Samenvatting van Inhoud voor Soehnle Professional 3035
Pagina 1
Terminal 3035 Gebruiksaanwijzing www.soehnle-professional.com...
Pagina 2
Hartelijk dank voor uw aankoop van de Soehnle Professional Terminal 3035. Deze terminal werd ontwikkeld in overeenstemming met de behoeften van de operationele praktijken en geeft u een breed scala aan opties om het weegproces aan te passen aan uw specifieke behoeften, en om uw processen zo efficiënt en kosteneffectief mogelijk te maken.
Table of Contents Page 1. Algemene informatie ......................6 1.1 Bestemming voor gebruik ......................... 6 1.2 Veiligheidsinstructies ........................6 1.3 Reiniging ............................7 1.4 Onderhoud en service ........................7 1.5 Product garantie/aansprakelijkheid ....................7 1.6 Inbedrijfname instructies ........................8 2. Beschrijving van de uitrusting ....................9 2.1 Aansluitingen en beschrijving van de uitrusting..................
Pagina 4
6.5 Wegen en tarra ..........................55 6.5.1 Functietoetsen ........................55 6.5.2 Displayscherm .........................55 6.5.3 Display van het informatieveld ....................56 6.5.4 Wegen zonder tarra .........................57 6.5.5 Manuele tarra ..........................57 6.5.6 Triest met handmatige tarra-ingang ..................57 6.5.7 Multiplicatie tarra ........................58 6.5.8 Cumulatieve tarra ........................58 6.5.9 Tussen tarra ..........................59 6.5.10 Automatische tarra ........................59 6.5.11 Vast geheugen tarrawaarde ....................60...
Pagina 5
6.8.7 Weergave van de opties met de Info-toets ................103 6.8.8 Huidige waarden in het vaste geheugen opslaan ..............103 6.8.9 Organisatiegegevens (identifier)..................... 104 6.8.10 Instellingen in de instellingsmodus..................104 7. FOUTMELDINGEN ....................... 108 8. NADERE INFORMATIE ......................109...
1. Algemene informatie 1.1 Bestemming voor gebruik De Soehnle Professional Terminal 3035 is een ijkbare terminal voor gebruik in weegschalen en weegsystemen met in de handel verkrijgbare DMS weeg- en weegcellen. Er kunnen maximaal drie analoge meetlocaties (schalen) tegelijkertijd intern worden aangesloten.
1.3 Reiniging Voor het reinigen zijn alleen een vochtige doek en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen nodig. Gebruik geen schurende of bijtende middelen. 1.4 Onderhoud en service Tip: Deze apparatuur komt overeen met de van toepassing zijnde EG-richtlijnen EG 2009/23/EG, 2004/108/EG, 2006/95/EG en EN45501.
1.6 Inbedrijfname instructies Controleer de verpakking en het aansluitpunt op uitwendige beschadigingen. Plaats geen zichtbaar beschadigde terminal in gebruik, maar informeer uw dealer. Bewaar de verpakking voor eventuele verzending. De terminal is ontworpen voor ruwe commerciële activiteiten. Het is echter een gevoelig meetinstrument waarvan de prestaties door ongunstige omgevingsomstandigheden kunnen worden beïnvloed.
• Kleurenscherm TFT 5,7" QVGA, puntmatrix 320 x 240 pixels, dimbaar, achtergrondverlichting • Optie: Soehnle Professional Micro-SD-kaart (krachtige SLC-geheugenkaart), opslagcapaciteit: vast geheugen voor in totaal 999 vaste waarden voor alle programma's, alibigeheugen voor 4 miljoen invoeringen en voor software-updates •...
2.3 Symbolen in de symbolenbalk van het display Alibi memory Alibi memory Alibi memory Keyboard Data logger use 100% use 80% empty locked Resolution Multi-range 1 Multi-range 2 Multi-range 3 Zero Hold function enabled Symbolen in het informatieveld van de display Below Exact target Above...
These instructions apply for Germany. Compliance with national laws in other countries must be verified. The Terminal 3035 is approved within the EC for Class III and IIII operations with calibration mandate. This corresponds to the type rating described in the type certification and to the applicable specifications in Directives EC 2009/23/EC, 2004/108/EC, 2006/95/EC and to EN 45501.
2.5 Aan/uitschakelen Inschakelen: Druk op de ON/OFF-toets. Tijdens het opstarten wordt in de opstartroutine het Soehnle Professional-logo weergegeven en worden de gedetecteerde meetlocaties kort weergegeven. De weegschaal wordt op nul gezet na het opstartproces. Tijdens de inbedrijfstelling wordt standaard het laatst gebruikte applicatieprogramma gestart.
3. Bedieningsconcept Het bedieningsconcept is onderverdeeld in twee functies: • Instelmodus • Programmeermodus 3.1 Instelmodus Hier worden de instellingen voor de terminal aangepast om de weegschaal te optimaliseren voor uw behoeften Menustructuur voor instellingsmodus: Instelmodus eegschaal Programma instellingen Terminal Communicatie Service Parameters Wegen + tarra...
3.2 Programmeermodus Hier wordt het gewenste weegprogramma geselecteerd. De weegschaal is klaar voor weging nadat het applicatieprogramma is geselecteerd en gestart. 3.3 Functietoetsen Voor het uitvoeren van functies staan de functietoetsen F1 t/m F6 ter beschikking. Afhankelijk van het programma en de situatie voeren ze verschillende functies uit. De betreffende functie wordt op het display in de functiebalk boven de toets weergegeven.
