INSTALLATIE VAN MODULES
•
Installeer modules op een plaats waar ze niet in
de schaduw liggen van obstakels zoals ge-
bouwen of bomen. Let vooral op dat u gedeel-
telijke overschaduwing van de modules door
voorwerpen overdag voorkomt. Als de PV-
module altijd gedeeltelijk in de schaduw staat,
kunnen hotspots optreden en kan de PV-
module defect raken.
Voor vragen over montageprofielen voor modules,
neem contact op met uw lokale dealer.
Metalen klem A
(2 plaatsen)
Rail van de draagstructuur
Veerring
Veerring
•
De modules moeten in principe worden
gemonteerd op de vier (4) punten die worden
getoond in Figuur 1, en op basis van instal-
latiemethodes die worden getoond in Figuur 5.
•
Een speling van 100 mm tussen het dakop-
pervlak en het moduleframe is vereist om
koellucht rond de achterkant van de module te
laten circuleren. Zo kan ook eventuele conden-
satie of vocht worden afgevoerd. Installeer
modules zodanig dat lucht tussen het dak en de
module kan circuleren.
•
Een punt van een montagebout mag u geen
contact laten maken met de achterkant van de
Metalen klem B
(2 plaatsen)
M8-bout
Vlakke sluitring
Vlakke sluitring
M8-moer
Figuur 5. Installatie van modules
Installatie (referentie)
Zonnemodule
Module
Rail van de draagstructuur
7
module bij het bevestigen van de module aan
de rail van de draagstructuur.
•
Voor montageapparatuur (het moduleframe,
de draagstructuur en de apparatuur) moet
geschikt materiaal worden gebruikt om corrosie
ervan te voorkomen.
•
Neem indien nodig contact op met uw
bevoegde Panasonic-vertegenwoordiger als u
vragen hebt met betrekking tot de mon-
tageprofielen voor modules.
Zonnemodule