Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Classificatie; Montage; Algemene Montage-Instructies; Afmetingen - schmersal CSS 180LC Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
Diagnoseuitgang:
Nominale bedrijfsspanning U
:
e2
Nominale bedrijfsstroom l
:
e2
Gebruikscategorie:
Kortsluitvoorziening:
Zekering volgens EN
60127:
EMC bestendigheid:
Elektromagnetische stoorstraling:

2.6 Classificatie

Voorschriften:
PL:
Categorie:
PFH:
SIL:
Gebruiksduur:

3. montage

3.1 Algemene montage-instructies

Bij de montage moeten de eisen van ISO 14119 (vooral
paragraaf 7) gerespecteerd worden.
De component kan in willekeurige positie gemonteerd worden.
De enige voorwaarde is dat de actieve oppervlakken van de
veiligheidssensor en de bediensleutel zich tegenover elkaar bevinden.
De afstand tussen de beide vlakken moet kleiner zijn dan 6 mm als de
veiligheidsdeur gesloten is. De veilige schakelafstand Sar moet in acht
genomen worden. De behuizing van de sensor mag niet als aanslag
gebruikt worden. De veiligheidssensor mag alleen binnen de zekere
schakelafstanden S
en S
gebruikt worden. De veiligheidssensor kan
ao
ar
met de meegeleverde moeren M18 (sleutelmaat 24) bevestigd worden.
Het maximale aandraaimoment bedraagt 500 Ncm. Alternatief kan de
zadelklem H 18 (toebehoren) voor de bevestiging gebruikt worden. Een
verdekte montage is mogelijk, wat echter de schakelafstand beperkt.
Die beperking is minder, als de sensor boven het materiaal uitsteekt.
De bediensleutel CST 180-1 heeft twee over 90° gedraaide
bevestigingsopeningen. Het maximale aandraaimoment van de
meegeleverde schroeven bedraagt 100 Ncm.
De bediensleutel CST-180-2 wordt in een voorbereid tapgat M 18 x
1 geschroefd. Gebruik hiervoor de sleuf aan de voorkant. Het fixeren
moet op een gepaste wijze, bijvoorbeeld met secondenlijm of een
contramoer gebeuren.
De bediensleutel of de klem moet via geschikte maatregelen
(gebruik van eenwegschroeven, lijmen, uitboren van de
schroefkoppen, borgen met pennen) onlosmakelijk aan
de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen
verschuiven beveiligd worden.
Om een wederzijdse beïnvloeding en een reductie van de
schakelafstanden te vermijden, moeten de volgende opmerkingen in
acht genomen worden:
• Bevestig de veiligheidssensor en de bediensleutel onlosmakelijk
aan de beschermvoorziening (bijv. borg de schroeven of gebruik
eenwegschroeven)
• De aanwezigheid van metalen delen in de nabijheid van de sensor
kan de schakelafstand beïnvloeden
• Houd metaalspanen uit de buurt van de sensor en de bediensleutel
• Minimumafstand tussen twee sensoren: 100 mm
p-schakelend, kortsluitvast
ligt max. 4 V onder U
max. 0,05 A
DC-12 Ue/Ie 24 VDC / 0,05 A
DC-13 Ue/Ie 24 VDC / 0,05 A
1,0 A gG bij uitgangsstroom ≤ 200 mA
1,6 A gG bij uitgangsstroom > 200 mA
volgens EN 61000-6-2
volgens EN 61000-6-4
ISO 13849-1, IEC 61508
1,0 x 10

3.2 Afmetingen

Alle maten in mm.
e
Veiligheidssensor
98
4
24
1
54
tot d
tot 3
-8
/ h
Bediensleutel CST 180-1
tot 2
20 jaar
Bediensleutel CST 180-2
Zadelklem H 18
NL
CSS 180LC
LED
33,5
46
M18 x 1
¤16,6
M 5
17
33
46
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave