4.2.3
Verbrandingsniveaus in combinatie met een convectieventilator
Het Opti-Air-systeem in combinatie met een convectieventilator biedt vijf
verbrandingsniveaus om uit te kiezen. Ieder verbrandingsniveau is een combinatie van
vooraf vastgestelde thermische afgifte en een vooraf vastgestelde ventilatorsnelheid.
Verbrandingsniveau Thermische afgifte
1
2
3
4
5
4.2.4
Verbrandingsniveaus zonder convectieventilator
Het Opti-Air-systeem zonder convectieventilator biedt drie verbrandingsniveaus om uit te
kiezen. Ieder verbrandingsniveau staat voor een vooraf vastgestelde thermische afgifte.
Verbrandingsni-
veau
1
2
3
4.2.5
Verbrandingsmodi
Tijdens gebruik met een gekozen verbrandingsniveau doorloopt het verbrandingsproces
vijf verschillende verbrandingsmodi, ieder met zijn eigen voorgeprogrammeerde
verbrandingskenmerken. Tijdens het verbrandingsproces is één van deze
verbrandingsmodi actief, afhankelijk van de temperatuur in de verbrandingskamer.
1
2
3
4
5
EVO-7 65-40
Minimaal
Minimaal
Nominaal
Nominaal
Maximaal
Thermische afgifte
Minimaal
Nominaal
Maximaal
Verbrandingsmodus
Stand-by
Aansteken
Brandfase
Bijladen
Afkoelen
Opmerking: Met het Barbas Opti-Air-systeem kan de hoeveelheid naar het
toestel gevoerde verbrandingslucht niet handmatig worden geregeld.
Ventilatorsnelheid
Uit
Minimaal
50% van de maximumsnelheid
Maximaal
Maximaal
Beschrijving
Het toestel is uitgeschakeld en gereed voor gebruik.
Start het toestel met de eerste lading houtstammen. Het
toestel warmt op.
Het toestel heeft de gebruikstemperatuur bereikt. De wer-
kelijke temperatuur kan van de ingestelde temperatuur af-
wijken, maar het Opti-Air-systeem probeert de tempera-
tuur naar het instelpunt te regelen door de positie van de
verbrandingsluchtkleppen te wijzigen.
Het toestel is afgekoeld en moet worden bijgevuld met
houtstammen.
Het toestel is niet binnen 45 minuten na de melding Bijla-
den bijgevuld met brandstof. De modus Afkoelen is actief.
Beschrijving
11