Inhoudsopgave
Advertenties
Inleiding
Naam
j Draaiknop verticale
lensverschuiving
k Draaiknop horizon‐
tale lensverschui‐
ving
l Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
Knoppen/indicatielampjes
a
b
Indicatielampje
c
d
e
f
g
Helderheidssensor
h
i
Draai de knop om de positie van de geprojecteerde afbeelding omhoog of omlaag
te verplaatsen.
pag.30
s
Draai de knop om de positie van de geprojecteerde afbeelding naar links of naar
rechts te verplaatsen.
s
Bedieningspaneel op de projector.
Het oranje lampje knippert wanneer het tijd wordt om de lamp te vervangen.
Foutmeldingen worden aangegeven door een combinatie van lampjes die
branden of knipperen.
Knippert tijdens het opwarmen of afkoelen. De status van de projector wordt
aangegeven door een combinatie van lampjes die branden of knipperen.
pag.94
s
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
Brandt wanneer de projector aan is.
Hiermee selecteert u het beeld van een andere ingang.
Hiermee selecteert u de instellingswaarde voor het volume en de menuopties.
pag.32
s
Wanneer het scherm Keystone wordt weergegeven, voert u hiermee een ho‐
rizontale keystonecorrectie uit.
Hiermee selecteert u instellingen voor menuopties.
Wanneer het scherm Keystone wordt weergegeven, voert u hiermee een ver‐
ticale keystonecorrectie uit.
Detecteert de helderheid van de ruimte. Met Kleurmodus op "Automatisch"
wordt de optimale beeldkwaliteit ingesteld op basis van de helderheid die de
sensor detecteert.
s
Wanneer een menu wordt weergegeven, keert u hiermee terug naar het vorige
menuniveau.
pag.77
s
Wanneer een menu wordt weergegeven, selecteert u hiermee functies en in‐
stellingen.
pag.77
s
Functie
pag.30
pag.7
s
Functie
pag.94
s
s
pag.96
s
pag.31
s
pag.31
s
pag.34
7
pag.26
pag.27
s
pag.31
s
Advertenties
Inhoudsopgave
