnemen en de menu-instellingen op het tabblad Opname [ ] beschreven. • Video-opname • Foto-opname • Tab menu's: Video-opname • Tab-menu's: Foto-opname • Opnamemodus • Video-opnameformaat • Geluidsopname • ISO-snelheidsinstellingen voor video's •...
  • Pagina 49 Video-opname Stel scherp op het onderwerp. Een onderwerp volgen om erop scherp te stellen Stel [ : Autofocusmethode] in op [Gezicht volgen AF]. Een AF-punt wordt weergegeven over het gezicht van een persoon of een ander onderwerp waarop de camera scherpstelt. Als u op een ander onderwerp wilt scherpstellen, tikt u erop.
  • Pagina 50 Opmerking U kunt tikken op [ ] om automatisch scherpstellen tijdens stand-by te activeren, waarna het scherpstellen wordt vergrendeld. Het pictogram verandert in [ ]. Tik opnieuw op scherpstellen om het te ontgrendelen. Als [ ] niet wordt weergegeven, drukt u op de toets < >.
  • Pagina 51 Neem de video op. Tik op [ ] of druk op de knop Starten/stoppen om de video-opname te starten. Tijdens de video-opname wordt [ REC] weergegeven in de rechterbovenhoek en verschijnt een knipperend rood kader rondom het scherm. Geluid wordt opgenomen door de microfoon (1). Tik op [ ] of druk op de knop Starten/stoppen om de video-opname te stoppen.
  • Pagina 52 Foto-opname Stel scherp door op een onderwerp te tikken dat u wilt vastleggen. Druk op de knop Starten/stoppen om op te nemen. Als de camera niet op onderwerpen kan scherpstellen, wordt een geel kader weergegeven. Opmerking Ste voor een volledig automatische bediening van scherpstellen tot opnemen de optie [ : Touch Shutter] in op [Inschak.] (...
  • Pagina 53 Tab menu's: Video-opname Opmerking *1 Niet weergegeven in de modus [Egale-huidfilm] of [IS-modus voor movie]. *2 Alleen beschikbaar in de modus [Automatische video] of [Handmatige belichting film]. *3 Niet weergegeven in de modus [Egale-huidfilm]. Opnamen maken 1 Opnamemodus Movie-opn.form. Geluidsopname ISO-snelheidsinst.* Opnamen maken 2 Auto.
  • Pagina 54 Opnamen maken 3 Autofocusmethode Zelfontsp. movie Digitale IS Auto. corrig. Opnamen maken 4 Rasterweergave Opnameaanduiding Beeldverhouding Omg. weergave Standby: lage res* (6) HDMI-weergave*...
  • Pagina 55 Tab-menu's: Foto-opname Stel voor foto-opnamen de opnamemodus in op [Automatische foto]. Opnamen maken 1 Opnamemodus Beeldkwalit. Hoogte/breedte foto Zelfontspanner Opnamen maken 2 Touch Shutter Rasterweergave Duur terugkijken Omg. weergave...
  • Pagina 56 Opnamemodus Automatische video Video met egale huid Video-IS-modus Video met handmatige belichting Automatische foto U kunt de opnamemodus wijzigen zodat deze bij de scène past. Selecteer [ : Opnamemodus].
  • Pagina 57 Selecteer een opnamemodus. Druk op de toetsen < > < > om de opnamemodus te selecteren en druk vervolgens op de knop < >. Als u naar de modus Foto wilt gaan, drukt u op de knop < >. Automatische video Selecteer [ Belichting wordt automatisch aangepast aan de helderheid.
  • Pagina 58 Video met egale huid Selecteer [ Door beeldverwerking ziet de huid er gladder uit. Het niveau van dit effect kan worden ingesteld in [Egale-huideffect] op het scherm Snel instellen. Schermhelderheid kan worden aangepast door [ ] te selecteren. Opnametips Stel de camera in om gezichten te detecteren. Er wordt een kader weergegeven rondom alle gedetecteerde hoofdonderwerpen waarop Egale huid kan worden toegepast.
  • Pagina 59 Opmerking De instelling [Egale-huideffect] blijft ook behouden als u de opnamemodi wijzigt of de camera uitzet.
  • Pagina 60 Video-IS-modus Selecteer [ Hiermee kunt u video's opnemen met minder cameratrilling. U kunt [ Digitale IS] of [ Auto. corrig.] selecteren op het scherm Snel instellen Schermhelderheid kan worden aangepast door [ ] te selecteren. Waarschuwing :  Digitale IS] is ingesteld op [Uit] wanneer u digitaal zoomen hebt opgegeven.
  • Pagina 61 Video met handmatige belichting Selecteer [ Hiermee kunt u de sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-snelheid instellen. Met ISO-snelheid ingesteld op [ ] kunt u belichtingscompensatie instellen. Selecteer [ Selecteer een item. Stel in door te drukken op de toetsen < > < >.
  • Pagina 62 Automatische foto Selecteer [ De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Schermhelderheid kan worden aangepast door [ ] te selecteren. Tijdens de opnamen verschijnt een pictogram met het gedetecteerde type scène rechtsboven in het scherm. Personen Andere onderwerpen dan mensen Onderwerp...
  • Pagina 63 Video-opnameformaat 4K-video-opname Kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen Limiet voor video-opnametijd U kunt het opnameformaat, de framerate en de compressiemethode instellen in : Movie-opn.form.]. Merk op dat de framerate automatisch wordt bijgewerkt zodat deze overeenkomt met de instelling voor [ : Videosysteem] ( Beeldformaat Aspect ratio 3840×2160...
  • Pagina 64 Framerate (fps: frames per seconde) ] 59,94 fps/[ ] 29,97 fps Voor regio's waar gebruik wordt gemaakt van het NTSC-tv-systeem, zoals Noord- Amerika, Japan, Zuid-Korea en Mexico. ] 50,00 fps/[ ] 25,00 fps Voor regio's waar gebruik wordt gemaakt van het PAL-tv-systeem, zoals Europa, Rusland, China en Australië.
  • Pagina 65 Opmerking Aanbevolen wordt om de kaart te formatteren met de camera voordat u video- opnamen gaat maken om betere prestaties met de kaart te krijgen ( Video's kunnen niet worden opgenomen in HD of met VGA-kwaliteit.
  • Pagina 66 4K-video-opname Voor het opnemen van 4K-video's is een stabiele kaart met een snelle schrijfsnelheid nodig. Zie Kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen voor meer informatie. Video-opname in 4K zorgt voor een aanzienlijke verhoging van de belasting van de verwerking, waardoor de interne temperatuur van de camera sneller of hoger kan stijgen dan bij gewone video's.
  • Pagina 67 Kaarten waarop video's kunnen worden opgeslagen Minimumvereisten voor de kaart voor informatie over kaarten die alle video- opnameformaten ondersteunen. Test kaarten door een paar video's op te nemen om ervoor te zorgen dat u correct kunt opnemen met het door u opgegeven formaat ( Waarschuwing Als u voor video-opnamen een kaart met een lage schrijfsnelheid gebruikt, kan het zijn dat de video niet goed wordt opgeslagen.
  • Pagina 68 Limiet voor video-opnametijd De maximale opnametijd per video is 1 uur. Zodra 1 uur is bereikt, stopt de opname automatisch. U kunt weer beginnen met de video-opname door op de knop Starten/stoppen te drukken (daardoor wordt de opname als een nieuw bestand opgeslagen). Waarschuwing De interne temperatuur van de camera kan oplopen en de beschikbare opnametijd kan lager zijn na het langdurig afspelen van video's of beelden/videoweergave of...
  • Pagina 69 Geluidsopname Geluidsopname/Geluidsopnameniveau Windfilter U kunt video's opnemen terwijl u geluid opneemt met de ingebouwde stereomicrofoons of een externe stereomicrofoon. U kunt het geluidsopnameniveau naar wens instellen. Gebruik [ : Geluidsopname] om geluidsopnamefuncties in te stellen. Waarschuwing Geluiden van Wi-Fi-handelingen kunnen worden opgenomen met de ingebouwde of externe microfoon.
  • Pagina 70 Opmerking Audio wordt tevens uitgevoerd wanneer de camera is aangesloten op een televisie via HDMI, behalve wanneer [Geluidsopname] is ingesteld op [Uitschak.]. In geval van feedback van audio-uitvoer van de televisie, verplaatst u de camera verder van de televisie of vermindert u het volume. De volumebalans tussen L/R (links/rechts) kan niet worden aangepast.
  • Pagina 71 Windfilter Ingesteld op [Automatisch] om geluidsstoring te verminderen bij winderige buitenopnamen. Uitgeschakeld wanneer een externe microfoons is aangesloten op de IN-aansluiting voor externe microfoon. Wanneer de windfilterfunctie is geactiveerd, worden ook lage bastonen verminderd.
  • Pagina 72 ISO-snelheidsinstellingen voor video's ISO-snelheid U kunt de gewenste ISO-snelheid instellen. Selecteer [ISO-snelheid] om naar het instelscherm voor ISO-snelheid te gaan. Stel in door te drukken op de toetsen < > < >. U kunt ook ISO auto selecteren door op de knop < >...
  • Pagina 73 Automatisch langzame sluiter voor video's U kunt kiezen of u video's wilt opnemen die helderder zijn en minder last hebben van beeldruis dan wanneer ze zijn ingesteld op [Uitschak.] door de sluitertijd automatisch te vergroten bij weinig licht. Beschikbaar in de opnamemodus [ ].
  • Pagina 74 Opmerking Aanbevolen wordt om dit in te stellen op [Uitschak.] bij het opnemen van bewegende onderwerpen bij zwak licht of als nabeelden zoals sporen optreden.
  • Pagina 75 ND-filter Voor optimale helderheid in de scène die u opneemt, vermindert het Auto ND-filter de lichtintensiteit tot 1/8 van het daadwerkelijke niveau met een hoeveelheid die gelijk is aan drie stops. Naast [Automatisch] kunt u ook [Uit] of [Aan] selecteren. Selecteer [ : ND filter].
  • Pagina 76 Witbalans ] Automatische witbalans ] Kleurtemperatuur Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling Auto [ (Sfeerprioriteit) of [ ] (Witprioriteit) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling Auto geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u een witbalans selecteren die bij de lichtbron past.
  • Pagina 77 ] Automatische witbalans Met [ ] (Sfeerprioriteit) kunt u de intensiteit van de warme kleurzweem van het beeld vergroten wanneer u scènes in kunstlicht opneemt. Als u [ ] (Witprioriteit) selecteert, kunt u de intensiteit van de warme kleurzweem van het beeld verkleinen.
  • Pagina 78 Waarschuwing Aandachtspunten bij instelling op [ ] (witprioriteit) De warme kleurzweem van onderwerpen kan vervagen. Als meerdere lichtbronnen in de scène zijn opgenomen, wordt de warme kleurzweem van het beeld mogelijk niet verminderd.
  • Pagina 79 ] Kleurtemperatuur U kunt een waarde instellen die de kleurtemperatuur voor de witbalans voorstelt. Selecteer [ : Witbalans]. Stel de kleurtemperatuur in. Selecteer [ ] en druk vervolgens op < >. Druk op de toetsen < > < > om de kleurtemperatuur te selecteren en druk vervolgens op de knop <...
  • Pagina 80 Methode voor automatische scherpstelling Gezicht volgen AF Opgegeven frame AF Tips voor AF-opname Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld U kunt de methode voor automatische scherpstelling wijzigen zodat deze past bij het onderwerp en de scène die u opneemt. Selecteer [ : Autofocusmethode].
