Suunto DX
Waarschuwingen lage luchtdruk
De duikcomputer waarschuwt u met twee (2) hoorbare dubbele piepen en een knipperende
drukdisplay wanneer de flesdruk 50 bar (700 psi) bereikt.
Er zijn twee (2) dubbele piepgeluiden hoorbaar wanneer de flesdruk de vastgestelde
alarmdruk bereikt en wanneer de resttijd nul bereikt.
3.26.1. Draadloze overdracht
Om de draadloze overdracht van data over de flesdruk naar Suunto DX in te schakelen is het
volgende vereist:
1. Installatie van de Suunto Wireless Transmitter (draadloze zender) op uw ademautomaat.
2. Koppel de zender met uw Suunto DX.
3. Schakel de draadloze integratie in onder de instellingen van uw Suunto DX.
De zender schakelt naar de energiebesparende modus met een langzamere verzendsnelheid
indien de flesdruk gedurende vijf (5) minuten onveranderd blijft.
De optionele zender verzendt een lage batterijwaarschuwing (batt (batt)) wanneer de
batterijspanning te laag is. Dit wordt dan in plaats van de drukweergave periodiek
weergegeven Wanneer u deze waarschuwing krijgt, moet de batterij van de flesdrukzender
vervangen worden.
3.26.2. Installeren en koppelen zender
Wanneer u de draadloze zender van Suunto aanschaft, raken wij u ten sterkste aan om de
zender door uw Suunto-vertegenwoordiger aan de eerste trap van uw ademautomaat te laten
bevestigen.
Het apparaat dient na de installatie een druktest te ondergaan en hier is gekwalificeerd
personeel voor vereist.
Om draadloze data te kunnen ontvangen, dient de zender met de Suunto DX gekoppeld te
worden.
De draadloze zender wordt geactiveerd wanneer de flesdruk meer dan 15 bar (300 psi) meet.
De zender verzendt dan, vergezeld van een codenummer, data over de druk.
Wanneer uw Suunto DX zich binnen 0,3 m (1 ft) van de zender begeeft, ontvangt deze de
code en slaat deze de code op. De zender en de Suunto DX zijn nu gekoppeld. De Suunto
DX geeft nu met deze code de ontvangen data over de druk weer. Door deze codeprocedure
wordt voorkomen dat data van andere duikers die ook een Suunto Wireless Transmitter
dragen, door elkaar worden gehaald.
OPMERKING: De koppelingsprocedure hoeft normaal gesproken slechts eenmaal te
worden uitgevoerd. Het kan zijn dat u de koppelingsprocedure opnieuw moet uitvoeren
indien een duiker binnen uw groep dezelfde code gebruikt.
Een nieuwe zendercode toewijzen:
1. Draai de kraan van de fles langzaam helemaal open om het systeem onder druk te zetten.
2. Sluit de kraan van de fles direct.
3. Haal snel de druk van de ademautomaat af, zodat de druk is verminderd tot lager dan 10
bar (145 psi).
41