8
Lezen
Inleiding
Codetypen
Met de leesoptie kan het systeem speciale codes lezen die op de documenten zijn afgedrukt.
De code bevat informatie over het verwerken van de documenten.
Het systeem kan de volgende typen code gebruiken:
• BCR 1D: eendimensionale streepjescode
• BCR 2D: tweedimensionale streepjescodes
• OMR: 1-track Optical Mark Recognition
• Flex 1-9: optionele omzetting ter ondersteuning van OMR- en BCR-codering die niet
8
standaard is
Afhankelijk van de instellingen betekent de code het volgende:
• De documentset is voltooid
• Bijlagen moeten worden toegevoegd aan de set
• Het systeem moet stoppen
• De set is voltooid (geen ontbrekende pagina´s)
• De enveloppen worden getransporteerd naar de zijuitgang of naar de stapelaar.
De vellen met de afgedrukte code worden in een feeder geplaatst. Afhankelijk van de
geprogrammeerde code kunnen de andere feeders worden gebruikt als selectieve feeders
om bijlagen toe te voegen.
In het geval van een Z-vouw moet het adres worden afgedrukt op de laatste pagina van
de set. Bij de andere vouwtypes, bevat het eerste blad van een set altijd het adres. Een
code voor volledige lengte wordt afgedrukt op elk blad van een set. De code moet op
dezelfde locatie op elke pagina verschijnen ongeacht de werkelijke codelengte.
De code op het laatste blad van de set bevat de invoeginstructie. De andere bladen bevatten
de verzamelinstructie. Als de code "pagina N van M" wordt gebruikt bij BCR, wordt de set
ingevoegd op het punt waar N gelijk is aan M.
104