  • Pagina 81 Gezicht volgen AF De camera detecteert en stelt scherp op gezichten van mensen. Als er geen gezicht wordt gedetecteerd, worden de scherpstelgebieden automatisch bepaald. Waarschuwing Het is mogelijk dat een ander onderwerp dan een menselijk gezicht als gezicht wordt herkend. De camera detecteert mogelijk geen gezichten die heel klein of heel groot in het beeld zijn, te licht of te donker zijn, of deels verborgen zijn.
  • Pagina 82 Opgegeven frame AF De camera stelt scherp op één AF-punt dat u opgeeft. U kunt het AF-point verplaatsen naar uw voorkeurspositie door tikken, slepen of door de toetsen < > < > < > < > te gebruiken nadat u op het scherm hebt getikt om het selectiescherm voor AF-punt weer te geven.
  • Pagina 83 Tips voor AF-opname Afhankelijk van het onderwerp en de opnameomstandigheden kan het even duren voordat er is scherpgesteld. Het beschikbare bereik voor automatische scherpstelling varieert met aspect ratio, beeldstabilisatie en andere instellingen.
  • Pagina 84 Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld Onderwerpen met weinig contrast, zoals een blauwe lucht en effen, platte oppervlakken of wanneer hooglichten of schaduwpartijen geen detail meer hebben. Onderwerpen bij weinig licht. Strepen en andere patronen met alleen een horizontaal contrast. Dunne lijnen en onderwerpcontouren.
  • Pagina 85 Zelfontspanner video Opnamen kunnen worden gestart door de zelfontspanner. Selecteer [ : Zelfontsp. movie]. Selecteer een optie. Neem de video op. Nadat u op de knop Starten/stoppen hebt gedrukt, produceert de camera een pieptoon en wordt het aantal resterende seconden tot opname weergegeven.
  • Pagina 86 IS-instellingen U kunt cameratrilling tijdens video-opname verminderen. Waarschuwing Stel [ :  Auto. corrig.] in op [Uitschak.]. Selecteer [ :  Digitale IS]. Selecteer een optie. Uit ( Schakelt beeldstabilisatie uit. Aan ( Cameratrillingen worden gecorrigeerd. Het beeld wordt iets vergroot. Vergroot ( In vergelijking met wanneer [Aan] is ingesteld, worden krachtigere cameratrillingen gecorrigeerd.
  • Pagina 87 Waarschuwing Stabilisatie door de instelling voor digitale beeldstabilisator is mogelijk minder effectief bij bepaalde video-opnameformaten. Overweeg dit in te stellen op [Uit] als u een statief gebruikt. Afhankelijk van het onderwerp en de opnameomstandigheden kan het onderwerp duidelijk vaag worden (onderwerpen kunnen tijdelijk onscherp lijken) vanwege het effect van de instelling voor digitale beeldstabilisator.
  • Pagina 88 Automatisch waterpas voor video's Automatisch waterpas helpt video's recht te houden tijdens de opname. Als deze functie is ingesteld, kan het weergavegebied smaller worden en worden onderwerpen mogelijk groter. Waarschuwing Stel [ :  Digitale IS] in op [Uit]. Selecteer [ : ...
  • Pagina 89 Raster Er kan een raster op het scherm worden weergegeven. Selecteer [ : Rasterweergave]. Selecteer een optie.
  • Pagina 90 Nadruk van de opname Geeft een knipperend rood kader rondom het scherm weer tijdens de video-opname. Hierdoor kunt u gemakkelijk in één oogopslag zien dat er een opname wordt gemaakt. Selecteer [ : Opnameaanduiding]. Selecteer [Aan].
  • Pagina 91 Aspectmarkering Als u de aspect ratio van het beeld gaat wijzigen bij het bewerken van de opgenomen video, kunt u aspectmarkeringen weergeven op het video-opnamescherm (tijdens stand-by en opname) om de uiteindelijke beeldhoek na bewerking te kunnen zien. Selecteer [ : Beeldverhouding].
  • Pagina 92 Omgekeerde weergave Er kan een spiegelbeeld worden weergegeven als u opnamen maakt met het scherm naar het onderwerp gedraaid (richting de voorkant van de camera). Selecteer [ : Omg. weergave]. Selecteer [Aan]. Selecteer [Uit] als u de weergave niet wilt omkeren terwijl het scherm naar het onderwerp is gericht.
  • Pagina 93 Stand-by: Lage resolutie Stel in op [Aan] om accustroom te besparen en een stijgende cameratemperatuur tijdens stand-by te reguleren. Op die manier kunt u gedurende een langere periode video-opnamen maken. Selecteer [ : Standby: lage res]. Selecteer [Aan]. Waarschuwing De beeldkwaliteit op het stand-byscherm kan verschillen van de beeldkwaliteit op het scherm tijdens video-opnamen.
  • Pagina 94 Weergave tijdens HDMI-verbinding U kunt opgeven hoe video's worden weergegeven wanneer ze via HDMI op een extern apparaat worden opgenomen. De video-uitvoer zelf komt overeen met de instelling voor : Movie-opn.form.]. De standaardinstelling is [ Selecteer [ : HDMI-weergave]. Selecteer een optie. Maakt videoweergave zowel op het camerascherm als op het andere apparaat mogelijk, via de HDMI-uitgang.
  • Pagina 95 Waarschuwing Opname op kaart kan niet worden uitgevoerd met [HDMI-weergave] ingesteld op ]. Cameramenu's en beelden afspelen worden alleen weergegeven op het scherm dat is aangesloten via HDMI. De resolutie en framerate van HDMI-uitgang worden automatisch aangepast om te passen bij het video-opnameformaat. Voor langere HDMI-uitgang Voor voortzetting van HDMI-uitgang voor langer dan 30 minuten, selecteert u [ ] en...
  • Pagina 96 Beeldkwaliteit U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Selecteer [ : Beeldkwalit.]. Selecteer een optie.
  • Pagina 97 Aspect ratio van foto's U kunt de aspect ratio van de opname wijzigen. Selecteer [ : Hoogte/breedte foto]. Selecteer een optie.
  • Pagina 98 Touch Shutter Door op het scherm te tikken kunt u scherpstellen en automatisch een opname maken. Selecteer [ : Touch Shutter]. Selecteer [Inschak.]. Tik op het scherm om een opname te maken. Tik op het gezicht of het onderwerp op het scherm. Nadat de camera is scherpgesteld, wordt het AF-punt groen en wordt automatisch een foto gemaakt.
  • Pagina 99 Waarschuwing Wanneer u opnamen maakt door te tikken met [ : Duur terugkijken] ingesteld op [Vastzetten], kunt u de volgende opname maken door op [ ] te tikken.
  • Pagina 100 Duur terugkijken Om het beeld onmiddellijk na opname op het scherm te laten blijven stelt u in op [Vastzetten] en als u het beeld niet wilt weergeven, stelt u in op [Uit]. Selecteer [ : Duur terugkijken]. Selecteer een optie. Opmerking Wanneer [Vastzetten] is ingesteld, worden beelden weergegeven gedurende de tijd die is ingesteld in de optie [Scherm uit] van [ : Spaarstand].
  • Pagina 101 Algemene aandachtspunten bij video-opname Hulpweergave vóór video-opname Waarschuwingsindicatorweergeve in video-opname Waarschuwingspictogram voor contactbrandwonden bij lage temperatuur Andere voorzorgsmaatregelen Hulpweergave vóór video-opname Er kan hulp worden weergegeven wanneer u de camera opstart, nadat instellingen zijn aangepast of in andere situaties. De hulp waarschuwt dat de camera intern warm kan worden als video's onder de huidige omstandigheden worden opgenomen en dat als u doorgaat met opnemen, de camera mogelijk automatisch uitschakelt.
  • Pagina 102 Waarschuwingsindicatorweergeve in video-opname Een indicator met 10 niveaus (1) wordt tijdens video-opname weergegeven in geval van excessieve interne cameratemperatuur. Naarmate de interne temperatuur stijgt, breidt het niveau van de indicator uit naar rechts. Hoe snel het niveau toeneemt, hangt af van de opnameomstandigheden. Niveaus 1-7 worden wit weergegeven, maar zodra de temperatuur niveau 8 bereikt, verandert de kleur.
  • Pagina 103 Waarschuwingspictogram voor contactbrandwonden bij lage temperatuur ] wordt weergegeven als de camera warm wordt tijdens het streamen of tijdens beelduitvoer naar externe apparaten. Raak de camera langere tijd niet aan om contactbrandwonden bij lage temperatuur te vermijden. De camera kan automatisch uitgaan als de communicatie of de verbinding met een extern apparaat verloren gaat.
  • Pagina 104 Andere voorzorgsmaatregelen Waarschuwing Aandachtspunten bij video-opname Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera. Als u gedetailleerde opnamen maakt van iets, kunnen moiré en valse kleuren ontstaan.
  • Pagina 105 Opmerking Opmerkingen bij het maken van video-opnamen Telkens wanneer u een video opneemt, wordt een nieuw videobestand gemaakt op de kaart. Bij sommige kaarten wordt een nieuw bestand gemaakt wanneer het bestand groter wordt dan circa 4 GB. Zichthoek (dekking) is ca. 100%. De meeste externe microfoons met een ministekker van 3,5 mm kunnen worden gebruikt.
  • Pagina 106 Algemene aandachtspunten bij foto-opname Waarschuwing Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de interne onderdelen van de camera. Beeldkwaliteit Opnamen bij hoge temperaturen kunnen ruis en afwijkende kleuren in het beeld tot gevolg hebben.
  • Pagina 107 Opmerking Zichthoek (dekking) is ca. 100%. Als de camera gedurende langere perioden niet wordt gebruikt, schakelt het scherm automatisch uit na de tijd die is ingesteld in [Uitschakelen] of [Scherm uit] onder [ : Spaarstand]. Als het scherm automatisch uitgaat na de ingestelde tijd in [Scherm uit], wordt de camera vervolgens automatisch uitgeschakeld na de ingestelde tijd in [Uitschakelen] ( Gebruik een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel om beelden op een televisie...
  • Pagina 108 Afspelen In dit hoofdstuk worden onderwerpen behandeld met betrekking tot weergave (het laten zien van foto's en video's), en worden de menu-instellingen op het tabblad Afspelen [ geïntroduceerd. Waarschuwing Normale weergave of selectie op deze camera is misschien niet mogelijk voor opnamen die op andere camera's zijn vastgelegd, of voor beelden van deze camera die op een computer zijn bewerkt of hernoemd.
  • Pagina 109 Tab-menu's: Afspelen Afspelen 1 Beveilig beelden Wis beelden Foto's roteren Movierotatiegeg. wijzigen Classificatie Afspelen 2 Vanaf laatst gez.
  • Pagina 110 Video afspelen Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >. Selecteer een video. Druk op de toetsen < > < > om een video te selecteren voor afspelen. Bij weergave van één opname geeft een pictogram [ ] in het midden van het scherm aan dat het beeld een video is.
  • Pagina 111 Druk in de weergave van één opname op de knop < >. De video wordt afgespeeld. Geluid wordt afgespeeld via de luidspreker. U kunt het afspelen onderbreken en het videoafspeelvenster openen door op de knop < > te drukken ( ).
  • Pagina 112 Videoafspeelpaneel Optie Afspeelopties Als u op de knop < > drukt, schakelt u tussen video's afspelen en Afspelen afspelen pauzeren. Hiermee springt de video telkens wanneer u op de toets < > drukt, Achteruit springen ca. 1 seconde achteruit. Als u de toets < >...
