•
Cumulatieve tarra
Autotarra wijst de eerste grote bak op de weegschaal toe als het tarragewicht. Aan elke
andere afhankelijke verpakking met bekende tarra die daarna op de weegschaal wordt
geplaatst, wordt cumulatief tarra/handmatige invoer toegekend.
•
Tussen tarra
Autotarra wijst de eerste grote bak op de weegschaal toe als het tarragewicht. Aan
verschillende afhankelijke verpakkingen met onbekende tarra die daarna op de weegschaal
worden geplaatst, wordt een tussenliggende tarra toegekend.
6.5.11 Vast geheugen tarrawaarde
Bekende tarragewichten kunnen worden opgeslagen in een stroomuitvalbestendig geheugen en
kunnen op aanvraag worden opgehaald. Er kunnen maximaal 999 referentiegewichten worden
opgeslagen in een storingsvrij geheugen.
Elke geheugenlocaties heeft:
•
een uit drie cijfers bestaand volgnummer
•
een naam (alfanumeriek, max. 18 tekens)
•
Tare waarde
a) Ophalen van de lijst met vaste tarrawaarden om de vaste waarden te bewerken:
Druk op de toets
en vervolgens op F1 Fix Tare..
Beschikbare vaste waarden uit de lijst selecteren
Blader met de pijltjestoetsen F3 of F4 tot u de gewenste geheugenplaats hebt bereikt; voer de
gewenste vaste waarde in met F6 Edit.
Direct opvragen met geheugenplaatsnummer of onderdeelnummer. Gebruik de cijfertoetsen om het
onderdeel- of geheugenplaatsnummer in te voeren. De specificatie of het onderdeelnummer of het
nummer van de geheugenlocatie wordt opgehaald, wordt gemaakt in de setupmodus. Het
onderdeelnummer wordt ingevoerd als een links uitgelijnd zoekcriterium; het
geheugenplaatsnummer wordt ingevoerd als een rechts uitgelijnd zoekcriterium Voer de gewenste
vaste waarde in met F6 Bewerken
Bewerk een bestaande vaste waarde uit de lijst
Bewerk de gemarkeerde vaste waarde met F6.
Parameternaam is gemarkeerd; met F6 Bewerken oproepen, met alfanumeriek toetsenblok
invoeren. Opslaan met F6 Opslaan; annuleren zonder de invoer op te slaan met F5 Annuleren.
Parametertarrawaarde is gemarkeerd; met F6 Bewerken oproepen, met alfanumeriek toetsenblok
invoeren. Opslaan met F6 Opslaan; annuleren zonder de invoer op te slaan met F5 Annuleren.
Verwijderen van een bestaande vaste waarde
Pagina met de pijltjestoetsen F3 en F4.
Wis de gemarkeerde vaste waarde met F2 Wis. Bevestig met YES door op de toetsen F1, F2 of F3 te
drukken. De transactie kan met NO worden geannuleerd door op de toetsen F4, F5 of F6 te
drukken. De resulterende leemte in de sequentiële nummering zal worden opgevuld.
60