3
Gebruik in het opstartmenu de pijltoetsen Omhoog/Omlaag om de optie
diagnostiek te selecteren en druk vervolgens op Enter.
OPMERKING: Het venster Enhanced Pre-boot System Assessment
geeft een overzicht van alle door de computer gedetecteerde
apparaten. Het diagnoseprogramma start de tests voor alle
gedetecteerde apparaten.
4
Druk op de pijl in de rechterbenedenhoek om naar de paginalijst te gaan.
De gedetecteerde items staan vermeld en zijn getest.
5
Als u alleen een test voor een specifiek apparaat wilt laten uitvoeren, drukt u op
Esc en klikt u op Yes (Ja) om de diagnosetest te stoppen.
6
Selecteer het apparaat in het linkervenster en klik op Run Tests (Tests starten).
7
Van eventuele problemen worden foutcodes weergegeven.
Noteer de foutcode(s) en neem contact op met Dell.
of
8
Sluit de computer af.
9
Houd de toets Fn gelijktijdig ingedrukt met de aan/uit-knop en laat beide daarna
los.
10 Herhaal de stappen 3-7 hierboven.
Diagnostische lampjes systeem
Lampje voeding en batterijstatus
Geeft de status van de voeding en de batterij weer.
Wit lampje - netadapter is aangesloten en de batterij is voor meer dan 5 procent
opgeladen.
Oranje lampje - computer werkt op de batterij en de batterij heeft minder dan 5
procent vermogen.
Off (Uit)
•
Netadapter is aangesloten en de accu is volledig opgeladen.
•
De computer werkt op de accu en de accu heeft meer dan 5 procent vermogen.
•
Computer is in slaapstand, sluimerstand of uitgeschakeld.
Het statuslampje van de voeding en de batterij knippert oranje en pieptooncodes
geven aan dat er storingen zijn.
Bijvoorbeeld, het statuslampje van de voeding en de batterij knippert twee keer
oranje gevolgd door en pauze, en knippert vervolgens drie keer gevolgd door een
114