  • Pagina 113 De eerste en laatste scène van een video bewerken U kunt de eerste en laatste scène van een video verwijderen in stappen van ongeveer 1 sec. Pauzeer het afspelen van de video. Het deelvenster voor video afspelen wordt weergegeven.
  • Pagina 114 Druk op de knop < > en geef vervolgens de delen aan die u wilt verwijderen. Selecteer [ ] (Begin verwijderen) of [ ] (Eind verwijderen). Druk op de toetsen < >< > om een frame naar voren of naar achteren te gaan.
  • Pagina 115 Opslaan. Selecteer [ Het scherm voor opslaan wordt weergegeven. Als u het bestand wilt opslaan als nieuw bestand, selecteert u [Nieuw bestand]. Als u het videobestand wilt opslaan door het oorspronkelijke videobestand te overschrijven, selecteert u [Overschrijven] en selecteert u op het bevestigingsscherm [OK]. De bewerkte video wordt opgeslagen en u gaat terug naar het videoafspeelscherm.
  • Pagina 116 Beelden afspelen Weergave van één opname Afspelen via touchscreen Weergave van één opname Schakel over naar afspelen. Druk op de knop < >. Het laatst vastgelegde of weergegeven beeld wordt getoond. Door beelden bladeren. Als u beelden wilt afspelen vanaf de meest recente opname, drukt u op de toets <...
  • Pagina 117 Geen informatie Weergave met basisinformatie Weergave met opname-informatie Wanneer het opname-informatiescherm wordt weerggeven, kunt u omlaag of omhoog vegen om andere informatie te bekijken. Sluit het afspelen van beelden af. Druk op de knop < > om het afspelen van beelden af te sluiten en terug te keren naar de stand-bymodus voor opnamen.
  • Pagina 118 Afspelen via touchscreen De camera beschikt over een touchscreen dat u kunt aanraken om het afspelen te bedienen. Ondersteunde aanraakhandelingen zijn overeenkomstig degene die gebruikt worden met smartphones en gelijksoortige apparaten. Druk eerst op de knop < > om afspelen via touchscreen voor te bereiden. Door beelden bladeren Indexweergave Vergrote weergave...
  • Pagina 119 Opmerking U kunt de weergave ook vergroten door met een vinger te dubbeltikken.
  • Pagina 120 Afspelen op een tv-toestel Door de camera met een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel op een televisie aan te sluiten, kunt u de vastgelegde foto's en video's op de televisie weergeven. Als het beeld niet op het tv-scherm wordt weergegeven, controleert u of [ : Videosysteem] correct is ingesteld op [Voor NTSC] of [Voor PAL] (afhankelijk van het videosysteem van uw televisie).
  • Pagina 121 Druk op de knop < >. De beelden worden nu weergegeven op de televisie, zonder dat er iets op het camerascherm wordt weergegeven. De beelden worden automatisch weergegeven met de optimale resolutie passend bij de aangesloten televisie. Waarschuwing Pas het videogeluidsvolume van de televisie aan. Het geluidsvolume kan niet met de camera worden aangepast.
  • Pagina 122 Beelden beveiligen Afzonderlijke beelden beveiligen Het bereik van te beveiligen beelden opgeven Alle beelden in een map of op een kaart beveiligen U kunt belangrijke beelden beveiligen om te voorkomen dat ze gewist worden. Waarschuwing Als u de kaart formatteert ( ), worden beveiligde opnamen ook gewist.
  • Pagina 123 Selecteer [Selecteer beelden]. Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen. Druk op de toetsen < > < > om het beeld te selecteren dat u wilt beveiligen. Beveilig het beeld. Druk op de knop < > om het geselecteerde beeld te beveiligen, waarna het wordt gelabeld met een [ ]-pictogram (1) boven in het scherm.
  • Pagina 124 Het bereik van te beveiligen beelden opgeven Terwijl u de beelden in de indexweergave bekijkt, kunt u het eerste en het laatste beeld voor een bereik opgeven om alle opgegeven beelden tegelijk te beveiligen. Selecteer [Selecteer reeks]. Selecteer [Selecteer reeks] in [ : Beveilig beelden].
  • Pagina 125 Alle beelden in een map of op een kaart beveiligen U kunt alle beelden in een map of op een geheugenkaart tegelijk beveiligen. Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in : Beveilig beelden], worden alle beelden in de map of op de kaart beveiligd. Als u de beveiliging wilt annuleren, selecteert u [Wis bev.
  • Pagina 126 Beelden wissen Beelden een voor een wissen Selectie ([ ]) van Meerdere beelden tegelijk wissen Het bereik opgeven van de te wissen beelden Alle beelden in een map of op een kaart wissen U kunt overbodige beelden één voor één of in een batch selecteren en wissen. Beveiligde opnamen ( ) worden niet gewist.
  • Pagina 127 Wis de opname. Selecteer [Wissen].
  • Pagina 128 Selectie ([ ]) van Meerdere beelden tegelijk wissen Door vinkjes toe te voegen aan de te wissen beelden kunt u al die beelden in één keer wissen. Selecteer [ : Wis beelden]. Selecteer [Selecteer en wis beelden]. Door beelden bladeren. Druk op de toetsen < >...
  • Pagina 129 Wis de beelden. Selecteer [OK].
  • Pagina 130 Het bereik opgeven van de te wissen beelden Terwijl u de beelden in de indexweergave bekijkt, kunt u het eerste en het laatste beeld voor een bereik opgeven om alle opgegeven beelden tegelijk te wissen. Selecteer [Selecteer reeks]. Selecteer [Selecteer reeks] in [ : Wis beelden].
  • Pagina 131 Wis de beelden. Selecteer [OK].
  • Pagina 132 Alle beelden in een map of op een kaart wissen U kunt alle beelden in een map of op een geheugenkaart tegelijk wissen. Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in [ : Wis beelden], worden alle beelden in de map of op de kaart gewist. Opmerking Als u alle beelden, met inbegrip van beveiligde opnamen, wilt wissen, dient u de kaart te formatteren (...
  • Pagina 133 Foto's draaien U kunt deze functie gebruiken om het getoonde beeld in de gewenste positie te draaien. Selecteer [ : Foto's roteren]. Selecteer een beeld dat u wilt roteren. Gebruik de toetsen < > < > om een beeld te selecteren.
  • Pagina 134 Draai het beeld. Elke keer dat u op de knop < >, wordt het beeld als volgt rechtsom gedraaid: 90° → 270° → 0°. Als u nog een beeld wilt draaien, herhaalt u stap 2 en 3. Opmerking Als u voorafgaand aan het maken van foto's de optie [ : Auto. roteren] hebt ingesteld op [Aan ), hoeft u het beeld niet meer met deze functie te roteren.
  • Pagina 135 Oriëntatie-informatie van video's wijzigen U kunt informatie over de richting voor video afspelen handmatig bewerken (om te bepalen welke kant naar boven staat). Selecteer [ : Movierotatiegeg. wijzigen]. Selecteer een video. Druk op de toetsen < > < > om de video te selecteren met oriëntatiegegevens om te wijzigen.
  • Pagina 136 Wijzig de richtingsinformatie. Wanneer u de camera en het -pictogram in de linkerbovenhoek van het scherm ziet, drukt u op de knop < > om op te geven welke kant naar boven moet. Telkens wanneer u op de knop < >...
  • Pagina 137 Classificatie van beelden Classificatie van individuele beelden Classificeren door het bereik op te geven Alle beelden in een map of op een kaart classificeren U kunt beelden classificeren door ze te beoordelen op een schaal van 1 tot 5 ( ).
  • Pagina 138 Selecteer het beeld dat u wilt classificeren. Druk op de toetsen < > < > om het beeld te selecteren dat u wilt classificeren. Classificeer het beeld. Druk op de knop < > zodat de huidige classificatie blauw wordt omlijnd, zoals weergegeven. Druk op de toetsen <...
  • Pagina 139 Classificeren door het bereik op te geven Terwijl u de beelden in de indexweergave bekijkt, kunt u het eerste en het laatste beeld voor een bereik opgeven om alle opgegeven beelden tegelijk te beoordelen. Selecteer [Selecteer reeks]. Selecteer [Selecteer reeks] in [ : Classificatie].
  • Pagina 140 Classificeer het beeld. Druk op de toetsen < > < > om een classificatie te selecteren en selecteer vervolgens [OK]. Alle beelden in het opgegeven bereik worden tegelijk beoordeeld (dezelfde classificatie).
  • Pagina 141 Alle beelden in een map of op een kaart classificeren U kunt alle beelden in een map of op een geheugenkaart tegelijk classificeren. Wanneer u onder [ : Classificatie] de optie [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert, worden alle beelden in de map of op de kaart beoordeeld. Druk op de toetsen <...
  • Pagina 142 Hervatten vanaf vorige keer afspelen Selecteer [ : Vanaf laatst gez.]. Selecteer een optie. [Inschak.]: Afspelen wordt hervat vanaf het laatst weergegeven beeld (behalve wanneer u zojuist bent gestopt met opnemen). [Uitschak.]: Afspelen wordt hervat vanaf de meest recente opname wanneer de camera opnieuw wordt opgestart.
  • Pagina 143 Zorg bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties voor adequate beveiliging, naar uw eigen inzicht en op uw eigen risico. Canon is niet aansprakelijk voor eventueel verlies of schade als gevolg van onbevoegde toegang of andere schendingen.
  • Pagina 144 Tab-menu's: Draadloze functies Communicatiefuncties 1 Verb. met smartphone (tablet) Verb. m. draadl.afstandsb. Uploaden naar image.canon Live streamen Geavanceerde verbinding GPS-instellingen Communicatiefuncties 2 Vliegtuigmodus Instellingen Wi-Fi Inst. v. Bluetooth Cameranaam Foutdetails Reset communicatie-instell.
  • Pagina 145 Waarschuwing Sommige menu-items kunnen niet worden geconfigureerd terwijl de camera via een interfacekabel is verbonden met computers of andere apparaten. Wi-Fi-verbindingen worden beëindigd zodra u de camera uitzet. Als een Wi-Fi-verbinding is ingesteld, werkt de camerafunctie voor automatisch uitschakelen niet.
  • Pagina 146 Verbinden met een smartphone of tablet De smartphone voorbereiden Verbinden met een smartphone via Wi-Fi Hoofdfuncties van Camera Connect Een Wi-Fi-verbinding onderhouden als de camera is uitgeschakeld Het koppelen annuleren U kunt het volgende doen nadat u de camera hebt gekoppeld met een smartphone. Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen via alleen de smartphone ( Een Wi-Fi-verbinding tot stand brengen met de camera ook als deze is uitgeschakeld Beelden van geotags voorzien met GPS-informatie verkregen door de smartphone (...
  • Pagina 147 De smartphone voorbereiden Bluetooth en Wi-Fi op een smartphone inschakelen Schakel Bluetooth en Wi-Fi in vanaf het instellingenscherm van de smartphone. Houd er rekening mee dat koppelen met de camera niet mogelijk is vanaf het Bluetooth- instellingenscherm van de smartphone. Camera Connect installeren op een smartphone De speciale Camera Connect-app (gratis) moet zijn geïnstalleerd op de smartphone waarop Android of iOS is geïnstalleerd.
  • Pagina 148 Verbinden met een smartphone via Wi-Fi Als het aanvankelijk weergegeven scherm [Welkom] aangeeft dat de smartphone en de camera al gekoppeld zijn, gaat u naar stap 10. Selecteer [ :  Verb. met smartphone (tablet)]. Selecteer [OK]. Dit scherm wordt niet weergegeven als de Wi-Fi-instelling al op [Inschak.] staat.