Pagina 15
Info-toets, elektronisch typeplaatje met kalibratiegegevens Haalt informatie op uit de toepassingsprogramma's Functie Paginatoets Paginatoets weegschaal Tare toets Nul Setpoint-toets / tarra wissen Enter-toets Printtoets On / Off Display: Het display toont verschillende schermen, afhankelijk van de situatie. Het is opgesplitst in de volgende weergavevelden: SYMBOLLEISTE Aux.
4. Instelmodus In de Setupmodus worden technische programmeer- en weegparameters opgeslagen die kunnen worden opgehaald en volledig kunnen worden aangepast. Ze worden geprogrammeerd door gegevensinvoer of door selectie uit standaardparameters. De afzonderlijke parameters worden in logische groepen in een meerlagige menustructuur opgeslagen.
4.1 Starten van de instellingsmodus Terminal inschakelen. Na de bootcyclus start de terminal automatisch het laatst vrijgegeven applicatieprogramma. Om de instellingsmodus te starten, schakelt u met de functiepaginatoets naar het niveau van de instellingsfuncties. Functietoetsen: Functieniveau instellen Secondary Prog Setup Gross x 10 display...
Pagina 18
Hiermee gaat u naar de instellingsmodus: In de meeste gevallen wordt een selectie gemaakt uit verschillende beschikbare instellingen. Voor bewerkbare waarden kunnen numerieke of alfanumerieke waarden worden ingevoerd met het toetsenbord. Service-ruimte: Het servicegebied is beveiligd met een wachtwoord. De parameters in dit bereik mogen alleen door geschoold servicepersoneel worden onderhouden. Neem contact op met uw Soehnle Industrial Solutions service locatie.
4.2 Programma instellingen De instellingenmodus wordt gebruikt om de toepassingsprogramma's van uw weegschaal aan te passen aan uw specifieke behoeften. De vrijgave van de applicatieprogramma's en hun typische toepassingen wordt in deel 6 Toepassingsprogramma's beschreven. Wegen en tarra Instellingen en parameters, zie hoofdstuk 6.5.16 Totale + Plukken Instellingen en parameters, zie hoofdstuk 6.6.17 Tellen...
Backlighting color Keuzes Kleurenselectie achtergrondverlichting • groen • wit • lichtblauw • geel • blauw • magenta • rood fabrieksinstelling: groen Language Keuzes 1. Duits (fabrieksinstelling) 2. Engels of andere talen kan worden gewijzigd met het serviceprogramma van Soehnle Professional.
Pagina 21
Secondary display Keuzes • Tweede meeteenheid • Zeldzame waarde • x10 resolutie • Bruto/Net • Huidig gewicht • Referentiehoeveelheid • Referentiegewicht • Streefwaarde • Verschil ten opzichte van de streefwaarde • Specifiek gewicht • Nummer van de voertuigkentekenplaat • Gewicht eerste/one weging •...
Pagina 22
Organisatie gegevens Code Enter ORG A Label voor geheugen organisatiegegevens A Tekens of platte tekst boven het toetsenbord, bijv. 12 tekens Code Enter ORG B Label voor geheugen organisatiegegevens B Tekens of platte tekst boven het toetsenbord, bijv. 12 tekens Code Enter ORG C...
Pagina 23
Vaste waarden Zoals vaste waarden org gegevens A Org. data B Vaste waarden Zoals vaste waarden org gegevens A Org. data C Vaste waarden Zoals vaste waarden org gegevens A Org data D Vaste waarden ophalen Selecteer of vaste waarden worden opgehaald met opeenvolgende geheugenplaatsnummers of onderdeelnummers.
4.4 Setup mode instellingen / terminal Gebruik eerst de toets Scale page om de schaal (meetlocatie) te selecteren waarvoor u de instellingen wilt bewerken. Alleen aangesloten en vrijgeschakelde weegschalen (meetlocaties) worden ter selectie weergegeven. De instellingen en query's worden specifiek voor elke weegschaal (meetlocatie) gemaakt. De beschikbare instellingen en queries zijn identiek voor alle schalen (meetlocaties).
Pagina 25
Startup Vraag uit of aan zero setting Indien ingeschakeld, stelt u de weegschaal in binnen de inbedrijfstellingsnulgrenzen van het weegbereik nul wanneer het apparaat wordt ingeschakeld. Alleen in servicegebied kiezen, afhankelijk van kalibratie Auto tare Kiezen uit of aan Uit: Geen autotarra Aan: Stelt automatisch als tarra de eerste waarde boven het lege bericht in, gewogen nadat de weegschaal is ingesteld.
Pagina 26
Opvragen van de gecorrigeerde bruto-aflezing vanaf het referentiepunt 4 reading Current unadjusted reading Opvragen van de huidige bruto aflezing (variabel afhankelijk van schaalbelasting) De interne meetlocatie bevindt zich op het moederbord van Terminal 3035 met meetlocatie nummer Interne meetlocatie Operating mode Vraag of inschrijving uit of aan...
• IT 2 (uni-directional) • Barcode • Tweede/groot display • Digitale weegschaal Als er al een andere interfacepoort is toegewezen, wordt deze selectie als vergrendeld weergegeven. Fabrieksinstelling: IT (voor versie 3035.01.001 met interface 1) Baud rate Selectie • 1200 • 2400 • 4800 •...
Pagina 28
Data bits Selectie • 7 • 8 Fabrieksinstelling: 8 Parity Selectie • geen • effen • oneven Fabrieksinstelling: none Xon / Xoff Selectie uit of aan Fabrieksinstelling: off Factory default Selectie Niet uitvoeren: Aangepaste instellingen op de meetlocatie blijven intact Uitvoeren: Zet de interface terug naar de fabrieksinstellingen.
