Suunto DX
Plafond, plafondzone, vloer- en decompressiebereik
Voordat u een decompressieduik maakt, moet u de betekenis van plafond, plafondzone, vloer
en decompressiebereik begrijpen. U moet deze concepten begrijpen om de richtlijnen van de
duikcomputer correct te kunnen interpreteren.
Het plafond is de ondiepste diepte naar waar u bij decompressie moet opstijgen.
•
De plafondzone is het optimale bereik van de decompressiediepte. Dit is het bereik
•
tussen de plafonddiepte en 1,2 m onder dat plafond.
De vloer is de diepste diepte waarop de decompressietijd niet toeneemt. Decompressie
•
begint wanneer u deze diepte tijdens uw opstijging passeert.
Het decompressiebereik is het dieptebereik tussen plafond en vloer. Binnen dit bereik
•
vindt decompressie plaats. Het is echter belangrijk om te onthouden dat decompresseren
op of vlak bij de vloer langzamer verloopt dan decompresseren in vergelijking met de
plafondzone.
De diepte van het plafond en de vloer is afhankelijk van uw duikprofiel. De plafonddiepte is
vrij ondiep wanneer u de decompressieduik start. Maar als u op diepte blijft, daalt de
plafonddiepte en neemt de opstijgtijd toe. Het tegendeel is ook waar: de diepte van de vloer
en het plafond kan tijdens het decompresseren naar boven verschuiven.
Bij ruwe omstandigheden kan het moeilijk zijn om een constante diepte in de buurt van het
oppervlak te handhaven. In dergelijke gevallen is het beter om een diepte iets onder het
plafond te handhaven, zodat de golven u niet boven het plafond tillen. Suunto raadt u aan om
dieper dan 4 meter te decompresseren, zelfs als het aangegeven plafond ondieper is.
Opstijgtijd
De opstijgtijd die op uw duikcomputer wordt weergegeven is de minimale tijd die nodig is om
bij een decompressieduik aan de oppervlakte te komen. Dit omvat ook:
Tijd die nodig is om dieptestops te doen
•
Opstijgtijd vanaf diepte bij een opstijgsnelheid van 10 m (32,8 ft) per minuut
•
Tijd nodig voor decompressie
•
Tijd die nodig is voor extra veiligheidsstops als het opstijgen te snel gaat tijdens de duik
•
WAARSCHUWING: Uw daadwerkelijke opstijgtijd kan langer zijn dan door de Suunto DX
wordt weergegeven. Dit kan langer zijn als uw opstijgsnelheid langzamer is dan 10 m (32,8 ft)
per minuut of als u een decompressiestop uitvoert die dieper is dan het aanbevolen plafond.
Houd hier wel rekening mee, omdat hiervoor meer ademgas nodig is om het oppervlak te
bereiken.
Richtlijnen voor decompressie
Tijdens een decompressieduik kunnen er drie soorten stops nodig zijn:
Veiligheidsstop
•
Dieptestop
•
Decompressiestop
•
Hoewel het niet word aangeraden, kunt u dieptestops en veiligheidsstops afbreken
(negeren). Suunto DX straft dergelijke acties af met extra stops of andere maatregelen, tijdens
de duik of voor volgende duiken. Voor meer informatie, zie 3.20. Veiligheidsstops en
dieptestops.
21