  • Pagina 149 Selecteer [OK]. Dit scherm wordt niet weergegeven als de Bluetooth-instelling al op [Inschak.] staat. Druk op de knop < >. Begin met koppelen. Druk op de knop < > om de koppeling te starten. Als Camera Connect niet is geïnstalleerd, gebruikt u de smartphone om de QR-code op het scherm te scannen, gaat u naar Google Play of App Store om Camera Connect te installeren, en drukt u op de knop <...
  • Pagina 150 Start Camera Connect. Volg de instructies in de app om de camera voor koppeling te selecteren. Zet een Bluetooth-verbinding op. Als er een bericht op de smartphone verschijnt, gebruikt u de smartphone zoals aangegeven. Druk op de knop < >.
  • Pagina 151 Voltooi het koppelingsproces. Druk op de knop < > om de koppeling te voltooien. De naam van het verbonden apparaat wordt weergegeven. Waarschuwing De camera kan niet via Bluetooth met twee of meer apparaten tegelijkertijd worden verbonden. Zie Opnieuw verbinden via Wi-Fi/Bluetooth als u een andere smartphone wilt gebruiken voor de Bluetooth-verbinding.
  • Pagina 152 Tik op een Camera Connect-functie. Hoofdfuncties van Camera Connect voor de functies van Camera Connect. Tik op een Camera Connect-functie om een Wi-Fi-verbinding te starten. Bevestig dat de apparaten zijn verbonden via Wi-Fi. [ Wi-Fi aan] wordt weergegeven op het camerascherm ( De Wi-Fi-verbinding met een smartphone is nu voltooid.
  • Pagina 153 [ Wi-Fi aan]-scherm Bevestig Wi-Fi-instellingen U kunt details over instellingen voor Wi-Fi-verbindingen controleren. Foutdetails Als er Wi-Fi-verbindingsfouten optreden, kunt u de foutdetails controleren ( Verbreken Verbreekt de Wi-Fi-verbinding.
  • Pagina 154 Hoofdfuncties van Camera Connect Images on camera/Beelden op camera U kunt beelden bekijken, verwijderen en classificeren. Beelden kunnen op een smartphone worden opgeslagen. Remote live view shooting/Op afstand Live View-opnames Biedt de mogelijk op afstand beelden te maken terwijl u live op de smartphone kijkt. Bluetooth remote controller/Afstandsbediening met Bluetooth Biedt de mogelijkheid de camera op afstand te bedienen vanaf een smartphone die via Bluetooth is verbonden.
  • Pagina 155 Een Wi-Fi-verbinding onderhouden als de camera is uitgeschakeld U kunt een smartphone gebruiken om te bladeren door beelden op de camera of om andere bewerkingen uit te voeren, zelfs wanneer de camera uit is, zolang deze via Bluetooth aan de smartphone is gekoppeld.
  • Pagina 156 Het koppelen annuleren U kunt als volgt annuleren dat de smartphone wordt gekoppeld. Selecteer [ :  Verb. met smartphone (tablet)]. Selecteer [Apparaat bewerken/verwijderen]. Selecteer de smartphone waarvoor u het koppelen wilt annuleren. Bij smartphones die aan de camera zijn gekoppeld, staat de aanduiding [ ].
  • Pagina 157 Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.]. Selecteer [OK]. Wis de camera-informatie op de smartphone. In het menu met Bluetooth-instellingen van de smartphone wist u de camera-informatie die op de smartphone is geregistreerd.
  • Pagina 158 Verbinding maken met een draadloze afstandsbediening Het koppelen annuleren Deze camera kan ook via Bluetooth worden verbonden met de draadloze afstandsbediening BR-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar) voor opnamen maken met de afstandsbediening. Selecteer [ :  Verb. m. draadl.afstandsb.]. Selecteer [Voeg apparaat voor verbinding toe]. Als de camera aan een smartphone wordt gekoppeld, verschijnt het volgende bericht: [Beëindig huidige Bluetooth- verbinding en koppel met de draadloze afstandsbediening].
  • Pagina 159 Selecteer [OK]. Dit scherm wordt niet weergegeven als de Bluetooth-instelling al op [Inschak.] staat. Koppel de apparaten. Wanneer het bovenstaande scherm wordt weergegeven, houdt u de knoppen <W> en <T> op de BR-E1 ten minste 3 seconden tegelijkertijd ingedrukt. Druk op de knop < >...
  • Pagina 160 Opmerking Als u geen gebruik maakt van Bluetooth, adviseren we u [ : Inst. v. Bluetooth] in te stellen op [Uitschak.] (...
  • Pagina 161 Het koppelen annuleren Wis informatie over de verbonden afstandsbediening voordat u met een andere BR-E1 koppelt. Selecteer [ :  Verb. m. draadl.afstandsb.]. Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.]. Selecteer [OK].
  • Pagina 162 Beelden uploaden naar image.canon Koppel de camera met image.canon om beelden rechtstreeks vanaf de camera te verzenden. Een smartphone met een browser en internetverbinding is vereist. U moet een e-mailadres invoeren dat u op uw computer of smartphone gebruikt. Voor instructies over het gebruik van image.canon-diensten en gegevens over landen en regio's waar deze dienst beschikbaar is, gaat u naar de image.canon-site...
  • Pagina 163 Selecteer [Verbinden]. Als de specifieke app niet is geïnstalleerd, selecteert u [Installeren]. Selecteer [OK]. Scan de QR-code met de speciale app. Selecteer [OK].
  • Pagina 164 Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand. Maak verbinding met een access point via Wi-Fi. Volg de instructies voor de gebruikte verbindingsmethode. • Verbinding maken via WPS ( • Handmatig verbinding maken met gedetecteerde netwerken ( • Handmatig verbinding maken door details over het access point op te geven ( Bevestig dat het nummer in de speciale app wordt weergegeven.
  • Pagina 165 Stel automatische beeldoverdracht in. Voltooi de instelling [Autom. verzenden] voor zover nodig. [Bij het laden van de batt. (Hi-power)]: Automatisch verzenden start wanneer de camera uit is en verbonden is met een voedingsbron voor opladen via USB. Automatisch verzenden start pas nadat de camera een tijdje is opgeladen als de resterende capaciteit laag was.
  • Pagina 166 Voltooi de instellingen. Druk op de knop < >. Opmerking Het pictogram [ ] verandert in [ De cameramodelnaam is geregistreerd bij image.canon.
  • Pagina 167 [Uploaden naar image.canon]-scherm Autom. verzenden Wijzig de instellingen voor automatisch verzenden. Te verzenden type Selecteer het type beelden dat u wilt uploaden. Ander netwerk Wijzig de instellingen voor Wi-Fi-verbindingen. Wis weblink-instellingen van camera Wis de instellingen van de cameraweblink.
  • Pagina 168 Livestreamen Koppelen met een smartphone via Bluetooth Verbinden met een access point via Wi-Fi. U kunt beelden live vanaf de camera streamen. Controleer eerst de streamingsvereisten en de servicevoorwaarden op de streamingsite. Koppelen met een smartphone via Bluetooth Ga naar stap 11 als de smartphone en camera al gekoppeld zijn. Bereid de smartphone voor ( Selecteer [ : ...
  • Pagina 169 Selecteer [Voeg apparaat voor verbinding toe]. Selecteer [OK]. Dit scherm wordt niet weergegeven als de Bluetooth-instelling al op [Inschak.] staat. Druk op de knop < >.
  • Pagina 170 Begin met koppelen. Druk op de knop < > om de koppeling te starten. Als Camera Connect niet is geïnstalleerd, gebruikt u de smartphone om de QR-code op het scherm te scannen, gaat u naar Google Play of App Store om Camera Connect te installeren, en drukt u op de knop <...
  • Pagina 171 Voltooi het koppelingsproces. Druk op de knop < > om de koppeling te voltooien. Als er een bericht op de smartphone verschijnt, gebruikt u de smartphone zoals aangegeven. De naam van het verbonden apparaat wordt weergegeven. Druk op de knop < >.
  • Pagina 172 Verbinden met een access point via Wi-Fi. De camera maakt automatisch opnieuw verbinding met eerder gebruikte access points. Deze instructies zijn voor verbinding maken via WPS (PBC-modus). Als u op een andere manier verbinding wilt maken, raadpleegt u Basiscommunicatie-instellingen ( Selecteer [Verbind via WPS].
  • Pagina 173 Maak verbinding met het access point. Druk op de WPS-knop van het access point. Voor informatie over waar u de knop vindt en hoe lang u deze moet indrukken, raadpleegt u de gebruikershandleiding van het access point. Selecteer [OK] om de verbinding met het access point te starten. Het volgende scherm wordt weergegeven zodra de camera is aangesloten op het access point.
  • Pagina 174 Zodra de camera warm wordt, verschijnt [ ] op het scherm als waarschuwing. Canon is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor services van derden. Tijdens het streamen worden er geen beelden op de kaart opgeslagen (maar de camera moet een kaart bevatten).
  • Pagina 175 Geavanceerde verbindingen Verbinden met een smartphone of tablet Camera Control API Verbinden met een smartphone of tablet U kunt een directe Wi-Fi-verbinding met een smartphone tot stand brengen en Camera Connect gebruiken om de camera te bedienen. Selecteer [ : Geavanceerde verbinding]. Selecteer [OK].
  • Pagina 176 Selecteer [Verb. met smartphone (tablet)]. Selecteer [Voeg apparaat voor verbinding toe]. Begin met zoeken naar access points. Druk op de knop < > om het zoeken te starten. Als Camera Connect niet is geïnstalleerd, gebruikt u de smartphone om de QR-code op het scherm te scannen, gaat u naar Google Play of App Store om Camera Connect te installeren, en drukt u op de knop <...
  • Pagina 177 Breng een Wi-Fi-verbinding tot stand. Maak verbinding met een access point via Wi-Fi. Volg de instructies voor de gebruikte verbindingsmethode. • Verbinding maken via WPS ( • Handmatig verbinding maken met gedetecteerde netwerken ( • Handmatig verbinding maken door details over het access point op te geven ( Start Camera Connect en tik op de cameranaam.
  • Pagina 178 (directe verbinding), of in een modus die verbinding maakt via een afzonderlijk access point. * Camera Control API: Een HTTP-gebaseerde interface voor toepassingsprogrammering voor het bedienen van Canon-camera's via Wi-Fi. Selecteer [Camera Control API]. Selecteer een optie.
  • Pagina 179 Selecteer [Gebruikersauthent.]. Selecteer [Account bewerken]. Stel de gebruikersnaam in. Na de invoer selecteert u [OK].
  • Pagina 180 Stel het wachtwoord in. Na de invoer selecteert u [OK]. Waarschuwing Als de gebruikersverificatie wordt ingesteld op [Uitschak.], kan CCAPI worden uitgevoerd zonder gebruikersverificatie. Wi-Fi-verbinding in de modus voor camera als access point Selecteer [Verbinden]. Selecteer [Toevoegen met wizard].
  • Pagina 181 Selecteer [Camera access point modus]. Selecteer [Gemakkelijke verbinding]. Selecteer [OK]. Geef de gebruikernaam op. Dit scherm wordt niet weergegeven als de gebruikersverificatie is ingesteld op [Uitschak.].
  • Pagina 182 Geef het wachtwoord op. Dit scherm wordt niet weergegeven als de gebruikersverificatie is ingesteld op [Uitschak.]. Selecteer de SSID (netwerknaam) en het wachtwoord. Selecteer de SSID (1) en wachtwoord (2) die op het camerascherm worden weergegeven en voer. Bedien de camera vanaf de smartphone of de computer. Als u verbinding wilt maken met een smartphone, schakelt u Wi-Fi op de smartphone in en tikt u op de SSID die u in stap 7 hebt geselecteerd.
