nl
6.1 Drooglopen
► Men spreekt van drooglopen, indien de pomp absoluut geen vloeistof meer opvoert. Drooglopen moet
vermeden worden. Dit is door toezicht te houden of technische hulpmiddelen zoals niveausignalering
te bewaken.
6.2 Zuigmond
►Om te voorkomen dat tijdens het verpompen lucht binnendringt, moeten in ieder geval de aanzuigope-
ningen volledig vast zitten. Bij hoogvisceuse vloeistofprodukten moet erop gelet worden dat de vorming
van een zuigtrechter voorkomen wordt.
6.3 Bedrijf tegen een gesloten uitloopzijde
!
WAARSCHUWING
Verwonding door rondvliegende delen!
De excentrische wormpompen HD RVS 41-E-GLRD en HD-SR RVS 41-E-GLRD zijn verdringerpompen. Deze
mogen niet in combinatie met een gesloten kraan zoals bijv. een tappistool of ventiel gebruikt worden.
Anders zal de grote drukopbouw tot schade leiden. Let op de maximaaldruk mag niet overschreden worden
(→ Technische gegevens).
6.4 Fout
!
WAARSCHUWING
Verwonding door draaiende delen!
► Koppel bij storingen of onlogische stilstand de motor los van het stroomnet alvorens reparatie wordt
uitgevoerd.
6.5 Buiten bedrijf stellen
!
WAARSCHUWING
Verwonding- en vergiftigingsgevaar door gevaarlijke vloeistoffen!
► Gebruik bij alle werkzaamheden aan de pomp beschermingsmiddelen.
► Uittredende restvloeistof uit de pomp veilig opvangen en milieuvriendelijk afvoeren.
AANWIJZING
Materiële schade bij liggend bewaren van een met vloeistof bevochtigd pompwerk!
► Haal het pompwerk voorzichtig uit het vat, zodat de aanwezige restvloeistof in het vat kan terugstromen.
► Pompwerk na gebruik met een geschikt reinigingsmiddel spoelen en reinigen.
14