Hoe controleer je hoeveel insuline er over is?
Het dosisafleesvenster geeft precies aan hoeveel insuline er over is in
de patroon als er minder dan 30 eenheden inzitten.
• Draai de toedieningsknop tot deze stopt.
• Controleer het dosisafleesvenster:
- Als deze "30" aangeeft. Er zijn 30 of meer eenheden over in
de patroon.
- Als deze minder dan "30" aangeeft. Het geeft het aantal
eenheden aan dat over is in de patroon.
• Draai de toedieningsknop terug totdat het dosisafleesvenster op
"0" staat.
• Gebruik de insulineschaalverdeling om te zien hoeveel insuline
er ongeveer over is in de insulinepatroon.
Als je meer insuline nodig hebt dan over is in de patroon, neem
dan je hele dosis uit een nieuwe patroon, zie pagina 20.
1
Instelknop
gestopt:
23 eenheden over
2
De insuline-
schaalverde-
ling geeft
aan hoeveel
insuline er
ongeveer
over is
19