Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
3.3 Afstelling
De LED in de eindkap van de veiligheidssensor CSS 180 dient als
afstelhulp.
De gele knipperende LED van een sensor geeft aan dat de
schakelafstand bijgeregeld moet worden. Verminder de afstand tussen
de sensor en de bediensleutel, todat de LED in de eindkap van de
veiligheidssensor een continu geel signaal geeft. In deze positie bereikt
de sensor een betrouwbare schakelpositie (zie ook werkingsprincipe
van de diagnose-uitgang).
De correcte functie moet altijd via de aangesloten veiligheidsmodule
gecontroleerd worden.
3.4 Schakelafstand
De curven geven de in- en uitschakelpunten van de veiligheidssensor
weer door de nadering van de bediensleutel. De maximale afwijking
van de bediensleutel ten opzichte van het middelpunt van de sensor
bedraagt 7 mm. Een verdekte montage van de veiligheidssensor of de
bediensleutel vermindert de schakelafstand.
V
Typisch reactiebereik van de sensor
S [mm]
S
10
9
7
6
5
0
[mm]
-8
-7
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
Legende
S
Schakelafstand
V
Zijdelingse afwijking
S
Inschakelafstand
on
S
Uitschakelafstand
off
S
Hysteresisbereik
S
h
S
Zekere inschakelafstand volgens IEC 60947-5-3
ao
S
Zeker uitschakelpunt volgens EN 60947-5-3
ar
4
S
ar
S
OFF
S
ON
S
ao
1 2 3 4
5 6 7 8
V [mm]
= S
– S
h
off
on
4. Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
De voedingsspanning van de veiligheidssensoren moet beveiligd
zijn tegen permanente overspanning. In geval van een fout mag de
spanning 60V niet overschrijden. Wij raden het gebruik van PELV
eenheden aan voor de spanningstoevoer.
De veiligheidsuitgangen kunnen rechtstreeks opgenomen worden in
het veiligheidscircuit van de besturing. Voor toepassingen tot PL d /
categorie 3 volgens ISO 13849-1 moeten de veiligheidsuitgangen van
de veiligheidssensor of de sensorketting op een veiligheidsmodule van
dezelfde categorie aangesloten worden. Als de veiligheidssensor op
relais of niet-veilige besturingscomponenten aangesloten wordt, is een
nieuwe risicoanalyse vereist.
Eisen voor de navolgend geschakelde veiligheidsmodule:
• Tweekanalige veiligheidsingang, geschikt voor p-schakelende
veiligheidssensoren met verbreekfunctie
De veiligheidsmodule moet de interne functietests van de sensoren met
cyclische uitschakeling van de sensoruitgangen gedurende max. 2 ms
tolereren. De veiligheidsmodule moet niet met een dwarssluitdetectie
uitgerust zijn. De veiligheidsmodule hoeft niet noodzakelijk met
dwarssluitdetectie uitgerust te zijn.
4.2 Aansluitschema
Aansluitkabel 2 m Lengte
Kabeldoorsnede:
BN
BU
BK
WH
Aderkleuren aansluitkabel
BN (bruin)
BU (blauw)
BK (zwart)
WH (wit)
NL
CSS 180LC
4 x 0,5 mm²
Aansluitschema
A1 Ue
A2 GND
Y1 veiligheidsuitgang 1
Y2 veiligheidsuitgang 2