nl
5.6 Maximale dompeldiepte
► Het moet gewaarborgd zijn, dat de pomp niet verder dan tot de
uitloopopening wordt ingedompeld (→ fig. 6).
5.7 Montage in het vat of container
► Bevestig de pomp in het vat of de container. Let erbij op dat het vat ook in lege toestand met de inge-
bouwde pomp niet om kan vallen. Dit geldt in het bijzonder bij kleine vaten.
6. Bediening
3 Let erop dat alle aansluitingen en verbindingen goed bevestigd zijn.
!
WAARSCHUWING
Als verbindingen niet juist zijn of helemaal niet zijn gekoppeld, kan:
- het tot rond spuitend medium leiden.
- het leiden tot rond vliegende delen.
- de pomp ongecontroleerd beginnen te bewegen.
!
WAARSCHUWING
Verwonding- en vergiftigingsgevaar door gevaarlijke vloeistoffen!
►Gebruik bij alle werkzaamheden aan de pomp beschermingsmiddelen.
►Bij omgang met gevaarlijke vloeistoffen (bijv. heet, giftig, gevaar voor gezondheid) zullen de veiligheids-
voorschriften voor omgaan met gevaarlijke stoffen nageleefd moeten worden.
Fig. 6
13