Suunto DX
Bijvoorbeeld, indien de maximale getolereerde blootstelling van de duiker voor CNS% 85% is
en de maximale getolereerde blootstelling voor OTU% 80% is, dan geeft de OLF% OLF% de
hoogst geschaalde waarde, in dit geval 85%, weer.
Gegevens gerelateerd aan zuurstof die door de duikcomputer worden weergegeven, zijn ook
zodanig opgezet dat alle waarschuwingen en meldingen getoond worden tijdens de
overeenkomstige fasen van de duik.
WAARSCHUWING: WANNEER DE AANDUIDING VAN DE ZUURSTOFLIMIETWAARDE
AANGEEFT DAT DE MAXIMALE LIMIET IS BEREIKT, DIENT U ONMIDDELLIJK ACTIE TE
ONDERNEMEN OM DE ZUURSTOFOPNAME TE VERLAGEN. Als u geen actie onderneemt om
de zuurstofblootstelling te verlagen nadat een CNS/OTU-waarschuwing is afgegeven, kan dit
het risico op zuurstofvergiftiging, letsel of de dood tot gevolg hebben.
3.26. Flesdruk
Wanneer u de optionele Suunto Wireless Transmitter (draadloze zender) gebruikt, wordt de
flesdruk linksonder in de display weergegeven.
Aan het begin van elke duik, wordt de calculatie van de resterende luchttijd in werking
gesteld. Na 30-60 seconden wordt de eerste schatting van de resterende luchttijd links in het
miden van de display weergegeven.
De berekening is altijd gebaseerd op het werkelijke drukverlies in uw fles en past zich
automatisch aan het formaat van uw fles en het huidige luchtverbruik aan.
De verandering in uw luchtverbruik is gebaseerd op regelmatige één seconde durende
drukmetingen die over periodes van 30-60 seconden worden gemeten. Een toename in
luchtverbruik zorgt voor een snelle vermindering van de resterende luchttijd, terwijl een
afname in het luchtverbruik de resterende luchttijd langzaam vergroot. Op deze manier wordt
een te optimistische schatting van luchttijd door een tijdelijke vermindering van het
luchtverbruik vermeden.
De calculatie van de resterende luchttijd bevat een veiligheidsreserve van 35 bar (500 psi).
Dit betekent dat op het moment dat het instrument aangeeft dat de luchttijd nul is, er nog
altijd een kleine reserve is.
OPMERKING: Het vullen van uw BCD heeft invloed op de berekening van de luchttijd,
dit komt door de tijdelijke toename van het luchtverbruik.
De resterende luchtijd wordt niet weergegeven wanneer de dieptestops of het
decompressieplafond geactiveerd zijn. U kunt de resterende luchttijd controleren door
[DOWN] ingedrukt te houden.
Veranderingen in temperatuur hebben ook invloed op de flesdruk en daardoor op de
berekening van de luchttijd.
40