7
Configureer de instelling [Hoofdscanner/Flatbed].
Selecteer [Flatbed] als het document op de glasplaat is geplaatst
en selecteer [Hoofdscanner] als het document is geplaatst in de
scanner uit de Canon DR-serie. Als u [Auto] selecteert, worden
alle documenten gescand die in de invoer worden geplaatst. Als
er zich geen documenten in de invoer bevinden, wordt het
document op de glasplaat gescand.
8
Configureer desgewenst de instellingen voor de scanner
uit de Canon DR-serie.
Klik op de knop [Meer] om het dialoogvenster met instellingen
voor de scanner uit de Canon DR-serie te openen. Wanneer u
klaar bent met configureren, klikt u op de knop [OK] om het
dialoogvenster te sluiten.
Voor meer informatie over de verschillende instellingen kunt u ook
de helpinformatie raadplegen.
9
Configureer de scanvoorwaarden.
Voor meer informatie over de instellingen, zie
"Scannerinstellingen" op pag. 20.
10
Geef bestandsnaam en indeling op voor het
beeldbestand.
Raadpleeg voor informatie over de andere instellingen in het
dialoogvenster [Instellingen batchscan naar bestand] de
CapturePerfect-Bedieningsgids.
11
Plaats de documenten die u wilt scannen en klik op
[Opslaan] om het scannen te starten.
ATTENTIE
• De methode voor het plaatsen van de documenten hangt af van
de instelling [Aanvoeroptie]. Voor nadere bijzonderheden, zie
"De invoeroptie voor scannen wijzigen" op pag. 21.
• Verplaats het document op de glasplaat niet zolang de aan/
uitknop knippert en het scannen bezig is.
12
Wanneer het dialoogvenster [Doorgaan] verschijnt, en
klikt u op [Doorgaan] of op [Scannen annuleren].
13
Als u klaar bent met scannen, selecteert u [Afsluiten] in
het menu [Bestand] om CapturePerfect af te sluiten.
19