40
30
20
verschil duidt op een lage doorstroming in het verwar-
10
mingssysteem en een klein verschil op een hoge door-
0
stroming in het verwarmingssysteem.
0,0
0,05
0,10
0,15
Tillgängligt tryck, kPa
Beschikbare druk, kPa
Elektrisch vermogen, W
Eleffekt, W
p
F1155 6 kW
Pumpkapacitet, värmebärarsida för F1155-1255 -6 kW, manuell drift.
Tillgängligt tryck
Beschikbare druk, kPa
kPa
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0,00 0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30
F1155 12 kW
Beschikbare druk
(kPa)
80
70
60
50
40
30
20
10
P40%
40%
0
0,0
0,1
0,2
Pumpkapacitet, värmebärarsida för F1155-1255 -16 kW, manuell drift.
F1155 16 kW
Tillgängligt tryck
Beschikbare druk, kPa
kPa
90
80
70
60
50
40
30
P40%
20
10
40%
0
0,00
0,05
0,10
0,15
0,20
NIBE F1155
P60%
2
P40%
1
0,20
0,25
0,30
0,35
Eleffekt
Elektrisch ingangsvermogen,
70
P100%
60
50
100%
40
P80%
30
80%
P60%
20
60%
10
P40%
40%
0
0,35
0,40
0,45
0,50
Flöde l/s
Stroom l/s
Uitgang
P100%
P80%
100%
80%
P60%
60%
0,3
0,4
0,5
0,6
Aanvoer
Flöde
(l/s)
Eleffekt
Elektrisch ingangsvermogen,
100
P100%
90
80
70
P80%
60
50
P60%
100%
40
30
80%
60%
20
10
0
0,25
0,30
0,35
0,40
0,45
0,50
Flöde l/s
Stroom l/s
4
3
Opnieuw afstellen, ontluchten,
verwarmingssysteem
0,40
0,45
De eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water en
het kan nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indien
Flöde l/s
er borrelende geluiden bij de warmtepomp of het afgif-
tesysteem worden waargenomen, is het nodig om het
hele systeem nogmaals te ontluchten. Controleer de
druk in het drukexpansievat (CM1) met de drukmeter
W
(BP5). Als de druk zakt, dient het systeem te worden
W
bijgevuld.
Bijstellen, ontluchten, bronsysteem
Niveaureservoir
Controleer het vloeistofniveau in het niveau-
reservoir (CM2). Indien het vloeistofniveau
is gezakt, vult u het systeem bij.
Sluit de klep onder het reservoir.
1.
Ontkoppel de aansluiting bovenop het
2.
reservoir.
3.
Vul bronvloeistof bij tot het reservoir
ongeveer 2/3 vol is.
(W)
Sluit de connector opnieuw aan boven-
4.
80
op het reservoir.
70
Open de klep onder het reservoir.
5.
60
50
Indien de druk in het systeem moet worden verhoogd,
40
gebeurt dat door de klep op de uitgaande hoofdleiding
30
te sluiten wanneer de bronpomp (GP2) in bedrijf is en
20
het niveaureservoir (CM2) open staat, zodat vloeistof
10
uit het reservoir wordt gezogen.
0
Expansievat
Indien er een expansievat (CM3) wordt
gebruikt in plaats van een niveaureservoir,
wordt het drukniveau gecontroleerd met
de drukmeter (BP6). Als de druk zakt, dient
W
W
het systeem te worden bijgevuld.
De stooklijn instellen
In het menu
Curve, verwarming
curve voor uw huis bekijken. De curve is bedoeld om
ongeacht de buitentemperatuur voor een gelijkmatige
binnentemperatuur te zorgen en dus voor een energie-
zuinige werking. Aan de hand van deze curve bepaalt
de F1155 de temperatuur van het water naar het verwar-
mingssysteem (de aanvoertemperatuur) en dus de bin-
nentemperatuur.
HELLING VAN DE STOOKLIJN
De helling van de verwarmingscurve bepaalt hoeveel
graden de aanvoertemperatuur moet worden ver-
hoogd/verlaagd wanneer de buitentemperatuur
daalt/stijgt. Hoe steiler de helling, hoe hoger de aanvoer-
temperatuur bij een bepaalde buitentemperatuur.
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
2/3
kunt u de verwarmings-
37