  • Pagina 183 Maak een Wi-Fi-verbinding. Als het bovenstaande scherm op de camera verschijnt, gebruikt u de smartphone, computer of een ander apparaat om naar de aangegeven URL te gaan vanuit de toepassing die is ontwikkeld voor camerabediening. Het bovenstaande scherm op de camera geeft aan er een Wi-Fi- verbinding is gemaakt.
  • Pagina 184 Selecteer [Verbinden]. Selecteer [Toevoegen met wizard].
  • Pagina 185 Selecteer de SSID. Selecteer de SSID van het access point waarmee u verbinding wilt maken. Geef het wachtwoord van het access point op en selecteer [OK]. Stel het IP-adres in. Als u het IP-adres automatisch wilt instellen, selecteert u [Autom. Instellen] en vervolgens [OK].
  • Pagina 186 Selecteer een IPv6-optie. Selecteer [Inschak.] om IPv6 te gebruiken. Selecteer een optie en druk op [OK] om naar het volgende scherm te gaan. Geef de gebruikernaam op. Dit scherm wordt niet weergegeven als de gebruikersverificatie is ingesteld op [Uitschak.]. Geef het wachtwoord op. Dit scherm wordt niet weergegeven als de gebruikersverificatie is ingesteld op [Uitschak.].
  • Pagina 187 Maak een Wi-Fi-verbinding. Als het bovenstaande scherm op de camera verschijnt, gebruikt u de smartphone, computer of een ander apparaat om naar de aangegeven URL te gaan vanuit de toepassing die is ontwikkeld voor camerabediening. Het bovenstaande scherm op de camera geeft aan er een Wi-Fi- verbinding is gemaakt.
  • Pagina 188 Een verbinding handmatig registreren Volg deze stappen om een verbinding handmatig te registreren. Selecteer [Verbinden]. Selecteer [Handmatig toevoegen]. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te registreren. Als u een geregistreerde Wi-Fi-verbinding opnieuw tot stand wilt brengen, raadpleegt u Opnieuw verbinden via Wi-Fi.
  • Pagina 189 Opnieuw verbinden via Wi-Fi Selecteer [Verbinden]. Zodra de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt [Wi-Fi aan] op de camera. [Wi-Fi aan]-scherm Vanaf het [Wi-Fi aan]-scherm zijn de volgende bewerkingen beschikbaar. Bevestig Wi-Fi-instellingen U kunt details over instellingen voor Wi-Fi-verbindingen controleren. Foutdetails Als er Wi-Fi-verbindingsfouten optreden, kunt u de foutdetails controleren ( Verbreken...
  • Pagina 190 CCAPI-instellingen configureren Vanaf het [Camera Control API]-scherm zijn de volgende instellingen beschikbaar. Verbinden Maak verbinding met een geregistreerde verbinding. Verbindingen contr./bewerken Selecteer of bewerk verbindingsinstellingen. Selecteer opties die u wilt selecteren of wijzigen. • [Wireless LAN] • Wijzig de verbindings-SSID. •...
  • Pagina 191 Aut. verbinden Hiermee wordt automatisch verbinden met Wi-Fi ingeschakeld. Selecteer [Inschak.] en schakel de camera uit. De volgende keer dat u de camera aanzet, wordt er automatisch een Wi-Fi-verbinding gemaakt.
  • Pagina 192 GPS-instellingen GPS via mobiele verbinding Weergave GPS-informatie GPS via mobiele verbinding U kunt beelden geotaggen met een Bluetooth-compatibele smartphone. Voltooi deze instellingen nadat u de speciale Camera Connect-app ( ) hebt geïnstalleerd op de smartphone. Activeer locatiediensten op de smartphone. Zet een Bluetooth-verbinding op.
  • Pagina 193 Selecteer [GPS via mobiel]. Selecteer [Inschak.]. Maak de opname. Beelden worden van geotags voorzien met de informatie van de smartphone.
  • Pagina 194 Weergave GPS-informatie U kunt de locatie-informatie controleren die aan de beelden wordt toegevoegd op het opname-informatiescherm ( (1) Breedtegraad (2) Lengtegraad (3) Hoogte (4) UTC-tijd (Coordinated Universal Time) Waarschuwing Locatiegegevens worden alleen van de smartphone verkregen als de camera ermee is gekoppeld via Bluetooth. Route-informatie wordt niet opgehaald.
  • Pagina 195 Opmerking UTC-tijd, is hetzelfde als Greenwich Mean Time. Voor video's wordt de aanvankelijk opgehaalde GPS-informatie toegevoegd.
  • Pagina 196 Basiscommunicatie-instellingen Het type access point controleren Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Handmatig verbinding maken met gedetecteerde netwerken Handmatig verbinding maken door netwerken te specificeren Verbinden in camera access point-modus Het IP-adres instellen...
  • Pagina 197 Het type access point controleren Controleer bij verbinding via een access point of het access point WPS* ondersteunt, wat de verbinding tussen Wi-Fi-apparaten vereenvoudigt. Als u niet zeker bent van de WPS-compatibiliteit, raadpleeg dan de gebruikershandleiding van het access point of andere documentatie. * Staat voor Wi-Fi Protected Setup.
  • Pagina 198 Verbinding maken via WPS (PBC-modus) De instructies in dit hoofdstuk bouwen voort op Het type access point controleren. Deze verbindingsmethode is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. In de Pushbutton Connection-modus (PBC-modus) kan de camera met het access point worden verbonden door eenvoudigweg op de WPS-knop van het access point te drukken.
  • Pagina 199 Maak verbinding met het access point. Druk op de WPS-knop van het access point. Voor informatie over waar u de knop vindt en hoe lang u deze moet indrukken, raadpleegt u de gebruikershandleiding van het access point. Selecteer [OK] om de verbinding met het access point te starten. Het volgende scherm wordt weergegeven zodra de camera is aangesloten op het access point.
  • Pagina 200 Verbinding maken via WPS (PIN-modus) De instructies in dit hoofdstuk bouwen voort op Het type access point controleren. Deze verbindingsmethode is beschikbaar bij gebruik van een access point dat compatibel is met WPS. Bij de verbindingsmethode met PIN-code (PIN-modus) wordt er een 8-cijferig identificatienummer dat op de camera is opgegeven, op het access point ingesteld om verbinding tot stand te brengen.
  • Pagina 201 Voer de PIN-code in. Voer bij het access point de 8-cijferige PIN-code in die op het camerascherm wordt weergegeven. Voor instructies over het instellen van een PIN-code bij het access point raadpleegt u de instructiehandleiding van het access point. Na het invoeren van de PIN-code selecteert u [OK] op de camera. Maak verbinding met het access point.
  • Pagina 202 Stel het IP-adres in. Ga naar Het IP-adres instellen.
  • Pagina 203 Handmatig verbinding maken met gedetecteerde netwerken De instructies in dit hoofdstuk bouwen voort op Het type access point controleren. Maak verbinding met een access point door de SSID (of ESS-ID) te selecteren in een lijst met actieve access points in de buurt. Het access point selecteren Selecteer een access point op het scherm [Selecteer een netwerk].
  • Pagina 204 De encryptiesleutel voor het access point invoeren Voer de encryptiesleutel (wachtwoord) in die is ingesteld voor het access point. Voor informatie over de ingestelde encryptiesleutel raadpleegt u de gebruikershandleiding van het access point. De schermen die in stap 2-3 zijn weergegeven, variëren afhankelijk van de verificatie en encryptie van het access point.
  • Pagina 205 Stel het IP-adres in. Ga naar Het IP-adres instellen.
  • Pagina 206 Handmatig verbinding maken door netwerken te specificeren De instructies in dit hoofdstuk bouwen voort op Het type access point controleren. Maak verbinding met een access point door de SSID (of ESS-ID) in te voeren. Invoeren van de SSID Selecteer [Handmatige instellingen] op het [Selecteer een netwerk]- scherm.
  • Pagina 207 De verificatiemethode voor het access point instellen Selecteer de verificatiemethode. Selecteer een optie en druk op [OK] om naar het volgende scherm te gaan. Op het scherm [Encryptie instellingen], dat wordt weergegeven als [Open systeem] is geselecteerd, selecteert u [Uitschak.] of [WEP]. De encryptiesleutel voor het access point invoeren Voer de encryptiesleutel (wachtwoord) in die is ingesteld voor het access point.
  • Pagina 208 Voer de encryptiesleutel in. Druk op de knop < > om het virtuele toetsenbord ( ) te openen en voer vervolgens de encryptiesleutel in. Selecteer [OK] om de verbinding met het access point te starten. Het volgende scherm wordt weergegeven zodra de camera is aangesloten op het access point.
  • Pagina 209 Verbinden in camera access point-modus De cameratoegangspuntmodus is een verbindingsmethode om de camera en andere apparaten rechtstreeks via Wi-Fi met elkaar te verbinden zonder gebruik te maken van een toegangspunt. De volgende twee verbindingsmethoden zijn beschikbaar. Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding De netwerkinstellingen voor de camera access point-modus worden automatisch geconfigureerd.
  • Pagina 210 Gebruik het andere apparaat om verbinding te maken met de camera. (1) SSID (netwerknaam) (2) Encryptiesleutel (wachtwoord) Selecteer in de Wi-Fi-instellingen van andere apparaten de SSID (netwerknaam) die op het camerascherm wordt weergegeven en voer het wachtwoord in. Voltooi de verbindingsinstellingen op basis van het apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
  • Pagina 211 Verbinding maken met Handmatige verbinding De netwerkinstellingen voor de camera access point-modus worden handmatig geconfigureerd. Stel [SSID], [Kanaal instelling] en [Encryptie instellingen] in op elk weergegeven scherm. Selecteer [Handmatige verbinding]. Selecteer [OK]. Voer de SSID (netwerknaam) in. Druk op de knop < >...
  • Pagina 212 Selecteer een kanaalinstellingsoptie. Als u de instellingen handmatig wilt opgeven, selecteert u [Handm. Instellen] en drukt u op de toetsen < > < >. Selecteer [OK]. Selecteer een encryptie-instellingenoptie. Voor encryptie selecteert u [AES]. Selecteer [OK]. Wanneer [AES] wordt geselecteerd, wordt het scherm [Wachtwoord] weergegeven.
  • Pagina 213 Selecteer [Autom. Instellen]. Selecteer [OK]. Als er een foutmelding wordt weergegeven voor [Autom. Instellen], stelt u het IP-adres handmatig in ( Gebruik het andere apparaat om verbinding te maken met de camera. (1) SSID (netwerknaam) (2) Encryptiesleutel (wachtwoord) Voer de verbindingsinstellingen uit voor de communicatiefunctie.
  • Pagina 214 Het IP-adres instellen Selecteer een methode om het IP-adres in te stellen en stel vervolgens het IP-adres in op de camera. Het IP-adres automatisch instellen Stel de IP-adresinstellingen automatisch in. Selecteer [Autom. Instellen]. Selecteer [OK]. Als er een foutmelding wordt weergegeven voor [Autom. Instellen], stelt u het IP-adres handmatig in ( Voltooi de verbindingsinstellingen op basis van het apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
  • Pagina 215 Het IP-adres handmatig instellen Stel de IP-adresinstellingen handmatig in. De items die worden weergegeven, variëren afhankelijk van de communicatiefunctie. Selecteer [Handm. Instellen]. Selecteer [OK]. Selecteer een optie voor configuratie. Selecteer een optie om het scherm voor numerieke invoer te openen. Selecteer [Inschak.] om een gateway of DNS-adres te gebruiken en selecteer vervolgens [Adres].
