8 Toestel
8.1 Ruit
De ruit is te openen voor het schoonmaken aan de binnenzijde. Voor het plaatsen van de houtset, het afstellen van het
toestel en het onderhoud dient de ruit te worden uitgenomen.
3
- Voorkom beschadiging bij het verwijderen/plaatsen van de ruit.
- Gebruik de bijgeleverde dopsleutel voor het losdraaien en vastzetten van de parkers.
- Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit, omdat deze inbranden.
8.1.1 Verwijderen zijruit
Ga als volgt te werk voor het openen van de ruit (zie afb. 8-1).
3
Open de ruit alleen als het toestel uit staat en op kamertemperatuur is.
3
Voorkom dat de ruit beschadigt.
1
Neem de verende ruitstrip bij de handgrepen en plaats deze op de bovenliggende beugels.
Pak de ruit aan beide zijkanten vast, kantel de ruit aan de bovenzijde iets van het toestel af en til de ruit schuin omhoog.
1
Kantel de ruit aan de onderzijde van het toestel af en neem de ruit uit.
1
8.1.2 Verwijderen voorruit/achterruit
Ga als volgt te werk voor het openen van de ruit (zie afb. 8-2).
3
Open de ruit alleen als het toestel uit staat en op kamertemperatuur is.
Voorkom dat de ruit beschadigt.
3
De zijruit dient eerst verwijderd te worden (zie paragraaf 8.1.1).
1
1
Schuif, indien van toepassing, de ondersierstrip van het toestel af. Deze hoeft niet uitgenomen te worden.
1
Pak de verticale sierstrip aan de bovenzijde vast, kantel de verticale sierstrip en neem deze uit.
1
Draai de parkers van de verticale glasstrip uit en verwijder de verticale glasstrip.
1
Draai de parkers van de bovenglasstrip uit en verwijder de bovenglasstrip.
Plaats de zuignap op de voorruit.
1
Pak de ruit aan de zuignap en de zijkant vast en kantel de bovenkant iets van het toestel af.
1
Til de ruit en beweeg deze zijwaarts.
1
1
Kantel de ruit aan de onderzijde van het toesel af en neem de ruit uit.
8.1.3 Plaatsen van de ruit(en)
Plaats de ruit alleen terug in het toestel wanneer deze is schoon gemaakt. Ga als volgt te werk voor het sluiten van de
ruit. Het plaatsen van de ruit gaat in omgekeerde volgorde van het verwijderen zoals in 8.1.1 en 8.1.2 is beschreven (Zie
afb. 8-1 en 8-2):
3
- Zorg ervoor dat de gleuf, waar de ruit in komt, vrij is van vuil voordat de ruit wordt geplaatst.
- Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit, omdat deze inbranden.
- Draai de parkers niet te vast ter voorkoming van afbreken en/of doldraaien.
- Plaats de ruit met het logo rechtsonder.
Zorg dat de voor- en achterruit volledig aansluit op de zijruit (er mag geen opening ontstaan tussen de ruiten). Indien de
3
voor-, achter- en zijruit niet op elkaar aansluiten:
1
Draai de parkers van de glasstrip van de ruit aan de voor- en achterzijde enkele slagen los.
1
Schuif de voor- en achterruit strak tegen de zijruit aan.
3
Voorkom dat er afdichtingsband tussen de voor-, achter- en zijruit zit (waar de ruiten op elkaar aansluiten).
Draai de parkers van de glasstrip vast.
1
Inst allat iehand leid ing
30