16
KETTINGGELEIDER EN ZAAGKETTING VERVANGEN
WAARSCHUWING
U mag de kettinggeleider en de zaagketting nooit vervangen of afstellen terwijl de motor draait. Koppel de
bougiekabel altijd los voordat u onderhoud pleegt op de kettinggeleider en de ketting. Deze zaagketting is ZEER
scherp. Draag robuuste handschoenen om uw handen te beschermen als u ermee aan de slag gaat. Draag
oogbescherming die voldoet aan de CE- of ANSI-specificatie Z87.1.
Kettinggeleider vervangen/installeren
Niveau 2
Benodigd gereedschap: 10 x 19 mm (13/32 x 3/4 in.) T-moersleutel,
1. Verwijder de twee (2) kettinggeleidermoeren (A) en de schroef van
de kettinggeleiderkap(B) en draai de stelschroef (C) van de
kettingspanning naar links, om de spanning te verminderen.
2. Verwijder de kap van de kettinggeleider (D).
3. Verwijder de kettinggeleider en de zaagketting van de kettingkast
en het kettingwiel.
4. Haal de ketting van de kettinggeleider en controleer de geleider
op schade en overmatige of ongelijkmatige slijtage. Indien nodig
vervangt u de geleider.
5. Installeer de ketting op de geleider waarbij de tanden op de
geleider naar het uiteinde van de geleider wijzen.
6. Installeer de geleider en de ketting op de kettingkast en leg de ketting
om het aandrijfkettingwiel (E).
7. Draai de spanningstelschroef naar rechts om de zaagketting aan
te spannen.
8. Installeer de geleiderkap (D) en draai de geleidermoeren met de
hand aan en plaats de schroef van de geleiderkap (B).
9. Pas de kettingspanning aan.
4mm inbussleutel
B
D
C
A
E
B
D
C
A