Bediening
Het in- en uitschakelen van de
afzuiging
Voor normaal gebruik kunt u kiezen tus-
sen de vermogensstanden 1 en 2.
Wanneer u aanbraadt en levensmidde-
len kookt waarbij veel damp en luchtjes
vrijkomen, raden wij u aan om stand B,
de "boosterstand", te gebruiken.
Schakel de afzuiging in met de scha-
kelaar en kies de gewenste vermo-
gensstand.
Afzuiging uitschakelen
Het is aan te bevelen om de afzuiging
nog enkele minuten te laten werken.
Dan wordt de keukenlucht gezuiverd
van eventueel nog aanwezige dampen
en geurtjes.
U kunt de afzuiging uitschakelen door
de ventilatorschakelaar op 0 te zet-
ten.
Kookplaatverlichting in- en uit-
schakelen
De kookplaatverlichting kunt u onafhan-
kelijk van de afzuiging in- en uitschake-
len.
Schakel de kookplaatverlichting met
de verlichtingsschakelaar in (1) en
uit (0).
16