Beschrijving
1. Handgastrekker Veerbelast, om terug te keren naar sta-
tionair toerental bij loslaten. Druk tijdens het opvoeren
van het toerental de trekker gelijkmatig in voor een op-
timale werking.
2. Serienummeretiket Vermeldt het modelnummer en se-
rienummer van de machine.
3. Choke De choke bevindt zich naast het luchtfilter. Trek
aan de chokehendel om de choke te sluiten voor een
koude start. Duw op de chokehendel om de choke te
openen.
4. Luchtfilter Bevat een vervangbaar luchtfilterelement.
5. Brandstoftankdop Voor het afsluiten en afdichten van de
brandstoftank.
6. Brandstoftank Bevat brandstof en een brandstoffilter.
7. Bougie Zorgt voor de vonk om het brandstofmengsel te
ontsteken.
8. Starthendel Trek voorzichtig aan de hendel totdat de star-
ter wordt ingeschakeld, en daarna snel en krachtig.
Draai de hendel voorzichtig terug wanneer de motor
wordt gestart. Laat de hendel NIET terugschieten. An-
ders zal de machine worden beschadigd.
Beschrijving
9. Vonkenvanger - katalytische demper/demper De dem-
per of katalytische demper reduceert het geluid en de
emissie van de uitlaat. De vonkenvanger voorkomt dat
hete, gloeiende koolstofdeeltjes uit de uitlaat worden
geblazen. Houd de uitlaat altijd vrij van ontvlambaar af-
val.
10. Opvoerpomp Door vóór het starten de opvoerpomp te
bedienen, wordt nieuwe brandstof uit de brandstoftank
in de carburateur gezogen. Bedien de opvoerpomp tot
er brandstof zichtbaar is en onbelemmerd in de "trans-
parante" brandstofretourleiding stroomt. Bedien de op-
voerpomp vervolgens nog 4 of 5 keer.
11. Ontstekingsschakelaar Voorziening voor het in- en uit-
schakelen van het ontstekingssysteem, zodat de motor
gestart of gestopt kan worden.
12. Blazerbuizen
13. Afdekkap behuizing Dekt snijblad af.
14