Draadloos netwerk instellen
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Network Settings.
6
Klik op Wireless > Wizard.
De Wizard zal u door de configuratie van het draadloos netwerk
loodsen. Als u het draadloos netwerk echter rechtstreeks wilt instellen,
selecteert u Custom.
7
Selecteer de Network Name(SSID) in de lijst.
•SSID: SSID (Service Set Identifier) is een naam die een draadloos
netwerk aanduidt. Toegangspunten en draadloze apparaten die
een verbinding proberen te maken met een bepaald draadloos
netwerk, moeten dezelfde SSID gebruiken. De SSID is
hoofdlettergevoelig.
•Operation Mode: Operation Mode verwijst naar het type
draadloze verbinding (zie "Naam van draadloos netwerk en
netwerkwachtwoord" op pagina 25).
-Ad-hoc: In deze modus kunnen draadloze apparaten
rechtstreeks met elkaar communiceren in een peer-to-peer-
omgeving.
-Infrastructure: in deze modus kunnen draadloze apparaten via
een toegangspunt met elkaar te communiceren.
Als de Operation Mode van uw netwerk ingesteld is op Infrastructure
selecteert u de SSID van het toegangspunt. Als Operation Mode
ingesteld is op Ad-hoc selecteert u de SSID van het apparaat.
8
Klik op Next.
Als het venster met beveiligingsinstellingen voor draadloze
netwerken verschijnt, voert u het geregistreerde wachtwoord
(netwerkwachtwoord) in en klikt u op Next.
9
Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de instellingen van
het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply.
Ontkoppel de netwerkkabel (standaard of netwerk). Als het goed is,
communiceert uw apparaat nu draadloos met het netwerk. In de ad-
hocmodus kunt u tegelijkertijd een draadloos LAN en een bekabeld
LAN gebruiken.
10
Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-romstation en volg de
instructies op het scherm om het draadloze netwerk in te stellen.
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
50