  • Pagina 216 Voer het nummer in. Gebruik < > om in het bovenste gedeelte een invoerpositie te selecteren en selecteer vervolgens nummers om in te voeren. Druk op de knop < > om het geselecteerde cijfer in te voeren. Druk op de knop < >...
  • Pagina 217 Opnieuw verbinden via Wi-Fi/Bluetooth De camera houdt eerdere Wi-Fi- of Bluetooth-verbindingen bij. U kunt dit verslag gebruiken om verbinding met hetzelfde apparaat te maken. Hier wordt [ :  Verb. met smartphone (tablet)] gebruikt als voorbeeld. Selecteer het apparaat waarmee de camera verbinding moet maken. Zodra het scherm [Wi-Fi aan] verschijnt, selecteert u [Verbreken] en herhaalt u stap 1.
  • Pagina 218 Gebruik het verbonden apparaat voor zover nodig.
  • Pagina 219 Apparaten voor verbindingen bewerken/verwijderen Bijnaam apparaat wijzigen Verbindingsinformatie verwijderen Sluit de Wi-Fi-verbinding voordat u verbindingsinstellingen voor andere apparaten bewerkt of verwijdert. Hier wordt [ :  Verb. met smartphone (tablet)] gebruikt als voorbeeld. Bijnaam apparaat wijzigen U kunt de bijnaam veranderen van apparaten waarmee de camera verbinding maakt. Selecteer een item.
  • Pagina 220 Selecteer het apparaat. Selecteer [Bijnaam apparaat veranderen]. Wijzig de bijnaam van het apparaat. Gebruik het virtuele toetsenbord ( ) om de bijnaam in te voeren. Druk op de knop < > en selecteer vervolgens [OK].
  • Pagina 221 Verbindingsinformatie verwijderen Open het scherm voor het verbonden apparaat. Volg de stappen 1-3 in Bijnaam apparaat wijzigen. Voor [ :  Verb. m. draadl.afstandsb.] raadpleegt u Het koppelen annuleren. Selecteer [Verbindingsinformatie verwijd.]. Selecteer [OK].
  • Pagina 222 Vliegtuigmodus U kunt de Wi-Fi- en Bluetooth-functies tijdelijk uitschakelen. Selecteer [ : Vliegtuigmodus]. Stel [Aan] in. ] wordt weergegeven op het scherm. Opmerking ] wordt mogelijk niet weergegeven bij foto-opnamen, video-opnamen of afspelen, afhankelijk van de weergave-instellingen. Als dit niet wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk op de knop <...
  • Pagina 223 Wi-Fi-instellingen Controle van het MAC-adres Selecteer [ : Instellingen Wi-Fi]. Selecteer een optie. Wi-Fi Als het gebruik van elektronische en draadloze apparaten is verboden, zoals in een vliegtuig of ziekenhuis, stelt u deze optie in op [Uitschak.]. MAC-adres U kunt het MAC-adres van de camera weergeven. Controle van het MAC-adres U kunt het MAC-adres van de camera controleren.
  • Pagina 224 Selecteer [ : Instellingen Wi-Fi]. Selecteer [MAC-adres]. Controleer het MAC-adres.
  • Pagina 225 Bluetooth-instellingen Selecteer [ : Inst. v. Bluetooth]. Selecteer een optie. Bluetooth Selecteer [Uitschak.] als u de Bluetooth-functie niet gebruikt. Bluetooth-adres U kunt het Bluetooth-adres van de camera controleren. Verbinden met U kunt de naam en de communicatiestatus van het gekoppelde apparaat controleren.
  • Pagina 226 Cameranaam U kunt de cameranaam (die wordt weergegeven op smartphones en andere camera's) zo nodig wijzigen. Selecteer [ : Cameranaam]. Wijzig de cameranaam. Gebruik het virtuele toetsenbord ( ) om de cameranaam in te voeren. Druk op de knop < > en selecteer vervolgens [OK].
  • Pagina 227 Foutdetails U kunt details weergeven van fouten die invloed hebben op de draadloze communicatiefuncties van de camera. Selecteer [ : Foutdetails]. Details van opgetreden fouten worden weergegeven. Voor meer informatie over fouten raadpleegt u Reageren op foutmeldingen.
  • Pagina 228 Resetten van de communicatie-instellingen Alle draadloze communicatie-instellingen kunnen worden gewist. Door de draadloze communicatie-instellingen te wissen kunt u voorkomen dat de informatie wordt weergegeven wanneer u de camera uitleent of weggeeft. Selecteer [ : Reset communicatie-instell.]. Selecteer [OK]. Waarschuwing Als u de camera hebt gekoppeld aan een smartphone, verwijdert u via het Bluetooth-instellingenscherm van de smartphone de verbindingsinformatie van de camera waarvoor u de draadloze communicatie-instellingen hebt hersteld.
  • Pagina 229 Bediening van het virtuele toetsenbord Invoergebied, voor het invoeren van tekst Cursortoetsen, voor verplaatsingen binnen het invoergebied Huidig aantal tekens/beschikbaar aantal Toetsenbord Van inputmodus wisselen Spatie Een teken verwijderen in het invoergebied De invoer afsluiten Gebruik < > voor verplaatsing binnen (2) en (4)–(7). Druk op de knop <...
  • Pagina 230 Reageren op foutmeldingen Wanneer een fout optreedt, kunt u op een van de volgende manieren meer informatie over de fout weergeven. Verhelp vervolgens de oorzaak van de fout aan de hand van de voorbeelden in dit hoofdstuk. Selecteer [ : Foutdetails]. Selecteer [Foutdetails] op het [Wi-Fi aan]-scherm.
  • Pagina 231 11: Verb.doel niet gevonden In het geval van [Verb. met smartphone (tablet)], wordt Camera Connect uitgevoerd? • Maak verbinding met behulp van Camera Connect ( Zijn de camera en het access point zo ingesteld dat ze dezelfde encryptiesleutel voor de verificatie gebruiken? •...
  • Pagina 232 23: Device met zelfde IP-adres bestaat op gesel. netwerk Gebruikt een ander apparaat in het cameranetwerk hetzelfde IP-adres als de camera? • Wijzig het IP-adres van de camera om te voorkomen dat twee apparaten op het netwerk hetzelfde adres gebruiken. U kunt ook het IP-adres van het andere apparaat met het dubbele adres wijzigen.
  • Pagina 233 61: Geselect. SSID wireless LAN network niet gevonden Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het access point? • Verplaats de antenne van het access point zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt. Controleren op de camera Zijn de SSID-instelling van de camera en die van het access point hetzelfde? •...
  • Pagina 234 91: Andere fout Er heeft zich een probleem voorgedaan met een andere foutnummercode dan 11– • Schakel de aan-/uitschakelaar van de camera uit en weer in.
  • Pagina 235 • Probeer later opnieuw toegang te krijgen tot image.canon via Wi-Fi. 131: Probeer het nogmaals Er is een fout opgetreden bij het verbinden met image.canon via Wi-Fi. • Probeer opnieuw om de Wi-Fi-verbinding met image.canon tot stand te brengen. 132: Fout gevonden op server Probeer het later nogmaals De website image.canon is momenteel offline voor onderhoud.
  • Pagina 236 De instellingen voor datum, tijd en tijdzone en onjuist. • Controleer de instellingen [ : Datum/tijd/zone]. 135: Instellingen webservice zijn gewijzigd De instellingen voor image.canon zijn gewijzigd. • Controleer de instellingen van image.canon. 136: De QR-code weergegeven op de camera werd niet goed gescand door de speciale app.
  • Pagina 237 Voorzorgsmaatregelen voor draadloze communicatie Afstand tussen camera en smartphone Installatielocatie van de antenne voor het access point Elektronische apparaten in de buurt van het access point Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van meerdere camera's Als de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of andere problemen optreden bij het gebruik van draadloze communicatiefuncties, kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen.
  • Pagina 238 Afstand tussen camera en smartphone Als de camera te ver uit de buurt is van de smartphone, wordt mogelijk geen Wi-Fi- verbinding ingesteld, zelfs als een Bluetooth-verbinding mogelijk is. Breng in dat geval de camera en de smartphone dichter bij elkaar en zet een Wi-Fi-verbinding op. Installatielocatie van de antenne voor het access point Bij gebruik binnenshuis installeert u het apparaat in de ruimte waar u de camera gebruikt.
  • Pagina 239 Beveiliging Als de beveiligingsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen de volgende problemen optreden. Bekijken van de overdracht Derden met slechte bedoelingen kunnen wireless LAN-overdrachten opsporen en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt. Ongeoorloofde netwerktoegang Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of vernietigen.
  • Pagina 240 Netwerkinstellingen controleren Windows Open [Opdrachtprompt] van Windows, typ ipconfig/all en druk op de <Enter>-toets. Behalve het aan de computer toegewezen IP-adres, worden ook het subnetmasker, de gateway en de DNS-server getoond. macOS Open in macOS de toepassing [Terminal], typ ifconfig -a en druk op <Return>. Het IP-adres dat aan de computer is toegewezen, staat onder het item [enX] (X: nummer) naast [inet], in de indeling “***.***.***.***”.
  • Pagina 241 Status draadloze verbinding De status van de draadloze verbinding wordt weergegeven op het scherm. Stand-byscherm voor opname Scherm informatiedisplay tijdens afspelen (1) Wi-Fi-functie (2) Bluetooth-functie (3) Sterkte van draadloos signaal...
  • Pagina 242 Scherm Communicatiestatus Wi-Fi-functie Sterkte van draadloos signaal Wi-Fi: Uitschakelen Geen verbinding Wi-Fi: Inschakelen Verbinden (Knippert) Verbonden Gegevens verzenden Verbindingsfout (Knippert) Indicator Bluetooth-functie Bluetooth-functie Verbindingsstatus Scherm Bluetooth verbonden Anders dan [Uitschak.] Bluetooth niet verbonden [Uitschak.] Bluetooth niet verbonden Niet weergegeven...
  • Pagina 243 Instellen In dit hoofdstuk worden menu-instellingen op het insteltabblad [ ] beschreven. • Tab-menu's: Instellen • Mapinstellingen • Bestandsnummering • Formatteren van de kaart • Automatisch roteren • Richtingsinformatie toevoegen aan video's • Datum/tijd/zone • Taal • Videosysteem • Pieptonen •...
  • Pagina 244 Tab-menu's: Instellen Instellen 1 Selecteer map • Een map maken Bestandnr. Kaart formatteren Auto. roteren Rotatiegeg. toev. Datum/tijd/zone Instellen 2 Taal Videosysteem Pieptoon Volume Spaarstand...
  • Pagina 245 Instellen 3 Schermhelderheid HDMI-resolutie functie knop (in mov. modus) Kies USB-verbindingsapp Instellen 4 Camera resetten Copyrightinformatie Handleiding/software URL Certificaatlogo weergeven Firmware...
  • Pagina 246 Mapinstellingen Een map maken Een map selecteren U kunt naar wens mappen maken en selecteren waarin de vastgelegde beelden worden opgeslagen. Een map maken Selecteer [ : Selecteer map]. Selecteer [Maak map].
  • Pagina 247 Selecteer [OK].
