3 . Plaats de spuit zodanig dat de cilinderflens zich in de groeven op de spuitflensklem bevindt .
Om te verzekeren dat de spuit correct wordt geladen, moet de cilinderflens
w
in de ruimte tussen de spuitklem en de spuitflensklem worden geplaatst. Bij
een correcte plaatsing blijft de spuit in positie wanneer de spuitklem nog niet
is gesloten.
4 . Til de spuitklem op totdat deze tegen de spuitcilinder vergrendeld ligt .
5 . Druk de vingergrepen op de zuigerhouder samen en schuif het mechanisme naar links tot aan
het uiteinde van de zuiger .
6 . Laat de vingergrepen los . Zorg dat de zuigergrijpers de zuiger stevig op zijn plaats houden en
dat de vingergreep in zijn oorspronkelijke positie terugkeert .
7 . Zorg dat het type en de grootte van de spuit overeenkomen met de vermeldingen op de pomp en druk vervolgens op
BEVESTIGEN . Desgewenst kunt u het soort spuit wijzigen door op de TYPE-softkey te drukken .
Bevestig de toevoerslang met behulp van de haak achterop de Alaris™ enterale Plus spuitpomp. Hierdoor wordt
w
voorkomen dat de spuit per ongeluk losraakt van de Alaris™ enterale Plus spuitpomp.
Controleer of beide zuigergrijpers volledig aansluiten op de zuigerflens en of de bovenste vingergreep in zijn
oorspronkelijke positie is teruggekeerd.
PAUZE
PENTA ENTERAL
+ AANPASSEN -
BEVESTIG
BDDF00659 Uitgave 3
Alaris™ enterale Plus spuitpomp MK4
60
TYPE
15/38
Spuit laden