Pagina 29
Xon / Xoff Selectie uit of aan Fabrieksinstelling: uit Factory default Keuzes Niet uitvoeren: Aangepaste instellingen op de meetlocatie blijven intact Uitvoeren: Zet de interface terug naar de fabrieksinstellingen. Interface Port 3 (zie interfacebeschrijving 470.508.090 voor meer details) Use of interface Selectie •...
Pagina 30
• Link naar het toetsenbord • Data logger Als er al een andere interfacepoort is toegewezen, wordt deze selectie als vergrendeld weergegeven. Fabrieksinstelling: IT (voor versie 3035.01.002 met USB-interface of op Reset Terminal) Ethernet (zie interfacebeschrijving 470.508.090 voor meer details.)
Pagina 31
Afdrukformaat Query Selectie aan of uit Printout (OK) Als deze functie is ingeschakeld, wordt na elke afdruk gevraagd of de afdruk in orde was. Als dit niet het geval is, wordt de afdruk herhaald totdat u met OK hebt ingestemd. Fabrieksinstelling: uit Printout on Selectie aan of uit...
Pagina 32
IT data record Selectie voor het formaat van het IT-dataset • IT print format (variable) • IT data record S20 • IT data record 2790 like rev. 2.0 • IT data record Easylog Fabrieksinstelling: IT-afdrukformaat (variabel) Variabele keuze van het IT printformaat - de standaardinstelling is door de gebruiker programmeerbaar of programmeerbaar iaw.
Pagina 33
Anybus (de uitvoering van de functies is momenteel nog aan de gang en zal later worden herzien!) (zie beschrijving 470.508.xxx van de bus voor meer informatie) Fieldbus type Selectie • uitgeschakeld • Profibus DP • ProfiNet Fabrieksinstelling: uitgeschakeld Address Enter Numeriek adres met tekentoetsenbord Use of Fieldbus Selectie geen of IT...
IO control (zie paragraaf 7.11 voor meer details) IO operating mode Selectie • Uit • Aan • Aan, veiligheidsfunctie Fabrieksinstelling: uit Outputs Selectie voor de toekenning van de afzonderlijke schakelpunten • Schakelpunt S1 • Schakelpunt S2 • Schakelpunt S3 • Schakelpunt S4 •...
5. Basisfuncties 5.1 Inschakelen De gedetailleerde beschrijving voor het inschakelen van de terminal vindt u in hoofdstuk 2.5 op pagina 14. 5.2 Uitschakelen De gedetailleerde beschrijving voor het uitschakelen van de terminal vindt u in hoofdstuk 2.5 op pagina 14. 5.3 Programmaselectie Keuze tussen de beschikbare toepassingsprogramma's.
Schakelen tussen meerdere aangesloten weegtoestellen. Er kunnen maximaal drie analoge meetlocaties worden geïnstalleerd en in totaal kunnen 29 meetlocaties worden aangesloten op het beeldscherm 3035. Als meetlocatie nr. 30 kan ook een digitale weegschaal met de RS 232-interface worden verbonden. Het schakelen tussen aangesloten meetlocaties gebeurt handmatig of automatisch.
5.8 Tien X weergave x10 Toont de gewichtswaarde met een extra decimale 10 X hogere resolutie. Schakel met de functiepaginaknop over naar het niveau van de instellingsfuncties.Toont de gewichtswaarde met een extra decimale 10 X hogere resolutie. Schakel met de functiepaginaknop over naar het niveau van de instellingsfuncties. Secondary Prog Setup...
5.9 Vasthoudfunctie In de instellingsmodus kan voor elke aangesloten meetlocatie een hold-functie worden ingeschakeld (instellingsmodus/schaal/schaalparameters/Hold-functie). De volgende wachtwoordfuncties zijn beschikbaar: Gehandicapt: Hold is uitgeschakeld Rust/toets: Houd de toets buiten het lege bericht vast, geannuleerd met inschakeltoets Restauratie/leegstand: Houd de toets buiten het lege bericht vast, geannuleerd door het verwijderen van de lading van de weegschaal Max/key: Houd op maximaal bereikt gewicht met bezinken buiten leeg bericht, Hoger...
5.10 Secundair display Toont aanvullende informatie, zoals tweede eenheden, gewichtswaarden bij het tellen, verschil met de doelwaarde, enz. Inschakelen en uitschakelen van het secundaire display. Met de functiepagina-toets schakelt u naar het niveau van de instelfuncties.. Secondary Prog Setup Gross x 10 display mode...
Pagina 40
Het ophalen van het submenu Secundaire display genereert een lijst met beschikbare toepassingen. Met de pijltjestoetsen F3 en F4 in de lijst kunt u zich verplaatsen. Functies van het secundaire display In het submenu "Secundaire display" kunnen de volgende functietoestanden worden geprogrammeerd: >...
5.10.1 Tweede meeteenheid De tweede meeteenheid is geprogrammeerd in de setup mode voor elke aangesloten weegschaal. De volgende twee meeteenheden zijn standaard geprogrammeerd: Aangepaste eenheid Tweede eenheid De volgende meeteenheden zijn beschikbaar voor maatwerk: Eenheid Afkorting Omzetting naar g Gram / 1 g / Kilogram 1,000 g...
Pagina 42
Druk op de pijltjestoetsen F3 en F4 om in de lijst naar het item Tweede toestel te gaan en selecteer het laatste item door op de toets F6 Volgende te drukken. Met de pijltjestoetsen F3 en F4 kunt u in de lijst navigeren. De tweede meeteenheid wordt met F6 Enter ingevoerd.
