a
b
c
d
Justeren nauwkeurigheid
Toegang tot het Justeerscherm
•
Als de laser is ingeschakeld, schakel deze dan UIT.
•
Druk de OMLAAG en RECHTS pijltoetsen in en houdt deze vast, druk vervol-
gens op de AAN/UIT toets (a) om de laser in te schakelen in het
justeerscherm.
•
Het justeerscherm ziet eruit als hier geïllustreerd (b).
Justeren Vlakstelnauwkeurigheid
•
Als de nauwkeurigheid van de Piper is gecontroleerd en de afwijking bekend
is, dan kan de laserstraal worden gecorrigeerd met behulp van de OMHOOG
en OMLAAG pijltoetsen (c) om de teller op te hogen en de laserstraal naar
de gewenste positie te dirigeren.
•
Elke tik staat voor ongeveer twee boogseconden. Daarom komen vijf tikken
van de teller overeen met circa 1,6 mm op 30 meter (1/16 inch op 100 voet).
•
Het Piper pictogram zal knipperen om aan te geven, dat de laser niet vlak
staat.
•
De LINKS of RECHTS pijltoetsen (d) kunnen worden gebruikt om tijdens deze
procedure de lijn te justeren.
Piper 100/200
6-3