3. START
NL
ATTENTIE
3.1
De veiligheden van duikers (1-6 / 1-8) en de stop (1-9) voorzien.
3.2
Voordat u overgaat tot de start, het type toepassing nagaan dat gekozen is volgens de voorbeelden van de paragraven 6-
7-8-9-10-11.
3.3
Als de begrenzers gebruikt worden, moeten deze op zo een manier afgesteld worden dat er ingegrepen wordt in nabijheid
van de mechanische openings- en sluitingstop. N.B.: De begrenzers moeten ingedrukt blijven tot de voltooiing van de
manoeuvre.
3.4
TC op het maximum instellen. RF, R1 en TM op de helft instellen. Alleen als de begrenzers N.C. gebruikt worden, TM op het
maximum instellen. De gewenste looprichting instellen met DIP2.
3.5
Voeding geven en de correcte werking controleren van de automatisering met erop volgende stap-voor-stap bedieningen.
De ingreep van de begrenzers nagaan. N.B.: indien er mechanische stoppen gebruikt worden voor de stop van de loop van
de automatisering of nabijheidsbegrenzer met contact N.O. de trimmer TM afstellen zodat er een manoeuvretijd verkregen
wordt van 2-3 s meer dan de tijd die in werkelijkheid door e automatisering in beslag genomen wordt.
3.6
De duikers verwijderen en de veiligheden (1-6 / 1-8) en de stop (1-9) verwijderen en er de correcte werking van nagaan.
3.7
Indien gewenst, de automatische sluiting afstellen met de trimmer TC. Attentie: de automatische sluitingstijd na de ingreep
van een veiligheid hangt af van de instellingen van DIP3.
3.8
RF in de positie instellen die de goede positie van de automatisering en de veiligheid van de gebruiker in geval van storen
verzekert.
3.9
Met R1 de duwkracht op de obstakels instellen.
3.10
De eventuele accessoires verbinden en der werking ervan nagaan.
3.11
Indien aanwezig, de container met de 4 schroeven hersluiten.
4. OPZOEKEN STORINGEN
PROBLEEM
De automatisering opent en
sluit niet.
De automatisering opent
maar sluit niet.
De externe veiligheden
grijpen niet in
E1 - IP1739
De manoeuvres relatief aan het punt 3.5 vinden plaats zonder veiligheden.
Het is alleen met stilstaande automatisering mogelijk de trimmers af te stellen.
MOGELIJKE OORZAAK
Voeding mankeert.
Accessoires in kortsluiting
(LED POWER uit)
Lijnzekering doorgebrand
De veiligheidscontacten zijn open (LED SA aan)
Deblokkeringsmicroschakelaar open
(waar aanwezig)
Het thermische element van de motor is open.
De radiobediening functioneert niet
De veiligheidscontacten zijn open (LED SA aan)
De fotocellen zijn actief (LED SA aan)
De automatische sluiting werkt niet.
Verkeerde verbindingen tussen de fotocellen en
het elektrische Schakelbord
Nagaan dat het elektrische schakelbord gevoed
is (de Led POWER moet aan zijn).
Alle accessoires en klemmen 0-1 loskoppelen (er
moet de spanning van 24 V= zijn) en deze één
voor één weer verbinden.
De zekering F 5A vervangen.
Nagaan dat de contacten 1-6, 1-8 en 1-9 gesloten
zijn (N.C.). Tussen 0-6, 0-8 en 0-9 moet, door met
de tester te meten, de spanning van 24 V= bestaan.
De correcte sluiting nagaan van het deurtje en
contact van de microschakelaar.
Tussen 1-11 of 1-12 moet, door met de tester te
meten, de spanning van 24 V= bestaan.
Nagaan dat er continuïteit bestaat tussen de fasen
U-W-V van de motor losgekoppeld van het
elektrische schakelbord
De correcte geheugenopslag nagaan van de
uitzenders op de ingebouwde radio.
In het geval van storing van de in het elektrische
schakelbord gebouwde radio-ontvanger is het
mogelijk de codes van de radiobedieningen op te
vangen door de geheugensmodule BIXMR2 te
extraheren.
Nagaan dat de contacten 1-6, 1-8 en 1-9 gesloten
zijn (N.C.). Tussen 0-6, 0-8 en 0-9 moet, door met
de tester te meten, de spanning van 24 V= bestaan.
De schoonmaak en de correcte werking van de
fotocellen nagaan.
Nagaan dat de trimmer TC niet op het maximum
ingesteld is.
De veiligheidscontacten N.C. in serie onderling
verbinden en de eventuele duikers die aanwezig
zijn op het klemmenblok van het elektrische
schakelbord weghalen
8
INGREEP