Suunto DX
Als u tijdens een duik meer dan een gas gebruikt, stelt Suunto DX u in staat om tijdens de
duik te wisselen tussen beschikbare gasmengsels.
Een duik begint altijd met Mix1 (Mix1). U kunt overschakelen op een ander beschikbaar
mengsel dat binnen de vooraf bepaalde maximale partiële zuurstofdruk is. De
weefselberekening tijdens de duik is gebaseerd op de mengels die u als Primary (primaire)
gassen hebt geselecteerd.
Om tijdens een duik gassen te wisselen:
1. Houd [UP] ingedrukt.
2. Scroll door de beschikbare mengsels met [UP] of [DOWN] en selecteer het gas dat u wilt
gebruiken door op [SELECT] te drukken.
OPMERKING: Als er binnen de 15 seconden geen knop wordt ingedrukt, zal de
duikcomputer teruggaan naar de duikdisplay zonder het gasmengsel te veranderen.
Het mengselnummer, het O
scrollen. Als de vooraf bepaalde PO
dit geval kunt u niet op dit gas overschakelen. Het mengsel wordt weergegeven, maar u kunt
het niet selecteren.
Tijdens het opstijgen vraagt Suunto DX u om van gas te wisselen wanneer het PO
dat u hebt ingesteld voor het volgende gasmengsel een gaswissel toestaat.
3.12.3. CCR-modus
CCR-modus is een duikmodus die is toegewijd aan duiken met rebreather.
De CCR-modus heeft de volgende instellingen:
CC-gassen (zie 3.12.3.1. Closed circuit-gassen)
•
OC-gassen (zie 3.12.3.2. Open circuit-gassen)
•
Setpoints (zie 3.12.3.3. Setpoints)
•
Persoonlijke/hoogte-aanpassing (zie 3.17. Persoonlijke en hoogte aanpassingen)
•
Koppelen flesdruk (zie 3.26. Flesdruk )
•
•
Flesdrukalarm (zie 3.26.4. Flesdrukalarm)
Diepte-alarm (zie 3.9. Diepte-alarm)
•
Duiktijdalarm (zie 3.14. Duiktijdalarm)
•
Meetfrequentie (zie 3.19. Meetfrequentie)
•
In CCR-modus kunt u maximaal drie diluent-gassen en maximaal acht bailout-gassen
definiëren. Gebruik de instellingen voor setpoints om uw hoge en lage setpoints en
wisseldiepten te definiëren (zie 3.12.3.3. Setpoints).
3.12.3.1. Closed circuit-gassen
Tijdens een duik met een rebreather heeft u minimaal twee closed circuit-gassen nodig: één
is uw pure zuurstoffles en de andere een diluent.
De juiste zuurstof- en heliumpercentages van de diliuent-gas(sen) in uw diluent fles(sen)
moeten altijd ingevoerd worden in de duikcomputer (of via DM5) om te zorgen voor juiste
weefsel- en zuurstofberekeningen. Diluent-gas(sen) voor een duik met een rebreather
worden in het hoofdmenu gedefinieerd onder CC gases (CC-gassen).
Diluent-gassen wijzigen
% en de PO
voor de mengsels worden weergegeven tijdens het
2
2
-limiet wordt overschreden, knippert de PO
2
-waarde. In
2
-niveau
2
27