5.12 Alfanumerieke gegevensinvoer
Met het gecombineerde toetsenbord kunnen alfanumerieke gegevens worden ingevoerd.
Vereenvoudigde gegevensinvoer is ook mogelijk met de USB-interface en de USB-adapterkabel voor
het PCtoetsenbord 2550.03.027 door gebruik te maken van een USB-PC toetsenbord.
Soorten velden voor gegevensinvoer
Alleen-lezen weergave velden
Velden lezen/schrijven met optie voor numerieke gegevensinvoer
Velden lezen/schrijven met optie voor alfanumerieke gegevensinvoer
Velden voor gegevensinvoer inschakelen
Situatie-afhankelijk met functietoetsen of door directe cijferinvoer. Het scherm Gegevensinvoer
wordt weergegeven. Bestaande waarden worden weergegeven.
In de symboolbalk wordt de naam van het invoerveld weergegeven. Er wordt een meeteenheidscode
weergegeven als de invoer betrekking heeft op een meeteenheid.
Procedure voor het invoeren van gegevens
Numerieke velden
De nummers 0 tot en met 9 kunnen direct via het cijfertoetsenbord worden ingevoerd.
Invoergegevens zijn rechts uitgelijnd. De cursor knippert onder het laatst ingevoerde nummer.
Met de C-toets wordt het door de cursor gemarkeerde teken gewist, met de CL-toets of de
functietoets Wissen wordt het gehele teken gewist. De Annuleertoets beëindigt de gegevensinvoer
zonder de nieuwe gegevensinvoerwaarden op te slaan en de bestaande waarden blijven behouden.
De toets Opslaan slaat de ingevoerde waarden op en keert terug naar het applicatieprogramma.
De specificatie die bepaalt of een punt, komma of geen decimaalscheidingsteken wordt gebruikt,
wordt geprogrammeerd in de Weergave-/ decimaalscheidingsteken voor de Setupmodus. In het
invoerveld kan alleen het opgegeven aantal tekens worden ingevoerd; overige tekens worden niet
weergegeven en niet opgeslagen.
Alfanumerieke velden
De nummers 0 tot en met 9 kunnen direct via het cijfertoetsenbord worden ingevoerd.
Invoer is links uitgelijnd. De genummerde toetsen hebben multifunctionele opdrachten met
hoofdletters en speciale tekens.
De speciale tekentoetsen (,./) en (+-) zijn bovendien beschikbaar.
Als binnen een seconde na het indrukken opnieuw op een genummerde toets wordt gedrukt,
worden de verschillende aan de toets toegewezen tekens doorlopen. Als de toets niet binnen een
seconde opnieuw wordt ingedrukt, wordt het gemarkeerde teken opgeslagen en gaat de cursor
naar de volgende positie.
Als alleen getallen worden ingevoerd, kan dit direct achter elkaar zonder te wachten, zolang een
getal niet meerdere keren achter elkaar wordt ingevoerd. De cursor knippert onder de laatst
ingevoerde positie. De cursor kan met de pijltjestoetsen worden bewogen.
Met de C-toets verwijdert u het laatste teken links van de cursor of het teken waaronder de cursor
knippert; met de CL-toets verwijdert u het gehele teken.
De Annuleertoets beëindigt de gegevensinvoer zonder de nieuwe gegevensinvoerwaarden op te
slaan en de bestaande waarden blijven behouden. De toets Opslaan slaat de ingevoerde waarden
op en keert terug naar het applicatieprogramma. In het invoerveld kan alleen het opgegeven aantal
tekens worden ingevoerd; als u verder gaat, wordt het laatste teken overschreven. Alle
alfanumerieke gegevens kunnen ook met het optioneel verkrijgbare externe toetsenbord van de pc
worden ingevoerd.
46