Blokkeerfunctie
Door de blokkeerfunctie in te schakelen kunt u voorkomen dat bepaalde instelitems worden veranderd
wanneer de basisinstelling wordt opgeroepen. Gebruik de volgende procedure om de instelitems te
selecteren die geblokkeerd moeten worden.
■ Selecteren van de items voor blokkeren
1.
Selecteer de "02 Regist Setting" F-toetsenset. Zie
toetsenset" (pagina NL-32).
2.
Houd de F3 toets (FREEZ) ingedrukt.
Het "FREEZE" scherm verschijnt.
3.
Tik boven of onder op de aanraakring om het instelitem te selecteren dat u wilt
veranderen.
• Zie
"Gegevens in het
4.
Zet de waarde van het geselecteerde item op "On" (blokkeren) of "Off" (niet
blokkeren).
5.
Herhaal de stappen 3 en 4 naar vereist.
■ In- of uitschakelen van de blokkeerfunctie
1.
Selecteer de "02 Regist Setting" F-toetsenset. Zie
toetsenset" (pagina NL-32).
2.
Tik op de F3 toets (FREEZ).
De blokkeerfunctie wordt ingeschakeld en
3.
Tik op de F3 toets (FREEZ) zodat
blokkeerfunctie uit te schakelen.
registratiegeheugen" (pagina NL-86) voor details over de instelitems.
Verschijnt wanneer de blokkeerfunctie wordt ingeschakeld
NL-83
Opslaan en oproepen van basisinstellingen (Registratie)
"Veranderen van de F-
"Veranderen van de F-
verschijnt op het display.
niet meer wordt weergegeven om de