Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dell OptiPlex 380 Onderhoudshandleiding pagina 3

Verberg thumbnails Zie ook voor OptiPlex 380:
Inhoudsopgave

Advertenties

(Geheugentechnologie), DIMM_1 Size (Grootte DIMM_1), DIMM_2 Size (Grootte DIMM_2), DIMM_3 Size (Grootte
DIMM_3) en DIMM_4 Size (Grootte DIMM_4).
Processorinformatie: Toont Processor Type (Processortype), Processor Speed (Processorsnelheid), Processor Bus Speed
(Processorbussnelheid), Processor L2 cache (L2-cache processor), Processor ID (Processor-id), Microcode Version
(Microcodeversie), Multi Core Capable (met meerdere kernen) en HT Capable 64-bit Technology (HT capabele 64-bits-
technologie).
PCI-informatie: Toont beschikbare sleuven op het moederbord.
 
Date/Time
De systeemdatum en -tijd. Wijzigingen van de systeemdatum en -tijd worden direct uitgevoerd.
(Datum/tijd)
Boot Sequence
De volgorde waarin de computer naar een besturingssysteem zoekt op de apparaten die zijn opgegeven in de lijst.
(Opstartvolgorde)
Onboard or USB Floppy (Geïntegreerd of USB-diskettestation)
Hard drive (Vaste schijf) (vermeldt het modelnummer van de huidig geïnstalleerde vaste schijf in de computer) 
Onboard or USB CD-Rom Drive (Geïntegreerd of USB-cd-romstation)
USB Device (USB-apparaat)
Schijven en stations
Diskette drive
Dit veld bepaalt hoe het BIOS de diskettestations configureert; besturingssystemen met USB-ondersteuning herkennen USB-
(Diskettestation)
diskettestations zonder rekening te houden met deze instelling:
De Setup(Instellingen)-optie "USB-controller" heeft gevolgen voor de werking van het diskettestation.
SATA Operation (SATA-
configureert de werkstand van de geïntegreerde vasteschijfcontroller.
bediening)
 
De Legacy-modus zorgt voor compatibiliteit met sommige oudere besturingssystemen die geen ondersteuning bieden voor
systeemeigen bronnen die zijn toegewezen aan de controller van een diskettestation.
N.B.: De RAID-modus is niet compatibel met ImageServer. Schakel de RAID-modus uit om Image Server in te schakelen.
S.M.A.R.T. Reporting
Dit veld bepaalt of vasteschijffouten voor geïntegreerde stations tijdens het opstarten van het systeem worden gemeld. Deze 
(S.M.A.R.T.-rapportage)
technologie is deel van de S.M.A.R.T.-specificatie (Self Monitoring Analysis and Reporting Technology).
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Schijven en stations
Hiermee schakelt u de SATA- of ATA-schijven en -stations die op het moederbord zijn aangesloten, in of uit.
Systeemconfiguratie
Integrated NIC (Geïntegreerde 
netwerkkaart)
 
USB for FlexBay (USB voor FlexBay)
USB Controller (USB-controller)
Parallel Port (Parallelle poort)
Parallel Port Address (Adres van
parallelle poort)
Disable - All Floppy drive are disable (Uitschakelen - Alle diskettestations zijn uitgeschakeld).
Enable - All floppy drive are enable (Inschakelen - Alle diskettestations zijn ingeschakeld).
RAID Autodetect / AHCI = RAID voor ondertekende stations, anders AHCI.
RAID Autodetect / ATA= RAID voor ondertekende stations, anders ATA.
RAID On / ATA (RAID ingeschakeld / ATA) = SATA wordt geconfigureerd voor RAID bij het opstarten.
Legacy = De vasteschijfcontroller wordt geconfigureerd voor de legacy-modus.
Hiermee schakelt u de geïntegreerde netwerkkaart in of uit. U kunt de geïntegreerde netwerkkaart als volgt instellen:
Disable (Uitschakelen)
Enable (Inschakelen) (standaardinstelling)
Enable with PXE (Inschakelen met PXE)
Enable with ImageServer (Inschakelen met ImageServer)
ImageServer is niet compatibel met de RAID-modus. Schakel de RAID-modus uit als u ImageServer inschakelt.
PXE is uitsluitend nodig als u een besturingssysteem op een server wilt opstarten, niet als u een besturingssysteem wilt
opstarten dat op een vaste schijf van dit systeem staat.
Dit veld schakelt het interne USB voor FlexBay-compartiment in en uit; de volgende instellingen zijn beschikbaar:
Disable (Uitschakelen) - Interne USB for FlexBay is uitgeschakeld.
Enable (Inschakelen) - Interne USB voor FlexBay is ingeschakeld.
No Boot (Niet opstarten) - Interne USB voor FlexBay is ingeschakeld, maar opstarten is niet mogelijk.
(standaardinstelling)
Hiermee schakelt u de geïntegreerde USB-controller in of uit. U kunt de USB-controller als volgt instellen:
Enable (Inschakelen) (standaardinstelling)
Disable (Uitschakelen)
No boot (Niet opstarten)
Besturingssystemen met USB-ondersteuning herkennen USB-opslagapparaten.
Hier worden de instellingen van de parallelle poort opgegeven en gedefinieerd. U kunt de parallelle poort als volgt
instellen:
Disable (Uitschakelen)
AT
PS/2 (standaardinstelling)
EPP
ECP No DMA
ECP DMA 1
ECP DMA 3
Hiermee stelt u het basis-I/O-adres in van de geïntegreerde parallelle poort.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave