7.3 Twee melders, twee lichtgroepen
Beide melders:
● Elke melder moet zo worden geplaatst dat deze alleen het zelf gere-
gelde licht registreert.
● Bedrijfsmodus: Master in parallelschakeling
● Uitgang Licht A actief
● Gewenste bedrijfsmodus instellen: Schakelen
of constante lichtregeling
● De montageplaats wordt gebruikt als referentie
voor de lichtomstandigheden in de gang.
Master
Omdat de aanwezigheidsmelder de lichtsterkte onder de
aanwezigheidsmelder meet en dus aan de rand van het
registratiebereik, kan de lichtsterkte op de montageplaats
worden beïnvloed door extern geschakelde verlichtingen,
bijvoorbeeld die, die door in de buurt gemonteerde aanwe-
zigheidsmelders worden geregeld.
126
126
Lux
Master
Lux