2
Gebruik de knop
selecteren die u wilt afdrukken.
De selectiemethode is afhankelijk van de
instellingen van het afdruktype
-
Selecteer een beeld, druk op de
knop FUNC./SET en gebruik de
knop
afdrukken te selecteren
(maximaal 99).
-
Selecteer een beeld en druk op de
knop FUNC./SET om het beeld te
selecteren of de selectie ervan op te
heffen.
U kunt ook opnamen selecteren in de
indexweergave.
Als de camera op een printer is
aangesloten, gaat de knop
blauw branden terwijl de beelden
worden geselecteerd. Druk nu op de knop
controleer of [Print] is geselecteerd. Wanneer u op de knop
FUNC./SET drukt, begint het afdrukken.
Alle beelden op een geheugenkaart
1
Menu
Van elk beeld wordt één afdruk
gemaakt.
Door [Wis alle selecties] te selecteren,
annuleert u alle afdrukinstellingen.
Als de camera op een printer is
aangesloten, gaat de knop
blauw branden nadat de knop FUNC./
SET is ingedrukt. Druk nu op de knop
of [Print] is geselecteerd. Wanneer u op de knop FUNC./
SET drukt, begint het afdrukken.
2
Selecteer [OK] en druk op
84
(Standaard)/
of
om het aantal
(Index)
(Print)
of
om de beelden te
(p.
85).
(Beide)
[Sel. alle beelden].
Aantal exemplaren
Selectie van indexafdruk
en
en controleer
.