Hoofdtelefoonmodus
Wanneer "SYSTEM" > "Headphone Mode" in het FUNCTION menu (pagina NL-33) is ingesteld op "On"
(de oorspronkelijke standaardinstelling) en de hoofdtelefoon wordt gebruikt, wordt de geluidskwaliteit
automatisch gecorrigeerd om te reproduceren hoe een akoestische piano zou klinken wanneer deze de
oren van de luisteraar op een natuurlijke manier bereikt.
• De Headphone Mode instelling is ingeschakeld wanneer er een stekker in een van de PHONES
aansluitingen is gestoken.
• Ongeacht de Headphone Mode instelling is het geluid dat via de PHONES aansluitingen wordt
weergegeven hetzelfde als het geluid van de LINE OUT aansluitingen.
Gebruik van een commercieel verkrijgbare microfoon
U kunt een commercieel verkrijgbare dynamische microfoon aansluiten op de MIC IN aansluiting en
het geluid van de microfoon samen met het geluid van de Digitale Piano weergeven.
U kunt het volumeniveau van het ingangssignaal van de microfoon instellen met de MIC VOLUME
knop. De volumeregeling van de microfoon is onafhankelijk van het totale volume van de Digitale
Piano.
MIC VOLUME knop
• Zorg ervoor dat de Digitale Piano en de microfoon uitgeschakeld zijn voordat u een microfoon
aansluit.
• Stel het totale volume van de Digitale Piano en het microfoonvolume in op het laagste niveau
alvorens de microfoon aan te sluiten. Nadat de microfoon is aangesloten, kunt u de gewenste
volume-instellingen maken.
• Let er bij het aansluiten van een microfoon op de MIC IN aansluiting op dat een standaard-
klinkstekker (TS-klink) wordt gebruikt. Andere typen stekkers kunnen niet worden gebruikt.
• Op het microfoongeluid kunnen diverse effecten worden toegepast. Zie
microfooneffecten" (pagina NL-56) voor verdere informatie.
• Met de mixerfunctie kunt u het volume van het microfoongeluid en de zendwaarde naar de
Zaalsimulator/Nagalm afzonderlijk van elkaar instellen. Zie
voor verdere informatie.
MIC IN aansluiting
NL-21
Overzicht en instellingen
"Gebruik van de
"Gebruik van de
mixer" (pagina NL-60)