  • Pagina 248 Een map selecteren (1) Mapnaam (2) Aantal beelden in de map (3) Laagste bestandsnummer (4) Hoogste bestandsnummer Selecteer een map op het mapselectiescherm. Vastgelegde beelden worden opgeslagen in de geselecteerde map. Opmerking Mappen Een map kan maximaal 9999 beelden bevatten (bestandsnummers 0001-9999). Wanneer een map vol raakt, wordt er automatisch een nieuwe map gemaakt met een mapnummer dat één cijfer hoger is.
  • Pagina 249 Bestandsnummering Continu Automatisch resetten Handmatig resetten Aan de vastgelegde beelden die in een map zijn opgeslagen, wordt een bestandsnummer toegekend van 0001 tot 9999. U kunt de nummering van de beeldbestanden wijzigen. (voorbeeld) (1) Bestandsnummer Selecteer [ : Bestandnr.].
  • Pagina 250 Stel het item in. Selecteer [Nummering]. Selecteer [Continu] of [Auto. reset]. Als u de bestandsnummering opnieuw wilt instellen, selecteert u [Handm. reset] ( Selecteer [OK] om een nieuwe map te maken waarna het bestandsnummer begint met 0001. Waarschuwing Als het bestandsnummer in map 999 het nummer 9999 bereikt, kunt u geen opnamen meer maken, zelfs niet als de kaart nog vrije ruimte heeft.
  • Pagina 251 Continu Voor een continue bestandsnummering, ongeacht of u van kaart wisselt of mappen maakt Zelfs nadat u de kaart hebt vervangen of een nieuwe map hebt gemaakt, loopt de opeenvolgende bestandsnummering door tot 9999. Dit is handig wanneer u afbeeldingen met nummers tussen 0001 en 9999 op meerdere kaarten of uit meerdere mappen in één map op de computer wilt opslaan.
  • Pagina 252 Automatisch resetten Voor het herstarten van de bestandsnummering vanaf 0001 na het verwisselen van kaarten of het aanmaken van mappen Als u de kaart vervangt of een map maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001 voor de nieuwe beelden. Dit is handig als u de beelden per kaart of map wilt archiveren. Als de vervangende kaart of de bestaande map beelden bevat die eerder zijn gemaakt, kan de bestandsnummering van de nieuwe beelden worden voortgezet vanaf de nummers van de bestaande beelden op de kaart of in de map.
  • Pagina 253 Handmatig resetten Voor het terugzetten van de bestandsnummering op 0001 of het beginnen met het bestandsnummer 0001 in een nieuwe map Wanneer u de bestandsnummering handmatig opnieuw instelt, wordt er automatisch een nieuwe map gemaakt en begint de nummering van de beelden die in die map worden opgeslagen bij 0001.
  • Pagina 254 Formatteren van de kaart Gebruik deze camera om de kaart te formatteren (initialiseren) in de volgende gevallen. De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met beelden of gegevens. Er wordt een aan de kaart gerelateerde fout weergegeven ( Waarschuwing Als u een kaart formatteert, worden alle gegevens gewist.
  • Pagina 255 Bestandsindelingen van kaarten microSD-kaarten worden geformatteerd in FAT12/16, microSDHC-kaarten in FAT32 en microSDXC in exFAT. Waarschuwing Het is misschien niet mogelijk om microSDXC-kaarten die zijn geformatteerd met deze camera, in andere camera's te gebruiken. Houd er ook rekening mee dat met exFAT geformatteerde kaarten niet door alle computerbesturingssystemen of kaartlezers worden herkend.
  • Pagina 256 Automatisch roteren U kunt de instelling voor automatische rotatie wijzigen die beelden bij de weergave rechtop zet welke in verticale stand zijn opgenomen. Selecteer [ : Auto. roteren].
  • Pagina 257 Selecteer een optie. Roteert beelden automatisch tijdens het afspelen op zowel de camera als computers. Roteert beelden automatisch alleen tijdens het afspelen op computers. Beelden worden niet automatisch geroteerd. Waarschuwing Beelden die zijn vastgelegd met automatische rotatie ingesteld op [Uit], worden niet geroteerd tijdens afspelen, zelfs als u automatisch roteren later op [Aan] inschakelt.
  • Pagina 258 Richtingsinformatie toevoegen aan video's Voor video's die zijn opgenomen met de camera in de verticale stand, kan richtingsinformatie die aangeeft welke kant omhoog moet, automatisch worden toegevoegd om afspelen in dezelfde richting op smartphones of andere apparaten mogelijk te maken. Selecteer [ : rotatiegegevens Rotatiegeg.
  • Pagina 259 Datum/tijd/zone Als u de camera voor het eerst inschakelt of als de datum/tijd/zone opnieuw zijn ingesteld, gaat u als volgt te werk om eerst de tijdzone in te stellen. Door eerst de tijdzone in te stellen kunt u deze instelling gemakkelijk in de toekomst aanpassen als dat nodig is, waarna datum/tijd aan de hand daarvan worden bijgewerkt.
  • Pagina 260 Selecteer de tijdzone. Als uw tijdzone niet in de lijst voorkomt, druk dan op de knop < > en stel het verschil met UTC in [Tijdverschil] in. Selecteer een [Tijdverschil]-optie (+-/uur/minuut) en druk vervolgens op de knop < >. Druk wanneer u klaar bent met het instellen van het item op de knop <...
  • Pagina 261 Stel de zomertijd in. Stel dit naar wens in. Selecteer [ ] of [ ] en druk vervolgens op de knop < >. Wanneer de zomertijd wordt ingesteld op [ ], wordt de tijd die u bij stap 3 hebt ingesteld één uur vooruit gezet. Als [ ] wordt ingesteld, wordt de zomertijd uitgeschakeld en wordt de tijd één uur teruggezet.
  • Pagina 262 Opmerking De tijd voor Auto uitschakelen kan worden verlengd terwijl het scherm [ : Datum/ tijd/zone] wordt weergegeven.
  • Pagina 263 Taal Selecteer [ : Taal Voor een eerste instelling selecteert u [ : Taal Stel de gewenste taal in.
  • Pagina 264 Videosysteem Stel het videosysteem in voor elke televisie die wordt gebruikt voor weergave. Deze instelling bepaalt de beschikbare framerates bij het opnemen van video's. Selecteer [ : Videosysteem]. Selecteer een optie. Voor NTSC Voor regio's waar gebruik wordt gemaakt van het NTSC-tv-systeem, zoals Noord-Amerika, Japan, Zuid-Korea en Mexico.
  • Pagina 265 Pieptonen Selecteer [ : Pieptoon]. Selecteer een optie. Inschak. De camera laat een pieptoon horen na het scherpstellen en als reactie op aanraakbediening. Uitschak. Schakelt het piepen uit voor de scherpstelling, zelfontspanner, sluiter en aanrakingsbediening. Opmerking Standaard is het volume voor aanraakbedieningen ingesteld op [0] (...
  • Pagina 266 Volume Het volume van camerageluiden kan worden aangepast. Selecteer [ : Volume]. Stel de optie in. Selecteer een optie en druk op de toetsen < > < > om het volume aan te passen.
  • Pagina 267 Energiebesparing U kunt de timing aanpassen voor wanneer het scherm uitgaat en wanneer de camera uitgaat als deze camera niet wordt gebruikt (Scherm uit en Uitschakelen). Selecteer [ : Spaarstand]. Selecteer een optie.
  • Pagina 268 Opmerking [Scherm uit] wordt gebruikt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven. Deze instellingen zijn niet van toepassing tijdens menuweergave of beelden afspelen. De camera gaat tijdens menuweergave of beelden afspelen uit na de tijd die is ingesteld in [Scherm uit] en [Uitschakelen], is verstreken. Om het scherm te beschermen schakelt het scherm 30 min.
  • Pagina 269 Schermhelderheid Selecteer [ : Schermhelderheid]. Maak de afstelling. Druk met het grijsbeeld als referentie op de toetsen < > < > om de helderheid aan te passen en druk op de knop < >. Controleer het effect op het scherm. Opmerking Als u de belichting van het beeld wilt controleren, raden we u aan het histogram te raadplegen (...
  • Pagina 270 HDMI-resolutie Stel de uitgangsresolutie voor beelden in die gebruikt wordt als de camera met een HDMI- kabel wordt aangesloten op een televisie of extern opnameapparaat. Selecteer [ : HDMI-resolutie]. Selecteer een optie. Auto De beelden worden automatisch weergegeven met de optimale resolutie passend bij de aangesloten televisie.
  • Pagina 271 Knopfunctie Communicatie/multitoegang (in videomodus) De knop < > kan worden toegewezen aan veelgebruikte functies in de videomodus. Selecteer [ :  functie knop (in mov. modus)]. Selecteer een functie om toe te wijzen. Druk op de knop < > om hem in te stellen. Opmerking Als u de functie wilt wissen die u hebt toegewezen, selecteert u [ functie knop...
  • Pagina 272 App-selectie voor USB-verbindingen Door de camera via de interfacekabel met een computer te verbinden kunt u beelden naar de computer importeren of overbrengen. Selecteer [ : Kies USB-verbindingsapp]. Selecteer een optie. Foto’s importeren Selecteer dit bij het importeren van beelden naar een computer. Videogesprekken/-streaming Selecteer dit als u UVC/UAC-compatibele applicaties gaat gebruiken na verbinding met een computer.
  • Pagina 273 De camera resetten De standaardwaarden voor de instellingen van de camera voor opname- en menufuncties kunnen worden hersteld. Selecteer [ : Camera resetten]. Selecteer een optie. Basis instell. Herstelt standaardinstellingen voor camera-opnamefuncties en menu- instellingen. Overige instell. Instellingen voor individueel geselecteerde opties die kunnen worden hersteld.
  • Pagina 274 Copyrightinformatie De copyrightinformatie controleren De copyrightinformatie verwijderen Wanneer u de copyrightinformatie instelt, wordt deze als Exif-informatie aan het beeld toegevoegd. Waarschuwing Als de vermelding voor “Auteur” of “Copyright” lang is, wordt deze mogelijk niet helemaal weergegeven wanneer u [Geef copyrightinfo weer] selecteert. Selecteer [ : Copyrightinformatie].
  • Pagina 275 Voer tekst in. Gebruik < > om een teken te selecteren en druk vervolgens op de knop < > om het in te voeren. Door [ ] te selecteren kunt u de inputmodus wijzigen. Selecteer [ ] om een teken te verwijderen. Verlaat de instelling.
  • Pagina 276 De copyrightinformatie verwijderen Wanneer u [Verwijder copyrightinfo] selecteert in stap 2, kunt u de ingevoerde gegevens voor [Auteur] en [Copyright] verwijderen.
  • Pagina 277 Overige informatie Handleiding/software URL Selecteer [ : Handleiding/software URL] en scan de weergegeven QR-code met een smartphone om instructiehandleidingen te downloaden. U kunt ook een computer gebruiken om de website te openen via de weergegeven URL en software downloaden. Certificaatlogo weergeven Selecteer [ : Certificaatlogo weergeven] voor weergave van een aantal van de logo's van de cameracertificaten.
  • Pagina 278 Referentie Dit hoofdstuk biedt referentie-informatie voor camerafuncties. • Problemen oplossen • Foutcodes • Informatiedisplay • Specificaties • Voordat u de camera afvoert...
  • Pagina 279 Problemen met schermweergave Problemen met afspelen van opnamen Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Stroomgerelateerde problemen Kan de camera niet opladen.
  • Pagina 280 De camera schakelt zichzelf uit. Er is een energiebesparende functie ingeschakeld (...
