VEILIGHEIDSMAATREGELEN
•
U moet alle instructies hebben gelezen en
begrepen voordat u probeert om de module te
installeren, te bedraden, in bedrijf te stellen en
te onderhouden.
•
Voor de installatie van modules is een grote
vakkundigheid vereist en installatie mag daa-
rom alleen worden uitgevoerd door gek-
walificeerde, vergunde professionals, inclusief,
zonder beperking, vergunde aannemers en
vergunde elektriciens.
•
De installateur neemt het risico op zich van al
het mogelijke letsel dat zich tijdens de instal-
latie kan voordoen, inclusief, zonder beperking,
het risico op een elektrische schok.
•
Voordat de modules worden geïnstalleerd,
neemt u contact op met de geschikte instanties
om te bepalen welke toestemmings-, installatie
- en inspectievereisten u moet volgen.
•
U moet er zeker van zijn dat de constructie of
structuur (dak, enz.) waarop de modules
worden geïnstalleerd, sterk genoeg is.
•
Zowel de dakconstructie als het installatieon-
twerp van de module zijn van invloed op de
brandwerendheid van een gebouw. Een
onjuiste installatie kan bijdragen aan
brandgevaar. Mogelijk zijn extra apparaten
zoals aardcontacten, zekeringen en onderbre-
kingen vereist.
•
Voor een niet-integrale module of een niet-
integraal paneel moet de samenstelling worden
gemonteerd op een brandbestendige
dakbedekking die berekend is op de toepassing.
•
Voor modules die op daken worden
gemonteerd, zijn mogelijk een speciale con-
structie of speciale structuren vereist om de
juiste ondersteuning voor de installatie te
helpen bieden.
•
De module mag u niet installeren op een
locatie waar brandbare gassen of dampen
aanwezig zijn.
•
In één en hetzelfde systeem mag u niet ge-
bruikmaken van modules met verschillende
specificaties.
•
Houd u aan alle veiligheidsmaatregelen voor
andere gebruikte systeemonderdelen.
•
In sommige gebieden gelden mogelijk lokale
elektrische voorschriften voor de installatie en
het gebruik van modules.
WAARSCHUWING
Om het gevaar van een elektrische schok, vonken,
brand en letsel te voorkomen
•
De modules genereren elektrische gelijks-
troomenergie wanneer ze worden blootgesteld
aan zonlicht of andere lichtbronnen. Dek
daarom het hele oppervlak van de voorkant van
de modules tijdens de installatie en hantering
van de modules af met een dicht, on-
doorschijnend materiaal zoals een kartonnen
doos.
•
Het schokgevaar neemt toe wanneer modules
parallel worden aangesloten, waardoor ze een
hogere stroom produceren, en wanneer mod-
ules in serie worden aangesloten, waardoor ze
hogere spanningen produceren.
•
Het schokgevaar neemt toe bij modules met
een nominale open-circuitspanning (Voc) van
meer dan 45 V en/of modules waaraan een
maximale systeemspanning van meer dan 45 V
is toegekend.
•
Draag geschikte kleding, handschoenen en
bescherming om direct contact met 30 V
gelijkstroom of meer te voorkomen.
•
Werk alleen onder droge omstandigheden, met
droge modules en met droog gereedschap.
•
Kinderen en onbevoegde personen mag u niet
in de buurt laten komen tijdens de installatie
van modules.
•
De achterkant van een module mag u niet
doorboren of beschadigen. Gebruik de PV-
modules niet langer en vervang ze in geval van
een kras op de achterkant met risico op bloot-
stelling van geleidende onderdelen.
•
De module mag u niet demonteren en onder-
delen die door de fabrikant zijn geïnstalleerd,
mag u niet verwijderen.
•
Het deksel van een aansluitdoos mag u niet
openen.
•
De aansluitingspunten van de aansluitdoos mag
u niet aanraken.
•
De bedrading van omloopdiodes mag u niet
wijzigen.
•
Aansluitingspunten mag u niet aankoppelen of
loskoppelen terwijl modules elektriciteit gene-
reren en u mag geen elektrische belasting
aansluiten.
•
Een module mag u nooit achterlaten zonder
deze te hebben ondersteund of vastgezet.
LET OP
Om het gevaar van letsel, brandwonden en schade
aan de module te voorkomen
•
Gebruik een module alleen voor het beoogde
doeleinde ervan.
•
U moet er zeker van zijn dat alle andere sys-
teemonderdelen compatibel zijn en ze de
2
module niet blootstellen aan mechanische of
elektrische gevaren.
•
Zonlicht mag u niet kunstmatig concentreren
op een module.
•
Op een module mag u niet staan of stappen.
•
Bij het dragen van een module moet deze aan
zijn frame worden gedragen door twee of meer
personen die antisliphandschoenen dragen.
•
Een module mag u niet dragen aan zijn draden
of aansluitdoos.
•
Een module mag u niet laten vallen.
•
Op het oppervlak van een module mag u niet
iets laten vallen.
•
De achterkant van een module mag u niet
aanstoten met de connector of andere dingen.
•
Een module mag u niet demonteren en u mag
niet proberen om een reparatie uit te voeren,
het deksel van de aansluitdoos openen of
onderdelen verwijderen die door Panasonic zijn
geïnstalleerd. Er zijn geen door de gebruiker te
onderhouden onderdelen binnen in de module
of aansluitdoos.
•
De achterkant of het oppervlak van de voorkant
mag u niet behandelen met verf of hechtmid-
delen.
•
Kapotte modules mag u niet gebruiken of
installeren. Als u een defect vindt, bijvoorbeeld
een glasbreuk, neem dan contact op met een
professionele installateur om de module direct
te vervangen.
•
Een module mag u niet onnodig aanraken. Het
glazen oppervlak en de frames worden heet.