1.
Plaats de enveloppen (maximumcapaciteit is 10 enveloppen):
a.
De lange zijde wordt het eerst geplaatst.
b.
Plaats de afdrukzijde naar boven. (De stippellijnen die
hieronder zijn weergegeven geven de juiste afdrukstand van
de kap onder de envelop aan.)
2.
Maak een proefafdruk vanuit de toepassing om de juiste
afdrukstand van de envelop te bepalen. Pas de gidsen van de
multifunctionele sheetfeeder aan de breedte van de enveloppen
aan.
3.
Open de uitvoerlade aan de linkerzijde van de printer.
4.
Op het voorpaneel verschijnt het verzoek om het geladen
mediumtype en -formaat te selecteren.
a.
Druk op de Waarde-knoppen om Enveloppen te selecteren:
Druk op de Enter-knop om uw keuze op te slaan.
b.
Druk op de Waarde-knoppen om het gewenste formaat te
selecteren: Druk op de Enter-knop om uw keuze op te slaan.
5.
Maak een proefafdruk om de juiste oriëntatie van de enveloppen
te controleren.
6.
Verzend de taak naar de printer.
Gebruikershandleiding
0748-33
37