Opmerking
U moet mogelijk Wi-Fi of Bluetooth op beide apparaten inschakelen om de verbinding te
kunnen maken.
Uw apparaat voor betalingen gebruiken
U kunt uw apparaat gebruiken om te betalen zonder uw echte portemonnee te
hoeven pakken, en u kunt alle betaalservices op één plaats beheren. Wanneer u
een betaling uitvoert, moet u niet vergeten de NFC-functie in te schakelen voordat
u met uw apparaat een kaartlezer aanraakt. Ga voor meer informatie over NFC naar
NFC (Near Field Communication) op pagina 102.
Opmerking
Mobiele betaalservices zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Voor apparaten met een
dubbele SIM-kaart geldt, dat NFC-betalingen alleen worden ondersteund als een SIM-kaart
met NFC-functionaliteit in SIM-kaartsleuf 1 is geplaatst.
Betaalservices beheren
1
Controleer of NFC op uw apparaat is ingeschakeld.
2
Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Standaard-apps > Tikken
en betalen. Een lijst met betaalservices wordt weergegeven.
3
Beheer de betaalservices naar eigen inzicht. U kunt bijvoorbeeld instellen welke
betaalservice standaard wordt gebruikt.
Draadloze Bluetooth-technologie
Gebruik de Bluetooth-functie om bestanden te verzenden naar andere Bluetooth-
compatibele apparaten, of om aan te sluiten op handsfree accessoires. Bluetooth-
verbindingen werken beter binnen 10 meter, zonder massieve voorwerpen
ertussen. In sommige gevallen moet u het apparaat handmatig koppelen met
andere Bluetooth-apparaten.
Opmerking
De interoperabiliteit en compatibiliteit tussen Bluetooth-apparaten varieert.
De functie Bluetooth in- of uitschakelen
1
Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Verbindingsvoorkeuren.
2
Tik op Bluetooth.
3
Tik op de schakelaar om de functie in of uit te schakelen.
Hint
U kunt Bluetooth ook in- of uitschakelen via het deelvenster Snelle instellingen.
Het apparaat een naam geven
U kunt uw apparaat een naam geven. Deze naam wordt weergegeven op andere
apparaten nadat u de Bluetooth-functie hebt ingeschakeld en uw apparaat is
ingesteld op zichtbaar.
Uw apparaat een naam geven
1
Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Koppel nieuw apparaat.
2
Tik op Apparaatnaam.
3
Voer een naam in voor uw apparaat.
4
Tik op NAAM WIJZIGEN.
103
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlijk gebruik.