Inhoudsopgave
Advertenties
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Parameterlijst
■ Tonen
Parameter
Instellingen
Nagalm
Uit, 1 t/m 4
Standaardinstelling:
2
Toonselectie
Zie pagina NL-6.
Standaardinstelling:
GRAND PIANO 1
(CONCERT)
Zweving
Uit, 1 t/m 4
Standaardinstelling:
Uit
Helderheid
–3 tot 0 tot 3
Standaardinstelling:
0
Balans tussen
–24 tot 0 tot 24
Standaardinstelling:
lagen
–10
Laag pedaal
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Uit
Dempruis
Uit, Aan
Standaardinstelling:
Aan
Selectie van
Uit, Aan
Standaardinstelling:
gelaagde toon
Uit
Duetmodus
Uit, Aan, Pan
Standaardinstelling:
Uit
NL-22
Bedienings-
type
Beschrijving
(pagina
NL-20)
A
Specificeert de nagalm van de
noten. (pagina NL-8)
A
Wijst een toon toe aan het
toetsenbord. (pagina NL-6)
D
Regelt de breedte van de noten.
(pagina NL-8)
B
Specificeert de helderheid van de
noten. Door indrukken van [+]
worden de noten helderder en
harder. Door indrukken van [–]
worden de noten milder en
zachter.
B
Specificeert de balans tussen het
hoofdtoonvolume en het volume
van de gelaagde toon.
(pagina NL-7)
D
Wanneer deze functie is
ingeschakeld en de BASS (LOWER)
toon wordt geselecteerd, zal bij
indrukken van het demppedaal of
het sostenuto pedaal de
aangehouden nagalm op de BASS
(LOWER) toon worden
uitgeoefend. (pagina NL-7)
D
In-/uitschakelen van de weergave
van de dempruis. (pagina NL-9)
D
In- of uitschakelen van de
lagenfunctie. (pagina NL-7)
D
In- of uitschakelen van de
duetmodus. (pagina NL-11)
Opmerkingen
• Druk tegelijkertijd op [+] en [–] om terug te
gaan naar de oorspronkelijke
standaardinstelling (0).
• Druk tegelijkertijd op [+] en [–] om terug te
gaan naar de oorspronkelijke
standaardinstelling (–10).
• BASS (LOWER) kan niet met een andere
toon worden gelaagd.
• Configureren van lageninstellingen wordt
niet ondersteund in geval van opname op
spoor 2.
• Wanneer Pan is ingesteld, kunnen de
nagalm- en zweving-effecten niet worden
toegepast.
Advertenties
Inhoudsopgave