Organisatiegegevens worden gebruikt om identificerende kenmerken toe te wijzen voor het documenteren van wegingen, bijvoorbeeld onderdeelnummer, leverancier, schaaloperator. Deze zijn in alle applicatieprogramma's beschikbaar. Het beeldscherm 3035 heeft 4 organisatiegegevensgeheugens. Elk geheugen heeft • een door de gebruiker programmeerbare naam, bijv. "Onderdeelnummer" (maximaal 12 tekens, database maximaal 18 tekens).
Pagina 44
Markeer Organisatiegegevens met vaste waarden met de pijltjestoets F4, F6 Volgende. U kunt aangepaste vaste waarden invoeren voor elk van de vier datageheugens van de organisatie. Er zijn 999 geheugenplaatsen beschikbaar voor vaste waarden (Soehnle Professional Micro-SD-kaart (SLC-geheugenkaart van hoge kwaliteit) vereist).
Pagina 45
De lijst wordt met de toets F5 "Back" afgesloten. Database-onderhoud met optionele Soehnle Professional toepassingssoftware 3035 De PC-toepassingssoftware 3035 voorziet in de behoefte aan enkelvoudige of meervoudige toepassingen om de namen en inhoud van de organisatiedatabase bij te houden. De applicatiesoftware wordt aangesloten via de RS-232-, USB- of Ethernet IT-interface met behulp van de relevante pc-interfacekabel.
5.12 Alfanumerieke gegevensinvoer Met het gecombineerde toetsenbord kunnen alfanumerieke gegevens worden ingevoerd. Vereenvoudigde gegevensinvoer is ook mogelijk met de USB-interface en de USB-adapterkabel voor het PCtoetsenbord 2550.03.027 door gebruik te maken van een USB-PC toetsenbord. Soorten velden voor gegevensinvoer Alleen-lezen weergave velden Velden lezen/schrijven met optie voor numerieke gegevensinvoer Velden lezen/schrijven met optie voor alfanumerieke gegevensinvoer Velden voor gegevensinvoer inschakelen...
5.13 Sleutelsloten Enkel, meerdere of alle toetsen kunnen worden vergrendeld. Vergrendelingstoetsen Start de terminal / het toetsenbord / de toetsenbordvergrendeling in de setupmodus. Het display toont een schematische weergave van het toetsenbord. Door het indrukken van de toets wordt de status van de toets van open naar vergrendeld en omgekeerd geschakeld. Weergave van de weergave van de toetsenblokkering.
5.14 Gebruikerswachtwoord Om te voorkomen dat onbevoegden wijzigingen aanbrengen, kan de toegang tot de instellingsmodus en de programmaselectie worden vergrendeld door een gepersonaliseerd wachtwoord af te geven. Open terminal / Gebruikerswachtwoord in de instelmodus. • Selecteer Enter/Edit; in het invoerveld dat dan wordt geopend, kan een alfanumeriek wachtwoord van maximaal 8 tekens worden ingevoerd - behalve met F6.
Pagina 49
Aan met de pijltjestoets F4 en voer in met F6. De aanmeldingsfunctie moet zijn ingesteld om ingeschakeld te zijn voor de wachtwoordzoekfunctie Zonder het interne wachtwoord in Terminal 3035 wordt alleen een extern IT-wachtwoord opgevraagd, verzonden en goedgekeurd.
Pagina 50
Het login-query-venster verschijnt na het inschakelen van de terminal of na het aanvragen van de login met de Enter-toets. Met de toets F5 Annuleren wordt het menu "Login annuleren?" gegenereerd. De wachtwoordvraag wordt weergegeven met de toets F6 OK. Gebruik het toetsenbord om het gewenste wachtwoord in te voeren en sla op met de F6-toets. Het wachtwoord met de commandocode wordt doorgestuurd naar de IT-functie voor controle en goedkeuring en het display toont de zandloper.
Pagina 51
Wachtwoord invoeren/wijzigen (intern terminalwachtwoord) De aanmeldingsfunctie en wachtwoordzoekfunctie moeten zijn ingesteld om ingeschakeld te zijn voor de interne wachtwoordzoekfunctie Start de instellingsmodus met de F6-toets op het toetsniveau Setup Functions. Markeer Terminal met F4 Pijltjestoets, F6 Volgende. Markeer Aanmeldingsfunctie met pijltjestoets F4, F6 Volgende. Markeer Wachtwoord invoeren/bewerken met de pijltjestoets F4;...
Pagina 52
Gebruik het toetsenbord om het gewenste wachtwoord in te voeren en voer in met de F6-toets. De wachtwoordinvoer wordt gecontroleerd: Als de invoer correct is, wordt de IT-gegevensrecord samen met de aanmeldingsbevestiging verzonden, waarna de terminal in de weegmodus staat. Als de invoer niet correct is, verschijnt kort de melding Fout 02 Onjuist wachtwoord, gevolgd door een nieuwe wachtwoordvraag.
6 Applicatieprogramma's De verschillende toepassingsprogramma's van de Soehnle Terminal 3035 bieden u een breed scala aan oplossingen voor uw weegwerkzaamheden. In de instellingsmodus kunt u de toepassingsprogramma's aanpassen aan uw specifieke behoeften. Informatie hierover vindt u in het betreffende hoofdstuk "Instellingen in de instelmodus".
Markeer het applicatieprogramma met de toets F3 met opwaarts pijltje en de toets F4 met neerwaarts pijltje en voer het programma in met de toets F6. 6.3 Navigeren door de toepassingsprogramma's Voor de aansturing van de functies staan de functietoetsen F1 t/m F6 ter beschikking. Afhankelijk van het programma en de situatie voeren ze verschillende functies uit.
