• Steek de zonne-energiemodule in het bovenste uiteinde van de weerbestendige
behuizing van de temperatuur-/luchtvochtigheidsensor
Let er daarbij op dat het nokje van de zonne-energiemodule exact in de gleuf van de
weerbestendige behuizing valt omdat anders de schroef niet kan worden
doorgestoken.
• Borg de beide delen met behulp van een lange schroef (A) en een moer (D).
• Monteer de tweede L-houder recht tegenover de eerste aan de andere kant van de
metalen buis.
• De temperatuur-/luchtvochtigheidsensor wordt in de vierkante insteekbus geplaatst en
met een korte schroef (B) en een moer (D) vastgeschroefd.
Het batterijvakje van de sensor kan daarbij naar binnen of buiten zijn gekeerd.
• De weerbestendige behuizing die boven op de temperatuur-/luchtvochtigheidsensor
wordt gestoken dient er later voor om de sensor te beschermen tegen neerslag en
direct zonlicht om onjuiste metingen te voorkomen.
• Sluit de kabel van de zonne-energiemodule aan op de bus "RAIN" van de
temperatuur-/luchtvochtigheidsensor.
• Schuif de weerbestendige behuizing vervolgens voorzichtig op de temperatuur-
/luchtvochtigheidsensor.
• Sluit de kabel van de regensensor aan op de bus "RAIN" op de onderkant van de
zonne-energiemodule.
• Sluit tenslotte de kabel van de windrichtingsensor aan op de bus "WIND" van de
temperatuur-/luchtvochtigheidsensor.
• Hiermee is de bekabeling afgerond. Overbodige kabellengte wordt met behulp van
kabelbinders aan de kunststofhouders of aan de metalen stang vastgemaakt.