Inhoudsopgave
Advertenties
4 Meting
Schakel het apparaat in. met behulp van de Power toets, op het display verschijnt "0" en het laatst
gebruikte materiaalsymbool (Fe / NFe). Houd nu het apparaat met de sonde op het meetoppervlak.
Om een nieuwe meting te starten tilt u het apparaat op en plaatst u deze weer op het
meetoppervlak, 1 cm van het vorige meetpunt. Om een hoge nauwkeurigheid te kunnen garanderen
dient u het apparaat voor aanvang van de meting te kalibreren (zie hoofdstuk "Kalibratie"). Om de
eenheid om te schakelen (Fe / NFe) houdt u de Power toets ca. 6 sec. ingedrukt, tot op het display
"UNIT" verschijnt. Laat de toets nu los en de eenheid schakelt automatisch van µm →mil of van mil
→ µm. Om van enkele meting naar continu meting te schakelen, en andersom, houdt u de Power
toets ca. 8 sec. ingedrukt, tot "SC" op het display verschijnt. De meetmodus schakelt nu om.
Wanneer ((•)) wordt weergegeven op het display, bevindt u zich in de continu meetmodus, wordt "S"
weergegeven op het display, dan bevindt u zich in de enkele meetmodus.
5 Kalibratie
De nulpunt-kalibratie dient voor ijzer en non-ferrometalen apart doorgevoerd te worden. gebruik de
ijzeren testplaat, wanneer "Fe" op het display wordt weergegeven en de aluminium testplaat,
wanneer "NFe" op het display wordt weergegeven. Houd de laagdiktemeter op de testplaat en druk
op de Zero toets, op het display verschijnt "0". Kies nu een kalibratiefolie uit die in het meetbereik
ligt, om een zo hoog mogelijke nauwkeurigheid te behalen. Leg de kalibratiefolie op de testplaat en
plaats het apparaat hier op. Neem het apparaat vervolgens weer van de folie. Indien de waarde die
nu wordt weergegeven op het display van het apparaat afwijkt van de waarde die wordt aangegeven
op de kalibratiefolie, kunt u dit aanpassen in het apparaat, met behulp van een paperclip, in de twee
kalibratie-openingen onder het batterijvakdeksel. (Zie afbeelding.)
6 Vervangen van de batterijen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Haal het batterijvakdeksel, aan de achterzijde van het apparaat, los.
3. Haal de oude batterijen uit het batterijvak en vervang deze voor nieuwe batterijen (2 x 1,5 V
AAA batterijen).
4. Sluit het batterijvak weer.
GEBRUIKSAANWIJZING Laagdiktemeter PCE-CT 28
4
Advertenties
Inhoudsopgave