6.5 Wegen en tarra Basisfuncties: wegen, bepalen bruto en netto gewicht Info: De volgende beschrijving van de tarrafunctie geldt voor de standaardinstelling van de opties • Auto tarra in uit-instelling. • Cumulatieve instelling tarra in uit, bijv. nieuwe tarra overschrijft oude tarra Selecteer de opties in het menu Setupmodus Weegschaal 6.5.1 Functietoetsen Voor de aansturing van de functies staan de functietoetsen F1 t/m F6 ter beschikking.
Tip: Met de F3-toets kunt u een extra secundair display starten, bijv. voor de extra weergave van het tarragewicht of een tweede maateenheid. De instelling om te bepalen welke waarde op het secundaire display wordt weergegeven, gebeurt in de setupmodus onder Setupmodus / Terminal / Display / Secondary Display.
6.5.4 Wegen zonder tarra Plaats gewogen item - het gewicht wordt weergegeven met de bruto indicator. 6.5.5 Manuele tarra Het bepalen van de tarra van een onbekend containergewicht. Plaats de lege bak op de weegschaal. Druk op de toets. De tarrawaarde wordt opgeslagen, de gewichtsweergave gaat naar nul, het gewicht wordt aangegeven met de Netindicator.
6.5.7 Multiplicatie tarra Het bepalen van de tarra van meerdere containers van gelijk gewicht met bekend tarragewicht. Druk op de toets F4 Multi Tare in het functieniveau Tare. Plaats een bak op de weegschaal of voer het bekende tarragewicht in met het cijfertoetsenbord. Bevestig met de toets F6 Opslaan.
6.5.9 Tussen tarra Onbekende tarrawaarden worden toegevoegd aan het bestaande tarrageheugen; de nettowaarde blijft onveranderd. Druk op de F3 Int. Tare-toets in het functieniveau Tare. Plaats het extra tarragewicht. Bevestig met de F6 Enter toets. Het extra tarragewicht is opgeslagen in het tarrageheugen; de nettowaarde blijft ongewijzigd. Herhaal de procedure voor de meer extra tarra.
• Cumulatieve tarra Autotarra wijst de eerste grote bak op de weegschaal toe als het tarragewicht. Aan elke andere afhankelijke verpakking met bekende tarra die daarna op de weegschaal wordt geplaatst, wordt cumulatief tarra/handmatige invoer toegekend. • Tussen tarra Autotarra wijst de eerste grote bak op de weegschaal toe als het tarragewicht. Aan verschillende afhankelijke verpakkingen met onbekende tarra die daarna op de weegschaal worden geplaatst, wordt een tussenliggende tarra toegekend.
Nieuwe vaste waarde invoeren en opslaan Druk op F1 Nieuw. Het nummer van de geheugenlocatie wordt automatisch door de terminal toegewezen. Het eerste cijfer tussen haakjes geeft aan waar het vrije geheugen zich bevindt, het tweede cijfer geeft het volgende aan geheugenplaatsen met vaste tarrawaarden.
6.5.13 Weergave van de opties met de Info-toets Druk op de toets te drukken krijgt u de volgende opties: • F1 Fixed tare Toont de opgeslagen vaste tarrawaarden (vast tarra-geheugen). • Tare key Geeft het actuele tarragewicht in het tarrageheugen weer. Druk op de toets nadat u op de toets hebt gedrukt.
6.5.15 Organisatiegegevens (Identifier) Gedetailleerde informatie over organisatiegegevens is te vinden in paragraaf 5.11 op pagina 45. 6.5.16 Instellingen in de instellingsmodus Met de parameters in de instellingsmodus kunt u het applicatieprogramma Wegen en tarreren aanpassen aan uw specifieke behoeften. Start de instelfunctie door in het functieniveau van de instellingen op de toets F6 Setup Modus te drukken en van daaruit op F6 Save te drukken om de programma-instellingen te starten.
Pagina 64
Delete ORG A fixed Selecteren niet uitvoeren of uitvoeren values Uitvoeren wist alle ORG A vaste waarden Delete ORG B fixed Selecteren niet uitvoeren of uitvoeren values Uitvoeren wist alle ORG B vaste waarden Delete ORG C fixed Selecteren niet uitvoeren of uitvoeren values Uitvoeren wist alle ORG C vaste waarden Delete ORG D fixed...
6.6 Totale + Plukken Totale Dit betekent dat de afzonderlijke artikelen opeenvolgend worden gewogen. Het gewicht wordt toegevoegd aan het totale geheugen en de lading wordt na elke individuele weging van de weegschaal verwijderd. Plukken Dit betekent dat de gewogen items op de weegschaal blijven staan. Het gewicht wordt toegevoegd in het totale geheugen en de weegschaal keert terug naar nul zonder dat de lading van de weegschaal wordt verwijderd.
6.6.2 Displayscherm Na de eerste totaaltransactie schakelt het display van het basisscherm naar het totale scherm; voorwaarde: de instelling Informatievelddisplay is op de fabrieksinstelling ingesteld. Tip: Met de F3-toets kunt u een extra secundair display starten, bijv. om de 10x hogere resolutie of het tarragewicht extra weer te geven.
6.6.3 Weergave van het informatieveld Welke gegevens in het informatieveld worden weergegeven, wordt in de instelmodus / programma- instellingen / totaal bepaald. + Kiezen / Informatieveld Weergave. De volgende opties zijn beschikbaar: • Fabrieksinstelling: Omschakelen tussen de individueel gebruikte functies, bijv. totaalgeheugen, organisatiegeheugen en schakelfunctie Uitgang en Ingangen.
6.6.5 Bediening van de extra functie Druk op de functiepaginatoets om het niveau van de toegevoegde functie te starten. Plus F6 Druk op F6 Plus om het gewicht op de weegbrug in het totale geheugen op te slaan. De itemteller en het volgnummer worden met 1 verhoogd.