  • Pagina 281 Opnamegerelateerde problemen Er kunnen geen beelden worden gemaakt of opgeslagen. Controleer of de kaart correct is geplaatst ( Vervang de kaart als deze vol is of wis overbodige beelden om ruimte vrij te maken De kaart kan niet worden gebruikt. Kaarten plaatsen/verwijderen Foutcodes als er een kaartgerelateerde...
  • Pagina 282 Het beeld flikkert of er zijn horizontale strepen te zien tijdens de video- opname. Flikkerend beeld, horizontale strepen (ruis) of onregelmatige belichting kunnen worden veroorzaakt door tl-verlichting, ledlampen of andere lichtbronnen tijdens video-opname. Bovendien kunnen veranderingen in de belichting (helderheid) of de kleurtoon worden opgenomen.
  • Pagina 283 Problemen met draadloze functies Kan niet koppelen met een smartphone. Gebruik een smartphone die compatibel is met Bluetooth Specification Version 4.2 of later. Schakel Bluetooth in vanaf het instellingenscherm van de smartphone. Houd er rekening mee dat koppelen met de camera niet mogelijk is vanaf het Bluetooth- instellingenscherm van de smartphone.
  • Pagina 284 Problemen met de bediening De camerawerking is incorrect. De knoppen reageren niet. Er is mogelijk een interne fout opgetreden. Zet de camera geforceerd uit door de knoppen < > en < > tegelijk 8 seconden ingedrukt te houden. Wacht een ogenblik voordat u de camera opnieuw start door te drukken op de knop <...
  • Pagina 285 Foutcodes (1) Foutnummer (2) Oorzaak en tegenmaatregelen Als er zich een probleem met de camera voordoet, wordt er een foutmelding weergegeven. Volg de instructies op het scherm. Als het probleem aanhoudt, noteer dan de foutcode (Err xx) en dien een serviceverzoek in.
  • Pagina 286 Informatiedisplay Video-opnamescherm Scherm voor foto-opname Afspeelscherm Video-opnamescherm Telkens als u op de knop < > drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven.
  • Pagina 287 Sluitertijd Temperatuurstijging Waarschuwing hoge temperatuur AF-punt Geluidsopnameniveau-indicator Sluitertijd/diafragmawaarde/belichtingscompensatiewaarde/ISO-snelheid/ISO speed Waarschuwing voor oververhitting Beschikbare video-opnametijd/verlopen opnameduur Belichtingscorrectiewaarde (10) Accuniveau (11) Geluidsopname uit (12) Digitale zoom (13) ISO-snelheid (14) Opnamemodus (15) Diafragmawaarde (16) AF-punt instellen op midden (17) Wi-Fi-signaalsterkte (18) Status van de automatische scherpstelling (19) Bluetooth-functie (20)
  • Pagina 288 Scherm voor foto-opname Telkens als u op de knop < > drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Alleen de instellingen die momenteel zijn toegepast worden weergegeven. Beschikbare opnamen Accuniveau Wi-Fi-functie Zelfontspanner Helderheid Waarschuwing hoge temperatuur Waarschuwing voor beeldkwaliteit foto's Waarschuwing voor oververhitting Opnamemodus (10) Wi-Fi-signaalsterkte...
  • Pagina 289 Opmerking Na het instellen van aanpassingen kunnen tijdelijk andere pictogrammen worden weergegeven. Als het scherm wordt uitgeklapt, verandert de weergavepositie van de getoonde informatie.
  • Pagina 290 Afspeelscherm Weergave gedetailleerde informatie voor video's Video-opnamemodus Kleurtoon Witbalans Kleurfilter Video-opnameformaat Framerate Compressiemethode voor video's Informatie over de oriëntatie van video Belichtingscorrectiewaarde (10) Instelling digitale beeldstabilisator (11) Opnametijd * Voor de eenvoud wordt geen uitleg gegeven voor items die ook zijn opgenomen in de basis/gedetailleerde informatieweergave voor foto's, die hier niet worden weergegeven.
  • Pagina 291 Weergave basisinformatie voor foto's Wi-Fi-signaalsterkte Wi-Fi-functie Accuniveau Aantal keren afspelen/totaal aantal opgenomen beelden Beelden naar smartphone verzenden Vliegtuigmodus Sluitertijd Diafragmawaarde Helderheid (10) Bluetooth-functie (11) Classificatie (12) Beeldbeveiliging (13) Mapnummer - Bestandsnummer (14) Beeldkwaliteit (15) ISO-snelheid...
  • Pagina 292 Waarschuwing Als het beeld is gemaakt met een andere camera, wordt bepaalde opname- informatie mogelijk niet weergegeven. Het kan zijn dat het niet mogelijk is om beelden die zijn gemaakt met deze camera op andere camera's weer te geven.
  • Pagina 293 Weergave gedetailleerde informatie voor foto's Sluitertijd Opnamemodus Diafragmawaarde Helderheid Opnamedatum en -tijd Histogram (Helderheid/RGB) ISO-snelheid Schuifbalk Beeldkwaliteit (10) Bestandsgrootte...
  • Pagina 294 Specificaties Lens Tijdens video-opnamen 6,6 mm (gelijk aan formaat circa 19 mm, 35 mm) (Full HD, 16:9) Brandpuntsafstand Bij foto-opname 6,6 mm (gelijk aan formaat circa 18 mm, 35 mm) Tijdens video-opnamen 97,5° (Full HD, 16:9) Beeldhoek Bij foto-opname 100,2° Optisch zoomen Geen Scherpstelbereik...
  • Pagina 295 Opnamesysteem Beeldopname-indeling: Voldoet aan Design rule for Camera File System 2.0 en Exif 2.31* * 1: Ondersteunt tijdoffsetinformatie Opnametype en extensie Opnametype Extensie Foto's JPEG .JPG Video's IPB (Standaard), IPB (Licht) .MP4 Opnamemedia microSD-, microSDHC- en microSDXC-geheugenkaarten UHS-II Niet ondersteund UHS-I Ondersteund UHS Speed Class...
  • Pagina 296 JPEG 7940 15630 * 1: Het aantal opnamen met een kaart van 32 GB die voldoet aan Canon-teststandaarden. * Bestandsgroottes worden bepaald op basis van Canon-teststandaarden. * Bestandsgrootte en aantal beschikbare opnamen variëren met de opnameomstandigheden (zoals aspect ratio, onderwerp, ISO-snelheid en aangepaste functies).
  • Pagina 297 Video-opname Indeling voor video-opnamen Containerformaat Compressie H.264/MPEG-4 AVC Audio Video-opnameformaat - overzicht Framerate (fps) Video- Video- Audio- Resolutie Aspect ratio opnameformaat compressie compressie NTSC 29,97 4K UHD 3840×2160 16:9 25,00 23,98 (Standaard) 59,94 50,00 IPB (Licht) 29,97 25,00 Full HD 1920×1080 16:9 23,98...
  • Pagina 298 Geschatte opnametijd, bitsnelheid voor video's en bestandsgrootte Bitsnelheid Bestands- Totale opnameduur (circa) voor video's grootte Video-opnameformaat (circa (circa MB/ 32 GB 128 GB 512 GB Mbps) min) 2 uur 21 9 uur 27 35 min. 29,97 fps (Standaard) min. min. 4K UHD 25,00 fps 1 uur 10...
  • Pagina 299 Minimumvereisten voor de kaart (video-opnamen) [schrijf-/leessnelheid] Minimumvereisten voor Video-opnameformaat kaartprestaties UHS Speed Class 3 of IPB (Standaard) 29,97 fps hoger 4K UHD 25,00 fps SD Speed Class 10 of 23,98 fps IPB (Licht) hoger SD Speed Class 10 of IPB (Standaard) hoger 59,94 fps 50,00 fps...
  • Pagina 300 Automatische scherpstelling (AF) Scherpstelmethode: Contrastdetectie Scherpstelling Foto-opname Video-opname AF-werking • 1-beeld AF • Servo AF voor video's • Gezicht volgen AF AF-methode • Gezicht volgen AF • Opgegeven frame AF AF-vergrendeling • Niet ondersteund • Tikken om te starten/stoppen AF* Handmatige scherpstelling (MF) Niet ondersteund * 1: Geactiveerd door de toets met rood kruis tijdens uitvoer naar één scherm via HDMI.
  • Pagina 301 Belichting Meetmethode: 384-zonemeting (24×16) met de beeldsensor Meetmethode: Meervlaksmeting Sluiter Foto-opname Type: Rollende sluiter, met gebruik van de beeldsensor Sluitertijd: 1/2000–1/8 sec. * Tot 1,0 sec. afhankelijk van de scène. Video-opname Type: Rollende sluiter, met gebruik van de beeldsensor Sluitertijd: 1/4000–1/25 sec.
  • Pagina 302 Oplaadtijd PD-E1 (bij kamertemperatuur) Circa 1 uur 50 min. * Voor het volledig opladen van een volledig lege accu (tenzij diep ontladen; details volgens Canon- teststandaarden). * De vereiste oplaadtijd en de geladen hoeveelheid verschillen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de resterende capaciteit.
  • Pagina 303 Afmetingen en gewicht Afmetingen (W) × (H) × (D) Circa 63,4×90,0×34,3 mm Gewicht Kleur buitenkant Gewicht Zwart Circa 211 g Lichaam (inclusief kaart) Zilver Circa 211 g Alleen lichaam Zwart/zilver Circa 210 g Gebruiksomgeving Gebruikstemperatuur: 0–40 °C Operationele luchtvochtigheid: 10%–90%...
  • Pagina 304 Wi-Fi-communicatie (Wireless Lan) Ondersteunde standaarden (gelijk aan standaarden IEEE 802.11b/g/n) Wi-Fi-standaarden Overdrachtsmethode Maximale koppelingssnelheid IEEE 802.11b DSSS-modulatie 11 Mbps IEEE 802.11g 54 Mbps OFDM-modulatie IEEE 802.11n 72,2 Mbps * Niet compatibel met MIMO (Multiple-Input en Multiple-Output). Overdrachtsfrequentie (centrale frequentie) Frequentie 2412-2462 MHz Kanalen 1 tot 11 k...
  • Pagina 305 Voordat u de camera afvoert Waarschuwing HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE ACCU'S AAN DE LOKALE VOORSCHRIFTEN HIERVOOR. Opmerking Voor het verwijderen van schroeven wordt een kruiskopschroevendraaier voor M1.4-schroeven aanbevolen. Zet de camera uit. Verwijder de acht schroeven.
  • Pagina 306 Verwijder de achterklep. Verwijder de zeven schroeven. U hoeft de kleine schroeven naast (1) niet te verwijderen.
  • Pagina 307 Verwijder de voorklep zoals aangegeven en houd deze aan de zijkant vast. Naast de bovenkant van de voorklep bevindt zich een tabje dat de klep op zijn plaats houdt. Het tabje kan in de weg zitten bij het verwijderen van de klep, dus pas geleidelijk wat kracht toe terwijl u de klep verwijdert.
  • Pagina 308 ® Het Bluetooth -woordmerk en de Bluetooth-logo's zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze merken door Canon Inc. is onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van hun respectievelijke eigenaars. USB Type-C™ en USB-C™ zijn handelsmerken van USB Implementers Forum.
  • Pagina 309 About MPEG-4 Licensing “This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video.
  • Pagina 310 Het gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen Dit product is zodanig ontworpen dat het optimale prestaties levert wanneer het wordt gebruikt in combinatie met originele Canon-accessoires. Het is zeer raadzaam dit product te gebruiken met originele Canon-accessoires. Canon is niet verantwoordelijk voor enige schade aan dit product en/of ongelukken zoals defecten, brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door storingen van niet-originele Canon-accessoires.