3 Plaatsing
3.1 Plaatsing van de weegschaalplatform
oder
oder
KFP V20_600-3000-IA-nl-1010
1. Afhankelijk van de versie moet de constructie van
de weegschaalplatform volgend toebehoren
omvatten:
2 oprijplaten
of
1 oprijplaat en 1 systeem van vloerplaten met
begrenzer
of
2 systemen van vloerplaten met begrenzer.
2. Oprijplaten en/of vloerplaten op de grond leggen
vóór en achter de weegschaalplatform.
3. De weegschaalplatform ophijsen, de voetjes in de
juiste kerven in de oprij- of vloerplaten plaatsen.
4. In de omgeving van weegschaalplaatsing, en in
het bijzonder op de plaats van voetjes, dient men
op vlakheid en horizontale plaatsing van de vloer-
en oprijplaten te letten. Kleine hoogteverschillen
kunnen door verstelbare voetjes worden
gelijkgesteld.
5. Plaatsing van oprij- en vloerplaten gelijkstellen.
6. De plaatsing van oprij- of vloerplaten markeren,
absoluut in de openingen van de vloer met
geleverde palen ankeren.
(Vloerplaten: elke plaat met 2 palen, oprijplaat:
elke plaat met 2 palen).
De weegschaalplatform met waterpas instellen.
Alle voetjes moeten overeenkomstig aanliggen.
4