6.6.6 Beschikbare selecties voor de totale weergave. Het totale geheugen wissen De volgende functies kunnen aan de Totale functietoets worden toegewezen: • Totaal weergeven, afdrukken en verwijderen Nadat u op de functietoets Totaal hebt gedrukt, worden de totalen 3 seconden lang weergegeven en wordt tegelijkertijd de geheugeninhoud afgedrukt en gewist.
6.6.10 Toewijzen en wissen van het volgnummer Elke invoer (plus, handmatig, annuleren) in het totale geheugen krijgt een 4-cijferig volgnummer toegewezen. Het volgnummer wordt niet gereset in de fabrieksinstelling. Het resetten van het volgnummer kan optioneel in de setupmodus worden geprogrammeerd: •...
Toon de weergave Huidige totalen: Info: Informatieveldweergave met actuele totalen Totaal kan worden geprogrammeerd in Instelmodus / Programma-instellingen / Tot. + Kiezen / Weergave informatieveld; in dit geval wordt het totaal altijd in het informatieveld weergegeven. 6.6.14 Afzonderlijke artikelen tonen Tijdens een totaaltransactie kunt u de afzonderlijke items uit het totale geheugen ophalen door achtereenvolgens op de Infotoets en de F5 Plus-toets te drukken.
6.6.15 Weergave van de opties met de Info-toets Door op de toets te drukken krijgt u de volgende opties: • F1 Fixed tare Geeft de opgeslagen vaste tarrawaarden (vast tarra-geheugen) weer. • F4 Total Toont de huidige totalen in het totale geheugen. •...
Als u op de F5 Enter Fix-toets drukt, wordt de waarde direct in het vaste geheugen opgeslagen. Het venster voor het invoeren van vaste tarrawaarden wordt weergegeven. Als u op de F5 Enter Fix-toets drukt, wordt de waarde direct in het vaste geheugen opgeslagen. Het venster voor het invoeren van vaste tarrawaarden wordt weergegeven.
Pagina 74
Auto Selecteren uit of aan totaling / picking Dit betekent dat alleen het eerste item met de Plus-toets moet worden opgeslagen, alle andere items worden automatisch in het totale geheugen opgeslagen nadat het gewicht op de weegschaal is geplaatst en de weegschaal is ingesteld. Fabrieksinstelling: uit Reset Selecteren onder welke omstandigheden wordt het volgnummer voor het...
6.7 Tellen Telt delen van gelijk gewicht. Het gewicht van de afzonderlijke delen (referentiegewicht) wordt bepaald aan de hand van een bekende hoeveelheid getelde delen. Dit wordt dan gebruikt als de deler om de eenheid te tellen uit het gewicht van een onbekende hoeveelheid van deze getelde delen te berekenen. 6.7.1 Functietoetsen Voor de aansturing van de functies staan de functietoetsen F1 t/m F6 ter beschikking.
6.7.2 Counting display screen Tip: Met de F3-toets kunt u een extra secundair display starten, bijv. om het referentiegewicht, het nettogewicht of het tarragewicht extra weer te geven. De instelling om te bepalen welke waarde op het secundaire display wordt weergegeven, gebeurt in de setupmodus onder Setupmodus / Terminal / Display / Secondary Display.
6.7.3 Weergave van het informatieveld Welke gegevens in het informatieveld worden weergegeven, wordt geregeld in de instelmodus / programma-instellingen / tel- / display-informatieveld. De volgende opties zijn beschikbaar: • Fabrieksinstelling: Omschakelen tussen de individueel gebruikte functies, bijv. controlelampje, totaal geheugen, Organization Data Memory. •...
6.7.5 Telfunctie Het referentiegewicht kan met de volgende functietoetsen worden bepaald: • Functietoets F1 Ref 10 Het referentiegewicht wordt bepaald aan de hand van een vooraf gedefinieerde referentietelling. Plaats 10 getelde onderdelen op de weegschaal en druk op de toets F1 Ref 10.
Pagina 79
a) Herhalen van het Ref Fix-geheugen om de getelde onderdelen te bewerken: Druk op de toets en vervolgens op F2 Ref Fix. Beschikbare vaste waarden uit de lijst selecteren Blader met de pijltjestoetsen F3 of F4 tot u de gewenste geheugenplaats hebt bereikt; voer de gewenste vaste waarde in met F6 Edit.
Het ophalen van de vaste waarde bespaart ook doelhoeveelheden en toleranties voor de telregeling (mits deze ook worden opgeslagen). Alle opgeslagen referentiegewichten worden gewist met de functie "Referentiegewichten wissen" in de setupmodus. Opmerking Als de functie Vaste-waarde ophalen met barcode is ingeschakeld en een barcode wordt gebruikt die zich niet in het vaste geheugen bevindt, verschijnt de foutmelding "Error 83 - Fixed Value Not Found"...
Pagina 81
Weergave weergeven Na de eerste totalen schakelt het display van het basisbeeldscherm Tellen naar het Totalenbeeldscherm, als de instelling "Informatievelddisplay" op de fabrieksinstelling staat. Het bedienen van de totalenfunctie Druk op de functiepaginatoets om het niveau van de Totale functies te starten. •...
Pagina 82
• Total F4 Druk op de Total toets om de totale transactie te voltooien. Het display toont nu de totalen van de bruto-, tarra-, netto- en eenheidstelling, samen met de itemteller en het volgnummer van de laatste transactie. Beschikbare keuzes voor weergave van het totaal Het totale geheugen wissen De volgende functies kunnen aan de functietoets Totaal worden toegewezen: •...
