Basishandelingen
Projecteren starten en stoppen
De projector aanzetten en projecteren
a
Sluit de apparatuur aan op de
projector.
b
Sluit het stroomsnoer aan.
Gebruik het meegeleverde stroomsnoer.
c
Verwijder de lensdop.
d
Zet de aangesloten apparatuur aan.
c
•
Met de functie Kinderslot van deze projector kunt u voorkomen dat kinderen het apparaat per ongeluk
aanzetten. Met de functie Toetsvergrendeling voorkomt u dat u per ongeluk iets doet op de projector.
Instellingen - Slotinstelling - Kinderslot/Toetsvergrendeling
s
•
Als u de projector op een hoogte van 1.500 m of hoger gebruikt, stel dan Hoogtemodus in op Aan.
Instellingen - Bewerking - Hoogtemodus
s
•
Met de functie Autom. configuratie van de project worden automatisch optimale instellingen
geselecteerd wanneer het ingangssignaal verandert van het beeld van de aangesloten computer.
Signaal - Autom. configuratie
s
•
Deze projector wordt standaard geleverd met een Trigger Out-poort om de huidige voedingsstatus
van de projector (aan/uit) door te geven aan externe apparatuur. Wanneer u deze functie wilt
gebruiken, moet u Trigger Uit instellen.
•
Tijdens het projecteren moet u de lensdop niet bevestigen.
•
Als u de projector aan het plafond hangt en de lensdop verwijdert, moet u de dop op een veilige plaats
bewaren. U hebt de lensdop later weer nodig bij eventueel transport van de projector.
e
Zet de projector aan.
Afstandsbedie‐
c
Waarschuwing
Kijk niet in de lens tijdens het projecteren.
Let op
Haal het stroomsnoer niet uit de
hoofdprojectoreenheid of het stopcontact tijdens
projecteren.
pag.82
pag.80
Instellingen - Bewerking - Trigger Uit
s
26
Bedieningspaneel
ning
Wanneer Dir. Inschakelen is
ingesteld op Aan, kunt u
beginnen met projecteren door
de stekker van het stroomsnoer in
het stopcontact te steken, zonder
dat u verder op knoppen hoeft te
drukken.
Instellingen -
s
Bewerking - Dir.
Inschakelen
pag.82
pag.82
pag.82