Uw computer uitschakelen
VOORZICHTIG:
U voorkomt gegevensverlies door alle geopende bestanden op te slaan en te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's
voordat u de computer uitzet.
1. Sluit het besturingssysteem af:
In Windows® 7:
l
Klik op Start
In Windows Vista®:
l
Klik op Start
, klik op de pijl rechts onder in het menu Start en klik vervolgens op Afsluiten.
In Windows® XP:
l
Klik op Start® Afsluiten® Afsluiten.
De computer wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of de computer en alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan/uitknop zes seconden ingedrukt, indien uw
computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Nadat u in de computer hebt gewerkt
Nadat u onderdelen hebt vervangen of geplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt aangesloten voordat u de
computer inschakelt.
VOORZICHTIG:
u voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die speciaal voor deze Dell-computer is bedoeld. Gebruik
geen batterijen die voor andere Dell-computers zijn bedoeld.
1. Sluit externe apparaten aan, zoals poortreplicatoren, batterijblokken of Media Bases en plaats alle kaarten terug, zoals ExpressCards.
VOORZICHTIG:
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op
de computer.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
3. Plaats de
batterij
terug.
4. Sluit uw computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
5. Zet de computer aan.
Terug naar inhoudsopgave
, klik vervolgens op Afsluiten.