Pagina 83
Item teller De itemteller telt alleen de werkelijk getotaliseerde transacties. De itemteller wordt verhoogd met 1 voor elke nieuwe transactie met plus, handmatige of automatische totalen. De itemteller telt tot 999; daarna verschijnt een foutmelding. De item teller wordt verlaagd met 1 voor een annulering. De itemteller wordt automatisch op nul gezet wanneer het totaal wordt verwijderd.
Afzonderlijke artikelen tonen Tijdens een totaaltransactie kunt u de afzonderlijke items uit het totale geheugen ophalen door achtereenvolgens op de Info-toets en de F5 Plus-toets te drukken. De artikellijst begint met de laatste invoer. Blader door de lijst met de pijltjestoetsen F3 (oudere invoer) en F4 (nieuwere invoer). De laatste 50 inzendingen kunnen worden opgehaald.
Voorbeeld van de weergave van referentiestatistieken: Samples 04 Lichtste deel 24.448 g Zwaarste deel 24.750 g Afwijking 0.302 g Gemiddelde 24.589 g Afdruk van de statistieken Druk op de toets Afdrukken. Opslaan van het gemiddelde als referentiewaarde voor de telprocedure Druk op F6 Opslaan.
Schakelpunt voor de besturing van het apparaat Als u de regelwaarden via de interface naar b.v. een controlelampje of een regelaar wilt doorsturen, moet er op de terminal een I/O-kaart zijn geïnstalleerd. De I/O-kaart moet bij uitvoering in de instellingsmodus onder Programma-instellingen / Tellen / IO-toewijzingen worden vrijgegeven. De uitgangssignalen worden als volgt toegewezen: Schakelpunt Signaal...
6.7.10 Nauwkeurigheid tellen U kunt de telnauwkeurigheid van uw weegschaal in de instellingsmodus beïnvloeden in Programma- instellingen / Tellen. • Standaardreferentiehoeveelheid De standaardinstelling voor de referentiehoeveelheid is 10. Deze hoeveelheid kan worden gespecificeerd tussen 1 en 99. Voor kleine onderdelen is het zinvol om voor de bepaling van het referentiegewicht een grotere hoeveelheid onderdelen te gebruiken.
6.7.11 Weergave van de opties met de Info-toets Door op de toets te drukken krijgt u de volgende opties: • F1 Vaste tarra Geeft de opgeslagen vaste tarrawaarden (vast tarra-geheugen) weer. • F2 Opnieuw bevestigen Geeft de opgeslagen referentiegewichten weer (Herstel geheugen) •...
De naam van het referentiegewicht wordt ingevoerd door op de F6-toets Bewerken te drukken. Voer de naam in met het toetsenbord en sla de invoer op door op de F6 Opslaan toets te drukken. Het artikelnummer wordt op dezelfde manier ingevoerd. 6.7.13 Organisatiegegevens (Identifier) Gedetailleerde informatie over organisatiegegevens is te vinden in paragraaf 5.11 op pagina 45.
6.7.14 Instellingen in de instellingsmodus Met de parameters in de instellingsmodus kunt u het applicatieprogramma Counting aanpassen aan uw specifieke behoeften. Start de instelfunctie door in het functieniveau van de instellingen op de toets F6 Setup Modus te drukken en van daaruit op F6 Save te drukken om de programma-instellingen te starten. F6 Hierna worden de programma-instellingen voor het gemarkeerde toepassingsprogramma opgeroepen.
Pagina 91
+/- tolerance Selecteer uit of aan separate Als u Aan selecteert, worden de + en - toleranties voor de apparaatbesturingsfunctie afzonderlijk opgegeven en opgevraagd. Het selecteren van Uit heeft tot gevolg dat de tolerantie slechts één keer wordt opgevraagd, en is dus hetzelfde voor + en -. Fabrieksinstelling: uit Record outside of Selecteer binnen of buiten tolerance...
Pagina 92
Relief factor Invoeren in d met cijfertoetsenbord Het aantal stappen waarmee de weegschaal moet worden ontlast tijdens de totaaltransactie, waardoor het volgende gewicht aan het opgeslagen totalen geheugen. Als de weegschaal niet wordt ontlast, wordt de gewichtswaarde niet in het totale geheugen opgeslagen en wordt de foutmelding "Error 55 - Place Weight" weergegeven.
Pagina 93
Display information Select what data is displayed in the information field field • Fabrieksinstelling: Omschakelen tussen de individueel gebruikte functies, bijv. controlelampje, totaal geheugen, Organization Data Memory. • Bedieningsweergave: Doorlopende weergave van de functie van het controlelampje. • Totaal: continue weergave van het totale geheugen. •...
6.8 Controleren Onder controle wordt verstaan dat wordt gecontroleerd of de gewogen goederen binnen een bepaald tolerantiebereik aan een streefgewicht voldoen. Deze functie kan ook worden gebruikt voor het kalibreren op een bepaalde streefwaarde met een lagere of hogere tolerantiegrens. Tolerantieafwijkingen ten opzichte van de gewenste waarde kunnen in het geprogrammeerde apparaat of in % worden vastgelegd.
6.8.2 Display screen Tip: Met de F3-toets kunt u een extra secundair display starten, b.v. om de doelwaarde of het verschil met de doelwaarde extra weer te geven. De instelling om te bepalen welke waarde op het secundaire display wordt weergegeven, gebeurt in de setupmodus onder Setupmodus / Terminal / Display / Secondary Display.
6.8.3 Display van het informatieveld Welke gegevens in het informatieveld worden weergegeven, wordt geregeld in de instelmodus / programma-instellingen / besturingselement / display-informatieveld. De volgende opties zijn beschikbaar: • Fabrieksinstelling: Omschakelen tussen de individueel gebruikte functies, bijv. controlelampje, totaal geheugen, Organization Data Memory. •...
Pagina 97
Controlestaat Indicator lichtkleur Speciaal teken Onder tolerantiegrens geel In tolerantie groen Exacte streefwaarde bereikt groen Boven de tolerantiegrens rood Het secundaire display met de instelling controlelampje geeft geen symbolen weer, maar alleen de kleuren in het weergaveveld van het secundaire display. De bedieningsfuncties Verkeerslicht / Symbolen worden automatisch volgens de instellingen ingeschakeld als een opslaglocatie via het Contr.
Pagina 98
Een bestaande vaste waarde uit de lijst verwerken Verwerk de gemarkeerde vaste waarde met F6 Bewerken. Parameternaam is gemarkeerd; met F6 Bewerken oproepen, met toetsenblok invoeren. Sla de invoer op met F6 (annuleer zonder de invoer op te slaan met F5 Annuleren). Andere parameters worden op dezelfde manier bewerkt.
Schakelpunt voor besturing Als u de regelwaarden via de interface naar b.v. een controlelampje of een regelaar wilt doorsturen, moet er op de terminal een I/O-kaart zijn geïnstalleerd. De I/O-kaart moet bij uitvoering in de instellingsmodus onder Programma-instellingen / Besturing / IO-toewijzingen worden vrijgegeven.
Pagina 100
Het bedienen van de totalenfunctie Druk op de functiepaginatoets om het niveau van de toegevoegde functie te starten. Plus F6 Druk op F6 Plus om het gewicht op de weegbrug in het totale geheugen op te slaan. De itemteller en het volgnummer worden met 1 verhoogd. Voorafgaand aan een nieuwe totaaltransactie moet de weegschaal worden ontlast door een minimale ontlastingsfactor die is gespecificeerd in de instellingsmodus.
Pagina 101
Verlichtingsfactor bij optelling (parameter wordt niet gebruikt voor de picking-functie). Voor de functie Totaal kunt u in de setupmodus bepalen dat de weegschaal ontlast moet worden door een bepaald aantal getalstoenames tussen het plaatsen van afzonderlijke items. Als de weegschaal niet wordt opgelicht, wordt de gewichtswaarde niet in het totale geheugen opgeslagen en wordt de foutmelding Error 55 - Place Weight weergegeven.
Pagina 102
Weergave huidige totalen: Info: Informatieveldweergave met actuele totalen Het totaal kan geprogrammeerd worden in Setup Mode/ Program Settings / Controlling / Information Field Display; in dit geval wordt het totaal altijd weergegeven in het informatieveld. Afzonderlijke artikelen tonen Tijdens een totaaltransactie kunt u de afzonderlijke items uit het totale geheugen ophalen door achtereenvolgens op de Info-toets en de F5 Plus-toets te drukken.
Totale waarde van de gecontroleerde producten die buiten de tolerantie vallen Het totaal van gecontroleerde items buiten een bepaald tolerantiebereik kan worden voorkomen. Als de gewichtswaarde buiten de tolerantie valt, verschijnt na het indrukken van de F6 Plus-toets de foutmelding Fout 27 "Buiten tolerantie". Hiervoor moeten de programma-instellingen / besturing / totalen buiten de tolerantie in de setupmodus op "Binnen"...
Het venster voor de gegevensinvoer van de gewenste waarde wordt weergegeven. De naam van de doelwaarde wordt ingevoerd door op de F6-toets Bewerken te drukken. Voer de naam in met het toetsenbord en sla de invoer op door op de F6 Opslaan toets te drukken. Het onderdeelnummer wordt op dezelfde manier ingevoerd.
Pagina 105
Totaling outside of Selecteren binnen of buiten tolerance Deze parameter bepaalt of totalen in het geheugen alleen is toegestaan voor waarden binnen de tolerantie of ook voor waarden buiten de tolerantie. Fabrieksinstelling: buiten Totaling or picking Selecteren van de totalen of kiezen voor de volgende instellingen. Totalen betekent dat de afzonderlijke items van de weegschaal worden verwijderd nadat ze in het totale geheugen zijn opgeslagen.
Pagina 106
Controlling fixed Vaste regelwaarden bewerken values Selecteer beschikbare vaste waarden uit de lijst Pagina met de pijltjestoetsen F3 en F4. Met F6 Bewerken de gewenste vaste waarde oproepen. Een bestaande vaste waarde uit de lijst verwerken Verwerk de gemarkeerde vaste waarde met F6. Parameternaam is gemarkeerd;...
Pagina 107
Display information Selecteren welke gegevens in het informatieveld worden weergegeven field var. A • Fabrieksinstelling: Omschakelen tussen de individueel gebruikte functies, bijv. controlelampje, totaal geheugen, Organization Data Memory. • Bedieningsweergave: Doorlopende weergave van de functie van het controlelampje. • Totaal: continue weergave van het totale geheugen. •...
7. FOUTMELDINGEN Foutmelding Oorzaak / Remedie / Info Weegschaal ongeschikt voor het gewicht van het product; pas de REF weight too low instelling aan in de instellingsmodus Zero reset not possible Afwijking van nulpunt te groot Lege weegschaal, weegschaal onder- of overbelast, handmatige Tare not possible tarra invoer met tarrawaarde boven maximale belasting De geselecteerde functie ondersteunt het afdrukken, wijzigen of...
> Communicatie (alibigeheugen, interfaces, afdrukafbeelding, barcode, IO-controle) > Afdrukken > Service (foutmeldingen, software-update) > en nog veel meer verwijzen naar: https://www.soehnle-professional.com/en/site/documents Ga naar de klantenservice op onze website www.soehnle-professional.com en selecteer Downloads/Industriële weegschalen/Terminals/Terminal 3035 voor de benodigde documenten.